Ontvang de Heilige Geest
Deze vier woorden — ‘Ontvang de Heilige Geest’ — zijn geen passieve verklaring; ze zijn eerder een aansporing van de priesterschap — een gezaghebbende aansporing om te handelen en niet met ons te laten handelen.
Met mijn boodschap wil ik duidelijk maken hoe belangrijk het is om de Heilige Geest werkelijk te ontvangen. Ik bid om de Geest van de Heer en vraag Hem om ieder van ons onderricht te geven en op te bouwen.
De gave van de Heilige Geest
Toen zij in december 1839 in Washington D.C. waren om genoegdoening te vragen voor het onrecht dat de heiligen in Missouri was aangedaan, schreven Joseph Smith en Elias Higbee het volgende aan Hyrum Smith: ‘In ons gesprek met de president [van de Verenigde Staten] vroeg hij ons waarin wij in onze godsdienst verschilden van de andere godsdiensten in deze tijd. Broeder Joseph zei dat we verschilden in onze manier van dopen en in de gave van de Heilige Geest door handoplegging. Wij vonden dat alle andere overwegingen onder de gave van de Heilige Geest vielen’ (Leringen van kerkpresident: Joseph Smith [2007], p. 105).
De Heilige Geest is het derde lid van de Godheid; Hij is een persoon van geest en getuigt van alle waarheid. In de Schrift wordt de Heilige Geest de Trooster genoemd (zie Johannes 14:16–27; Moroni 8:26), een Leraar (zie Johannes 14:26; LV 50:14), en een Openbaarder (zie 2 Nephi 32:5). Openbaringen van de Vader en de Zoon worden door de Heilige Geest overgebracht. Hij is de boodschapper en de getuige van de Vader en de Zoon.
De Heilige Geest manifesteert Zich aan mannen en vrouwen als de macht en als de gave van de Heilige Geest. Die macht kan op iemand vallen vóór zijn of haar doop; het is de overtuigende bevestiging dat Jezus Christus onze Heiland en Verlosser is. Door de macht van de Heilige Geest kunnen oprechte onderzoekers een overtuiging van de waarheid van Jezus’ evangelie, het Boek van Mormon, de herstelling, en de profetische roeping van Joseph Smith verwerven.
De gave van de Heilige Geest wordt uitsluitend na de juiste en bevoegde doop verleend en door handoplegging van Melchizedeks-priesterschapsdragers. De Heer heeft verklaard:
‘Ja, bekeert u en laat u dopen, eenieder van u, tot vergeving van uw zonden; ja, laat u dopen met water, en dan komt de doop met vuur en met de Heilige Geest. (…)
‘En wie ook geloof hebben, zult u in mijn kerk bevestigen door handoplegging, en Ik zal hun de gave van de Heilige Geest verlenen’ (LV 33:11, 15).
De apostel Paulus heeft dit gebruik aan de Efeziërs duidelijk gemaakt toen hij vroeg:
‘Hebt gij de Heilige Geest ontvangen […]? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een Heilige Geest is.
‘En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes.
‘Maar Paulus zeide: Johannes doopte een doop van bekering en zeide tot het volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is in Jezus.
‘En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus.
‘En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden’ (Handelingen 19:2–6).
De doop door onderdompeling ‘is de inleidende verordening van het evangelie en moet worden gevolgd door de doop met de Geest om volledig te zijn’ (Bible Dictionary, ‘Baptism’). De profeet Joseph Smith heeft uitgelegd dat ‘de doop […] een heilige verordening [is] die voorbereidt op het ontvangen van de Heilige Geest; hij is het middel en de sleutel waardoor de Heilige Geest wordt toegediend. De gave van de Heilige Geest door handoplegging kan niet door middel van enig ander beginsel worden ontvangen dan het beginsel der rechtschapenheid’ (Leringen: Joseph Smith, pp. 103–104).
De verordening waarmee iemand tot lid van de kerk wordt bevestigd en waarmee de gave van de Heilige Geest wordt verleend, is zowel eenvoudig als diepzinnig. Waardige Melchizedeks-priesterschapsdragers leggen hun handen op het hoofd van de dopeling en noemen hem of haar bij naam. Daarna wordt de dopeling krachtens het gezag van het heilig priesterschap en in de naam van de Heiland bevestigd tot lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, waarna deze belangrijke zin wordt uitgesproken: ‘Ontvang de Heilige Geest.’
De eenvoud van deze verordening zou ertoe kunnen leiden dat haar belang wordt onderschat. Deze vier woorden — ‘Ontvang de Heilige Geest’ — zijn geen passieve verklaring; ze zijn eerder een aansporing van de priesterschap — een gezaghebbende aansporing om te handelen en niet met ons te laten handelen (zie 2 Nephi 2:26). De Heilige Geest treedt niet zomaar in werking omdat er handen op ons hoofd worden gelegd en die vier belangrijke woorden worden uitgesproken. Iedereen die deze verordening ontvangt, accepteert de heilige en voortdurende plicht om ernaar te verlangen, ervoor open te staan, eraan te werken en zo te leven dat we werkelijk de Heilige Geest en de bijbehorende geestelijke gaven ontvangen. ‘Want wat baat het een mens indien hem een geschenk wordt gegeven en hij het geschenk niet aanneemt? Zie, hij verheugt zich niet in hetgeen hem wordt gegeven, evenmin verheugt hij zich in hem die de gever is van het geschenk’ (LV 88:33).
Hoe kunnen we deze gezaghebbende aansporing om open te staan voor het gezelschap van het derde lid van de Godheid voortdurend in acht nemen? Ik geef u in overweging dat we (1) oprecht naar het gezelschap van de Heilige Geest moeten verlangen; (2) de Heilige Geest op passende wijze in ons leven moeten uitnodigen; en (3) getrouw Gods geboden moeten naleven.
Oprecht verlangen
We moeten allereerst werkelijk naar het gezelschap van de Heilige Geest verlangen en hunkeren, en ervoor openstaan. U en ik kunnen een grote les leren over rechtschapen verlangens van de getrouwe discipelen van de Meester waarover in het Boek van Mormon wordt gesproken:
‘En de Twaalf leerden de menigte; en zie, zij lieten de menigte op het oppervlak der aarde knielen en tot de Vader bidden in de naam van Jezus. (…)
‘En zij baden om hetgeen zij het meest verlangden; en zij verlangden dat hun de Heilige Geest zou worden gegeven’ (3 Nephi 19:6, 9).
Denken wij er evenzo aan om ijverig en bestendig te bidden om datgene waarnaar we het meest zouden moeten verlangen, namelijk de Heilige Geest? Of laten wij ons afleiden door de zorgen van de wereld en de sleur van het dagelijks leven, en vinden wij deze waardevolste gave vanzelfsprekend of slaan we er geen acht op? De Heilige Geest ontvangen begint met ons oprechte en bestendige verlangen om zijn gezelschap in ons leven te hebben.
Op passende wijze uitnodigen
We ontvangen en herkennen de Geest des Heren eerder als we Hem op passende wijze in ons leven uitnodigen. We kunnen de Heilige Geest niet verplichten, dwingen of gebieden. Integendeel, we behoren Hem met dezelfde zachtmoedigheid en mildheid te benaderen waarmee Hij ons behandelt (zie LV 42:14).
We kunnen de Heilige Geest op veel manieren uitnodigen: door verbonden te sluiten en na te komen; door oprecht persoonlijk en gezinsgebed te hebben; door de Schriften ijverig te onderzoeken; door de band met familie en vrienden te versterken; door te streven naar deugdzame gedachten en daden, en gepast taalgebruik; en door thuis, in de heilige tempel en in de kerk God te aanbidden. Als we daarentegen onze verbonden en toezeggingen niet nakomen, niet bidden, de Schriften niet bestuderen, ongepaste gedachten en daden hebben, en grove taal gebruiken, zal de Geest bij ons weggaan of ons geheel mijden.
Koning Benjamin leerde zijn volk: ‘En nu zeg ik u, mijn broeders, dat indien gij, na al deze dingen te hebben geweten en erin te zijn onderwezen, overtreedt en handelt in tegenstelling tot hetgeen gesproken is, zodat gij u aan de Geest des Heren onttrekt, waardoor deze in u geen plaats kan vinden om u op de paden der wijsheid te leiden, opdat gij zult worden gezegend, voorspoedig gemaakt en bewaard’ (Mosiah 2:36).
Stipte gehoorzaamheid
Het is van wezenlijk belang dat we Gods geboden stipt gehoorzamen om de Heilige Geest te ontvangen. We worden elke week aan deze waarheid herinnerd als we naar de avondmaalsgebeden luisteren en waardig van het brood en water nemen. Als we beloven dat we gewillig zijn de naam van Jezus Christus op ons te nemen, Hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden, wordt ons beloofd dat wij zijn Geest altijd bij ons zullen hebben (zie LV 20:77). Bijgevolg is alles wat we volgens het evangelie van de Heiland moeten leren en worden erop gericht ons te zegenen met het gezelschap van de Heilige Geest.
Overdenk de redenen voor onze gebeden en schriftstudie. Ja, we verlangen ernaar om in gebed met onze hemelse Vader in de naam van zijn Zoon te communiceren. En ja, we verlangen ernaar het licht en de kennis in de standaardwerken te verwerven. Maar vergeet alstublieft niet dat deze heilige gewoonten hoofdzakelijk middelen zijn waarmee we onze hemelse Vader en zijn geliefde Zoon altijd indachtig zijn. Het zijn voorwaarden voor het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest.
Denk eens na over de redenen voor onze aanbidding in het huis des Heren en in onze zondagse bijeenkomsten. Ja, we dienen onze overleden verwanten in de tempel — en onze gezinnen en vrienden in de wijk of gemeente waartoe wij behoren. En ja, we genieten van de rechtschapen betrekkingen die we met onze broeders en zusters hebben. Maar we komen hoofdzakelijk in harmonie bijeen om de zegeningen en aanwijzingen van de Heilige Geest te ontvangen.
Bidden, studeren, bijeenkomen, aanbidden, dienen en gehoorzamen, zijn geen op zichzelf staande en zelfstandige zaken die men op een evangelisch doelijstje kan afvinken. Integendeel, elk van deze rechtvaardige gewoonten is een belangrijk element in het allesomvattende geestelijke streven om de Heilige Geest te ontvangen. De geboden Gods die we gehoorzamen en de geïnspireerde raad van kerkleiders die we opvolgen, zijn voornamelijk gericht op het verwerven van het gezelschap van de Geest. In wezen zijn alle evangelische leringen en activiteiten erop gericht om tot Christus te komen door de Heilige Geest in ons leven te ontvangen.
U en ik moeten proberen zoals de jeugdige krijgers in het Boek van Mormon te worden, die ‘nauwgezet [waren] in het gehoorzamen en uitvoeren van ieder woord van bevel; ja, en hun geschiedde naar hun geloof. (…)
“… En zij denken dagelijks nauwgezet aan de Heer, hun God; ja, zij onderhouden nauwgezet en voortdurend zijn inzettingen en zijn gerichten en zijn geboden’ (Alma 57:21; 58:40).
Getuigenis
De Heer heeft verklaard dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen ‘de enige ware en levende kerk op het oppervlak der gehele aarde’ is (LV 1:30). Deze herstelde kerk is waar omdat zij de kerk van de Heiland is; Hij is ‘de weg en de waarheid en het leven’ (Johannes 14:6). En zij is een levende kerk vanwege de werkingen en gaven van de Heilige Geest. Wij zijn zeer gezegend dat we in een tijd leven dat het priesterschap op aarde is en dat wij de Heilige Geest kunnen ontvangen.
Enkele jaren nadat de profeet Joseph Smith de martelaarsdood had ondergaan, verscheen hij aan president Brigham Young en bracht hem deze tijdloze boodschap: ‘Zeg de mensen dat zij nederig en getrouw moeten zijn en dat ze ervoor moeten zorgen de Geest van de Heer bij zich te houden, dan zal Hij hen ten goede leiden. Wees behoedzaam en negeer de stille, zachte stem niet; Hij zal [u] zeggen wat [u moet] doen en waar [u] heen moet gaan; dan zal Hij de vruchten van het koninkrijk voortbrengen. Zeg tegen de broeders dat ze hun hart open moeten stellen, zodat de Heilige Geest ze zal kunnen overtuigen. Zij kunnen de Geest van de Heer van alle andere geesten onderscheiden. Hij zal hun gemoedsrust geven en hun ziel vreugde influisteren; Hij zal kwaadaardigheid, haat, twist en alle goddeloosheid uit hun hart bannen. Dan zullen zij alleen nog maar het verlangen hebben om goed te doen, rechtschapenheid voort te brengen en het koninkrijk van God op te bouwen. Zeg tegen de broeders dat ze hun hart open moeten stellen, zodat de Heilige Geest ze zal kunnen overtuigen’ (Leringen: Joseph Smith, p. 106).
Ik bid dat we er oprecht naar zullen verlangen om de Heilige Geest op passende wijze in ons dagelijks leven te brengen. Ik bid ook dat ieder van ons getrouw Gods geboden zal naleven en werkelijk de Heilige Geest zal ontvangen. Ik verklaar dat de zegeningen die de profeet Joseph Smith aan Brigham Young beloofde toepasbaar en bereikbaar zijn voor iedereen die deze boodschap hoort of leest.
Ik getuig dat de Vader en de Zoon werkelijk bestaan. Ik getuig dat de Heilige Geest een openbaarder, een trooster en de beste leraar is die we ons kunnen wensen. En ik getuig dat de zegeningen en gaven van de Geest in deze laatste dagen werkzaam zijn in de herstelde, ware en levende Kerk van Jezus Christus. Daarvan getuig ik in de heilige naam van de Heer Jezus Christus. Amen.