Keuzevrijheid: essentieel in het levensplan
Als we ervoor kiezen om tot Christus te komen, zijn naam op ons te nemen en zijn dienstknechten te volgen, gaan we vooruit op het pad naar het eeuwige leven.
Onlangs kreeg ik een brief van een vriend buiten de kerk die ik al meer dan vijftig jaar ken. Ik had hem wat lectuur over het evangelie gestuurd, waarop hij als volgt reageerde: ‘Ik snapte eerst niet helemaal wat typisch mormoonse woorden, zoals keuzevrijheid, inhielden. Een beknopte verklarende woordenlijst zou misschien handig zijn.’
Ik was verbaasd dat hij niet snapte wat we met het woord keuzevrijheid bedoelen. Ik zocht het op in een online woordenboek. Van alle definities en gebruiksvormen van het woord keuzevrijheid zat er niet een bij met de betekenis van een keuze maken om te handelen. We leren dat keuzevrijheid het vermogen en voorrecht is dat God de mens geeft om te kiezen en ‘zelfstandig te handelen en niet om met zich te laten handelen’.1 Keuzevrijheid houdt in dat we verantwoordelijk zijn voor onze daden. Onze keuzevrijheid is van essentieel belang in het heilsplan. Daarmee zijn we ‘vrij om vrijheid en eeuwig leven te kiezen door de grote Middelaar van alle mensen, of om gevangenschap en dood te kiezen, naar de gevangenschap en macht van de duivel’.2
De woorden van een bekende lofzang geven dit beginsel heel treffend weer:
O weet, dat elke ziel is vrij
haar pad te kiezen waar ’t ook zij.
Ten hemel dwingt de Heer ons niet,
daar Hij een vrije wil ons liet.’3
Als antwoord op de vraag van mijn vriend, en op die van vele andere goede mannen en vrouwen, vertel ik u graag meer over deze betekenis van keuzevrijheid.
Voordat we naar deze aarde kwamen, heeft onze hemelse Vader ons zijn heilsplan voorgelegd — een plan om op aarde een lichaam te ontvangen, te kiezen tussen goed en kwaad, en vooruitgang te maken zodat we meer op Hem gaan lijken en eeuwig bij Hem kunnen wonen.
Onze keuzevrijheid — ons vermogen om zelfstandig te kiezen en te handelen — was een essentieel onderdeel van dit plan. Zonder onze keuzevrijheid waren we niet in staat om goede keuzes en vooruitgang te maken. Met onze keuzevrijheid zouden we echter verkeerde keuzes maken, zonden begaan en niet meer bij onze hemelse Vader kunnen terugkeren. Om die reden zou een Heiland voor onze zonden lijden en ons verlossen, op voorwaarde van onze bekering. Met zijn eeuwige verzoening wist Hij ‘het plan van barmhartigheid te verwezenlijken, om de eisen der gerechtigheid te bevredigen’.4
Nadat onze hemelse Vader zijn plan had voorgelegd, trad Lucifer naar voren, en zei: ‘Zend mij, (…) en ik zal het gehele mensdom verlossen, zodat [zelfs] niet één ziel verloren zal gaan (…); daarom, geef mij uw eer.’5 Onze Vader verwierp dit voorstel omdat het onze keuzevrijheid zou wegnemen. Het was met recht een rebels voorstel.
Daarna gebruikte Jezus Christus, hemelse Vaders ‘Geliefde en Uitverkorene [Zoon] vanaf het begin’, zijn keuzevrijheid en zei: ‘Vader, uw wil geschiede en de heerlijkheid zij de uwe voor eeuwig!’6 Hij werd onze Heiland — de Heiland van de wereld.
Vanwege de opstand van Lucifer ontstond er een grote geestelijke strijd. Ieder kind van onze hemelse Vader mocht de keuzevrijheid gebruiken die het van Hem had gekregen. Wij kozen voor geloof in de Heiland Jezus Christus — om tot Hem te komen en Hem te volgen. We stemden in met het plan dat onze hemelse Vader ons voor ons welzijn had voorgelegd. Maar een derde deel van de kinderen van onze hemelse Vader had niet het geloof om de Heiland te volgen en koos ervoor om Lucifer, of Satan, te volgen.7
En God zei: ‘Welnu, omdat Satan tegen Mij opstond en trachtte de keuzevrijheid van de mens te vernietigen, die Ik, de Here God, hem had gegeven, (…) liet Ik hem (…) neerwerpen.’8 De volgelingen van Satan verspeelden de mogelijkheid om een lichaam te ontvangen, op aarde te leven en vooruitgang te maken. Hun keuze leidde ertoe dat ze hun keuzevrijheid kwijtraakten.
De enige macht die Satan en zijn volgelingen nu hebben, is de macht om ons in verleiding en verzoeking te brengen. Hun enige vreugde is als wij ‘ongelukkig zullen zijn, net als [zijzelf].’9 Hun enige geluk komt voort uit onze ongehoorzaamheid aan de geboden van de Heer.
Maar denk hier eens over na: in ons voorsterfelijk bestaan hebben we ervoor gekozen de Heiland, Jezus Christus, te volgen! Daarom mochten we naar de aarde komen. Ik getuig dat als we nu, hier op aarde, dezelfde keuze maken om de Heiland te volgen, ons nog grotere zegeningen voor de eeuwigheid ten deel zullen vallen. Maar let wel: we moeten ervoor blijven kiezen de Heiland te volgen. Het gaat om de eeuwigheid, en ons verstandig gebruik van onze keuzevrijheid is daarbij van essentieel belang.
Zijn hele leven heeft de Heiland ons laten zien hoe we onze keuzevrijheid behoren te gebruiken. Als jongen in Jeruzalem koos Hij er bewust voor om ‘bezig [te] zijn met de dingen [zijns] Vaders’.10 In zijn bediening koos Hij er gehoorzaam voor ‘om de wil te doen van [zijn] Vader’.11 In Getsemane koos Hij ervoor om tot het einde toe te lijden, zeggende: ‘Niet mijn wil, maar de uwe geschiede! En Hem verscheen een engel uit de hemel om Hem kracht te geven.’12 Aan het kruis koos Hij ervoor om zijn vijanden lief te hebben, biddende: ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.’13 En daarna, opdat Hij uiteindelijk kon laten zien dat Hij zelf de keuze maakte, werd Hij alleen gelaten. Vader, ‘waarom hebt Gij Mij verlaten?’14 vroeg Hij. Uiteindelijk gebruikte Hij zijn keuzevrijheid om te handelen, om tot het einde toe te volharden, tot Hij kon zeggen: ‘Het is volbracht!’15
Hoewel Hij ‘in alle dingen op gelijke wijze (net als wij) is verzocht’,16 gebruikte Hij bij elke keuze en elke handeling de keuzevrijheid om onze Heiland te zijn — om de ketenen van zonde en dood voor ons te verbreken. En door zijn volmaakte leven heeft Hij ons geleerd dat als wij de wil van onze hemelse Vader doen, onze keuzevrijheid intact blijft, onze mogelijkheden toenemen en we vooruitgang maken.
Het bewijs van deze waarheid is overal in de Schriften te vinden. Job raakte alles kwijt, toch koos hij ervoor om getrouw te blijven en ontving hij de eeuwige zegeningen van God. Maria en Jozef kozen ervoor de waarschuwing van een engel op te volgen om naar Egypte te vluchten, en het leven van de Heiland werd gespaard. Joseph Smith koos ervoor om de aanwijzingen van Moroni op te volgen, en de herstelling ontvouwde zich zoals was geprofeteerd. Als we ervoor kiezen om tot Christus te komen, zijn naam op ons te nemen en zijn dienstknechten te volgen, gaan we vooruit op het pad naar het eeuwige leven.
Op onze levensreis mogen we niet vergeten dat het tegenovergestelde ook waar is: als we de geboden of de ingevingen van de Heilige Geest veronachtzamen, beperken we onze mogelijkheden en ons vermogen om te handelen en vooruitgang te maken. Toen Kaïn zijn broer om het leven bracht omdat hij Satan meer liefhad dan God, maakte hij daarmee een eind aan zijn geestelijke vooruitgang.
In mijn jeugd leerde ik eens een belangrijke les over hoe onze daden onze vrijheid soms beperken. Op een dag moest ik in opdracht van mijn vader een houten vloer met vernis behandelen. Ik besloot om bij de deur te beginnen en steeds verder de kamer in te werken. Toen ik bijna klaar was, besefte ik dat ik er niet meer uit kon. Er was geen venster of deur aan die kant. Ik stond letterlijk met de rug tegen de muur. Ik zat in een lastig parket. Ik kon geen kant meer op.
Als we ongehoorzaam zijn, staan we geestelijk met de rug tegen de muur en zitten we vast aan de gevolgen van onze keuzes. Maar hoewel we geestelijk in een lastig parket zitten, is er altijd een weg terug. Net als bekering, betekent over een pas geverniste vloer teruglopen dat je aan de slag moet: opnieuw schuren en afwerken! Terugkeren naar de Heer is niet gemakkelijk, maar wel de moeite waard.
Als we echt beseffen wat bekering inhoudt, waarderen we dat de Heilige Geest ons leidt bij onze keuzevrijheid, dat onze hemelse Vader ons geboden geeft en de kracht om die te gehoorzamen. Dan beseffen we ook hoe gehoorzaamheid aan de geboden uiteindelijk onze keuzevrijheid waarborgt.
Als we ons bijvoorbeeld aan het woord van wijsheid houden, zitten we minder snel vast aan een slechte gezondheid en verslavende middelen die ons letterlijk het vermogen ontnemen om zelfstandig te handelen.
Als we de raad opvolgen om schulden te vermijden en af te betalen, gebruiken we onze keuzevrijheid en zijn we vrij om met ons besteedbare inkomen anderen tot zegen te zijn.
Als we de raad van de profeten opvolgen om gezinsavond, gezinsgebed en gezamenlijke schriftstudie te houden, bieden we onze kinderen thuis een broedplaats voor hun geestelijke ontwikkeling. Daar leren we ze het evangelie, geven we ons getuigenis, uiten we onze liefde en luisteren we naar hun gevoelens en ervaringen. Door onze rechtschapen keuzes en daden bevrijden we ze uit de duisternis door hun vermogen te vergroten om in het licht te wandelen.
De wereld verkondigt vele onwaarheden over keuzevrijheid. Velen hebben de opvatting: ‘Eet, drinkt en weest vrolijk; (…) en mochten wij toch schuldig zijn, dan zal God ons met enkele striemen slaan, en ten slotte zullen wij het heil verkrijgen.’17 Anderen omarmen het secularisme en verloochenen God. Zij beweren dat er geen ‘tegenstelling in alle dingen’18 is, en dat ‘wat een mens ook [doet], het geen misdaad [is]’.19 Dit doet ‘de wijsheid Gods en zijn eeuwige doeleinden’20 teniet.
In tegenstelling tot wat de wereld ons voorhoudt, leren de Schriften ons dat we keuzevrijheid bezitten. Als we die keuzevrijheid op een rechtschapen manier aanwenden, nemen onze mogelijkheden en ons vermogen om ernaar te handelen en eeuwige vooruitgang te maken altijd toe.
Zo gaf de Heer bij monde van de profeet Samuël een duidelijk gebod aan koning Saul:
‘Mij heeft de Here gezonden om u tot koning te zalven (…) ; nu dan, luister naar de woorden des Heren. (…)
‘(…) Ga nu heen, versla Amalek, slaat al wat hij bezit met de ban.’21
Maar Saul volgde het gebod van de Heer niet op. Hij maakte zich schuldig aan wat ik ‘selectieve gehoorzaamheid’ noem. Hij vertrouwde op zijn eigen wijsheid en spaarde het leven van koning Agag, en nam het beste van het kleinvee, de runderen en andere dieren mee.
De Heer openbaarde dit aan de profeet Samuël en zond hem naar Saul om hem het koningschap te ontnemen. Toen de profeet aankwam, zei Saul: ‘Ik heb het bevel des Heren uitgevoerd.’22 Maar de profeet wist beter en zei: ‘Wat betekent dan dat geblaat van kleinvee, dat in mijn oren klinkt, en het geloei van runderen, dat ik hoor?’23
Saul kwam met excuses door anderen de schuld te geven, en zei dat het volk de dieren had meegenomen om de Heer offers te brengen. De profeet antwoordde daarop: ‘Heeft de Here evenzeer welgevallen aan brandoffers en slachtoffers als aan horen naar des Heren stem? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren [naar de geboden van de Heer] beter dan het vette der rammen.’24
Uiteindelijk gaf Saul toe en zei: ‘Ik heb gezondigd, want ik heb het bevel des Heren, uw opdracht, overtreden; maar ik vreesde het volk en ik heb naar hen geluisterd.’25 Omdat Saul niet nauwgezet had geluisterd — omdat hij ervoor koos om ‘selectief te gehoorzamen’ — verspeelde hij de mogelijkheid — en de keuzevrijheid — om koning te zijn.
Broeders en zusters, slaan wij nauwkeurig acht op de stem van de Heer en zijn profeten? Of maken wij ons, net als Saul, schuldig aan ‘selectieve gehoorzaamheid’ en vrezen wij het oordeel van anderen?
Ik besef dat we allemaal fouten maken. In de Schriften staat: ‘Allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods.’26 Ik zeg tot eenieder die vastzit aan de gevolgen van verkeerde keuzes, die met de rug tegen de muur staat en de zegeningen van het rechtschapen gebruik van zijn of haar keuzevrijheid moet missen: we hebben u lief. Keer terug! Ontsnap uit die donkere hoek, het licht tegemoet. Ook al moet u er een pas geverniste vloer voor betreden, het is de moeite waard. Geloof dat ‘door de verzoening van Christus de gehele mensheid [ook u en ik] kan worden gered door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie.’27
Kort voor het uur van de verzoening was aangebroken, sprak de Heiland zijn indrukwekkende hogepriesterlijk gebed voor eenieder van ons uit, zeggende: ‘Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt — Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt.’28 ‘Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.’29
Ik geef u mijn bijzondere getuigenis dat Zij leven. Als we onze keuzevrijheid rechtschapen gebruiken, leren we Hen kennen, gaan we meer op Hen lijken, en bereiden we ons voor op de dag waarop ‘alle knie (…) zich [zal] buigen en elke tong (…) belijden’30 dat Jezus onze Heiland is. Ik bid dat wij Hem en onze eeuwige Vader zullen blijven volgen, zoals wij dat in het begin hebben gedaan. In de naam van Jezus Christus. Amen.