‘Leer en Verbonden 29:1–8: Luister naar uw Verlosser’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)
‘Leer en Verbonden 29:1–8’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht
Les 44: Leer en Verbonden 29
Luister naar uw Verlosser
Onze hemelse Vader houdt enorm veel van al zijn kinderen. Hij en zijn Zoon willen dat we in dit leven gelukkig zijn en samen met Hen alle mensen weer in hun tegenwoordigheid terugbrengen. In deze les leren de cursisten de verlangens van onze hemelse Vader en Jezus Christus voor hen beter begrijpen.
Mogelijke leeractiviteiten
Overweeg hoe u de cursisten kunt laten inzien dat het makkelijker is om iemand te vertrouwen als u weet wat zijn of haar motivatie of verlangen is. U kunt dat onder andere op de volgende manier doen.
Bedenk wie je het volgende wil toevertrouwen en waarom.
Je huissleutels
Je wachtwoord voor je apparaat of account
Je persoonlijkste droom of doel
Noteer in je studiedagboek een of twee zinnen over de motivatie en het verlangen van je hemelse Vader en Jezus Christus. Als je iets over hun motivatie of verlangen weet, bedenk dan hoe dit je vertrouwen op Hen beïnvloedt. Als je niet veel over hun motivatie of verlangen weet, bedenk dan waarom dat een belangrijke stap is om op Hen te leren vertrouwen.
Verlangens van onze hemelse Vader en Jezus Christus
Voorafgaand aan een conferentie van de kerk in september 1830 sprak de Heiland in Leer en Verbonden 29 over de liefde en verlangens die Hij en onze hemelse Vader voor alle mensen hebben.
De volgende activiteit is een manier om de cursisten Leer en Verbonden 29:1–8 te laten bestuderen. U moet die wellicht aanpassen om aan de grootte of behoeften van uw klas tegemoet te komen.
Zet de cijfers 1 tot en met 8 op het bord. Geef de cursisten dan de volgende instructies. Laat ze elke instructie opvolgen voordat u ze de volgende geeft.
Lees Leer en Verbonden 29:1–8 en markeer wat je in elk vers over het verlangen van onze hemelse Vader en Jezus Christus leert.
Zet je naam op het bord, naast het nummer van een vers dat voor jou een bijzondere betekenis heeft.
Wacht met de volgende stappen tot alle cursisten hun naam naast een nummer op het bord hebben gezet.
Kom zo mogelijk bij elkaar met twee of drie cursisten die hun naam naast hetzelfde nummer hebben opgeschreven.
Als slechts één cursist zijn of haar naam naast een nummer heeft gezet, kunt u die cursist alleen laten werken of bij een andere groep laten aansluiten.
Vertel je groepje welke woorden of zinsdelen je in je vers hebt gemarkeerd en wat ze je over het verlangen van onze hemelse Vader en Jezus Christus leren.
Bespreek in je groepje een vraag waardoor je het verlangen van onze hemelse Vader en Jezus Christus beter kunt begrijpen.
Geef elk groepje een lijstje vragen die ze kunnen bespreken. De cursisten kunnen een vraag uit het lijstje voorgestelde vragen kiezen of hun eigen vragen bedenken. Hieronder staan enkele voorbeelden:
Hoe kunnen we onszelf en anderen gaan zien als we dit beginsel kennen?
Wanneer heb je dit verlangen van je hemelse Vader en Jezus Christus in je eigen leven of dat van anderen gezien?
In welke andere Schriftteksten staat een vergelijkbaar beginsel? (Zoek deze met behulp van de Schriftteksten kerkleerbeheersing, voetnoten of andere hulpbronnen.)
Wat hebben profeten, apostelen of andere kerkleiders over dit beginsel gezegd? (Zoek deze uitspraken in de Evangeliebibliotheek.)
Hoe kunnen we ons leven door dit vers beter vanuit een eeuwig perspectief bekijken?
Welke vragen heb je over dit vers? Welke vragen kun je stellen om dit vers beter te begrijpen? (Zoek samen naar mogelijke antwoorden.)
Hoe kan je relatie met je hemelse Vader en Jezus Christus worden beïnvloed door de beginselen in dit vers te geloven of na te leven?
Waarom vinden sommige mensen het moeilijk om de leringen in dit vers te geloven of na te leven? Hoe kunnen ze die beproeving overwinnen?
Om de groepjes meer begrip bij te brengen, kunt u een andere cursist een nieuwe vraag laten kiezen om in het groepje te bespreken. Als de cursisten zijn uitgepraat of worden afgeleid, kan het tijd zijn om de leeractiviteit aan te passen. De cursisten kunnen indien gewenst de activiteit opnieuw doen met een nieuw vers, in nieuwe groepjes, door het gekozen vers te bespreken en de bovenstaande stappen te volgen.
Als de groepjes klaar zijn, laat u enkele cursisten klassikaal vertellen wat ze over het verlangen van hun hemelse Vader en Jezus Christus hebben geleerd.
Een van de vele waarheden die de cursisten wellicht hebben ontdekt, is: Onze hemelse Vader en Jezus Christus willen ons hun koninkrijk geven . U kunt de cursisten aansporen om dit beginsel in vers 5 te markeren. Lees de volgende uitspraak en laat de cursisten de bijbehorende vragen beantwoorden.
Ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd:
Onze hemelse Vader wil graag dat u als zijn erfgenaam alles ontvangt wat Hij heeft. Meer kan Hij u niet bieden. Meer kan Hij u niet beloven. Hij houdt meer van u dan u beseft, en heeft uw geluk in dit leven en hierna voor ogen. (Dale G. Renlund, ‘Uw goddelijke aard en eeuwige bestemming ’, Liahona , mei 2022, 76.)
U kunt de les afsluiten door de cursisten te vragen opnieuw te kijken naar wat ze aan het begin van de les in hun studiedagboek hebben geschreven. Laat ze nadenken welke beginselen ze over hun hemelse Vader en Jezus Christus hebben geleerd en in hun studiedagboek kunnen opschrijven.
Als u ervoor kiest om dit deel met de klas te delen, kunt u de video bekijken of de samenvatting en daaropvolgende uitspraak lezen.
2:3
Toen president Spencer W. Kimball en zijn vrouw, Camilla, Nieuw-Zeeland bezochten, waren ze van plan om een culturele viering bij te wonen die door veel jongeren was voorbereid. Die avond werden president en zuster Kimball ziek, waardoor ze niet naar het evenement konden gaan. Maar toen de viering begon, voelden ze zich op wonderbaarlijke wijze beter en gingen ze nog snel naar het evenement. Aan het begin van de bijeenkomst zei een van de jongeren het openingsgebed.
President Russell M. Nelson heeft verteld wat er toen gebeurde:
Hij zei onder meer: ‘Wij zijn hier met drieduizend jongeren uit Nieuw-Zeeland bijeen. We hebben ons een half jaar lang voorbereid om voor uw profeet te zingen en dansen. Wilt U hem genezen en hem hier brengen!’ Toen hij ‘amen’ had gezegd, reed de auto met president en zuster Kimball het stadion binnen. Men zag meteen wie zij waren en onmiddellijk slaakte iedereen een vreugdekreet! (Russell M. Nelson, ‘Jezus Christus, de grote Geneesheer ’, Liahona , november 2005, 86.)
De Heer wil dat zijn heiligen in Zion worden vergaderd. In de begindagen van de kerk probeerden de heiligen Zion te vestigen op een centrale plek waar alle leden samen konden komen. Nu het ledental over de hele wereld is toegenomen, worden de leden van de kerk gevraagd om zich in hun plaatselijke kerkgemeente te vergaderen.
President Russell M. Nelson heeft gezegd:
2:3
De keuze om tot Christus te komen is geen kwestie van woonplaats; het is een kwestie van persoonlijke toewijding. Mensen kunnen ‘tot de kennis worden gebracht van de Heer’ [3 Nephi 20:13 ] zonder dat ze daarvoor hun eigen land hoeven te verlaten. Het klopt dat in de begindagen van de kerk bekering vaak ook emigratie inhield. Maar nu vindt de vergadering in elk land plaats. De Heer heeft de vestiging van Zion bevolen [zie Leer en Verbonden 6:6 ] in elk land waar de heiligen zijn geboren en waarvan ze inwoner zijn. In de Schriften wordt voorzegd dat de volken ‘huiswaarts worden vergaderd naar hun erflanden en in al hun landen van belofte worden gevestigd’ [2 Nephi 9:2 ]. ‘Ieder land is de vergaderplaats voor het eigen volk.’ [Bruce R. McConkie, Conference Report, gebiedsconferentie Mexico-Stad (Mexico) 1972, 45.] De vergaderplaats van de Braziliaanse heiligen is in Brazilië; de vergaderplaats van de Nigeriaanse heiligen is in Nigeria; de vergaderplaats van de Koreaanse heiligen is in Korea enzovoort. Zion is ‘de reinen van hart’ [Leer en Verbonden 97:21 ]. Zion is overal waar rechtschapen heiligen zijn. Onze publicaties, communicaties en samenkomsten zijn nu op het punt gekomen dat bijna alle leden toegang hebben tot de leerstellingen, sleutels, verordeningen en zegeningen van het evangelie, ongeacht waar zij wonen.
Geestelijke veiligheid zal altijd afhangen van hoe iemand leeft, niet van waar iemand woont. Alle heiligen hebben evenveel recht op de zegeningen van het evangelie, ongeacht hun woonplaats. (Russell M. Nelson, ‘De vergadering van het verstrooide Israël ’, Liahona , november 2006, 81.)
Laat de cursisten hun thema Aäronische priesterschap of jongevrouwenthema opzeggen of lezen. Laat ze letten op waarheden over hun hemelse Vader, Jezus Christus en zichzelf. Laat ze Leer en Verbonden 29:1–8 bestuderen en naar overeenkomsten tussen de woorden van de Heiland en de jongerenthema’s zoeken. Bespreek hoe ze de waarheden in de jongerenthema’s door deze Schriftteksten beter kunnen geloven en naleven.
Leg de cursisten bij het lezen van Leer en Verbonden 29:4 uit dat het woord evangelie ‘goed nieuws’ betekent. Laat de cursisten een evangeliebeginsel kiezen dat zij ‘goed nieuws’ vinden. Laat ze het aan de klas vertellen ‘met vreugdeklanken’ (vers 4 ).
Bekijk eventueel aan het begin van de les de video ‘Migration: A Yearning for Home ’ (4:15), beschikbaar op ChurchofJesusChrist.org. Na de video spoort u de cursisten aan om de woorden ‘het is zijn welbehagen u het koninkrijk te geven’ in Leer en Verbonden 29:5 te markeren.
In de video zegt ouderling Dieter F. Uchtdorf: ‘Ik geloof dat iedere man, iedere vrouw en ieder kind op enig moment in zijn of haar leven de roep vanuit de hemel gevoeld heeft. Onze geliefde Vader in de hemel heeft ons het licht van Christus gegeven, en diep in ieder van ons wekt een hemelse aansporing ons op om onze ogen en ons hart naar Hem te keren.’
Hoe roept onze hemelse Vader ons op bepaalde momenten in ons leven?
Waarom reikt Hij zijn hand uit naar iedere man, vrouw en kind?
Laat de cursisten vervolgens Leer en Verbonden 29:1–8 lezen en het antwoord op de volgende vragen zoeken:
4:15
Als de cursisten vertellen over het verlangen dat God voor al zijn kinderen heeft, kunt u vragen: ‘Hoe kun je door dit over onze hemelse Vader te weten, beter begrijpen waarom Hij ons oproept om Israël te vergaderen?’ Laat de cursisten Leer en Verbonden 29:7 lezen. Als ze dat nog niet gedaan hebben, kunt u de cursisten aansporen om te markeren dat de Heiland verlangt dat wij allemaal bijdragen aan de vergadering van Israël. U kunt manieren vinden om die taak te vervullen door een recente conferentietoespraak over de vergadering van Israël, zendingswerk of familiegeschiedenis te bestuderen.