‘Les 71 – Leer en Verbonden 58:26–29: “Gedreven voor een goede zaak werkzaam”’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)
‘Leer en Verbonden 58:26–29’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht
Veel heiligen, onder wie een groep uit Colesville (New York), zijn onlangs in Jackson County (Missouri) aangekomen. Ze willen de Heiland helpen om Zion op te bouwen, maar weten niet goed wat ze moeten doen. De Heer legt uit dat er van ze verwacht wordt dat ze hun keuzevrijheid gebruiken om te helpen en te dienen. In deze les leren de cursisten hoe ze het voorbeeld van de Heiland kunnen volgen en rond te gaan om goed te doen.
Mogelijke leeractiviteiten
Een dag in het leven van Christus
Zet vóór de les Zij zijn bezig goed te doen op het bord. Laat iedere cursist de naam noemen van iemand die hij of zij kent wiens leven aan die beschrijving voldoet. Laat enkele vrijwilligers vertellen waarom die zinsnede ze doet denken aan de persoon die ze hebben uitgekozen.
Vertel de cursisten dat in Handelingen 10 de leringen van Petrus in Caesarea zijn opgetekend. Laat ze in Handelingen 10:38 opzoeken wiens naam Petrus op het bord zou hebben geschreven.
Stel je voor hoe het zou zijn als Jezus in deze tijd leefde, in jouw buurt woonde of naar jouw school ging.
Om ertoe bij te dragen dat de cursisten het voorbeeld van de Heiland willen volgen, geeft u ze de tijd om hun gedachten over het volgende in hun studiedagboek op te schrijven.
Probeer je eens voor te stellen hoe het zou voelen als je een hele zaterdag met Jezus bezig was om goed te doen. Hoe zou je je tijd op dagen dat je niet samen met Hem bent dan willen doorbrengen?
Wanneer Leer en Verbonden 58 wordt ontvangen, zijn Joseph Smith en sommige ouderlingen pas in Missouri aangekomen. Ze verlangen naar instructies inzake de vestiging van de kerk en de opbouw van Zion in het gebied. De Heiland zet uiteen hoe ze hun keuzevrijheid kunnen gebruiken om zijn werk te doen.
Lees Leer en Verbonden 58:26–29 om te leren wat de Heiland de heiligen onderwijst over het gebruik van hun keuzevrijheid. Noteer gevonden woorden en zinsneden in de desbetreffende secties van het volgende schema. (NB ‘het is niet juist’ betekent hier dat het niet nodig of gewenst is.)
Geef het volgende schema op het bord weer of voorzie de cursisten van een eigen exemplaar. Het kan zijn dat sommige cursisten meer uit deze activiteit halen als ze die met een medecursist doen.
Meer zoals Jezus te worden
Minder zoals Jezus te worden
Als de cursisten klaar zijn, stel dan vragen waardoor ze de betekenis van de gevonden zinsneden gaan overdenken en begrijpen. Bijvoorbeeld:
Wat betekent het om ‘gedreven werkzaam’ te zijn of er actief naar te streven iets goeds te doen?
Waarom moeten we voorkomen dat we ‘gedwongen’ worden om goed te doen?
Waarom zijn onze beweegredenen om goed te doen belangrijk?
Noteer in je studiedagboek of in je Schriften, in je eigen woorden, een of twee waarheden die de Heiland volgens deze verzen belangrijk vindt.
Vraag de cursisten naar de waarheden die ze hebben opgeschreven of die op het bord te zetten. Een van de waarheden die ze mogelijk verwoorden, is dat God beloont wie actief proberen rechtschapenheid tot stand te brengen .
Laat de cursisten overdenken of noteren hoe vaak ze actief naar manieren zoeken om God en anderen te dienen zonder te wachten op instructies van anderen. Laat ze bij hun verdere studie opletten hoe ze nog gedrevener voor een goede zaak werkzaam kunnen zijn.
Kun je voorbeelden bedenken uit de Schriften waarin iemand de leringen van de Heiland in deze verzen naleeft?
Hoe merkt de Heiland gelegenheden op om goed te doen en gebruikt Hij zijn keuzevrijheid om te handelen?
U kunt de video ‘Jesus Christ Has Compassion and Heals the People ’ (6:32) vertonen, beschikbaar op ChurchofJesusChrist.org . In deze video is de herrezen Heiland te zien die ervoor kiest langer onder de Nephieten te blijven om ze te dienen en te genezen.
6:33
U kunt ook de video ‘Widow of Nain ’ (2:22) vertonen, beschikbaar op ChurchofJesusChrist.org . In deze video merkt de Heiland een rouwende moeder op en kiest Hij ervoor te stoppen, haar te troosten en haar zoon te genezen.
2:22
De leringen van de Heiland in ons leven
Laat de cursisten ontdekken hoe de leringen van de Heiland in vers 26–29 er in levensechte situaties uit kunnen zien. U kunt enkele van de volgende situaties gebruiken, of andere situaties die meer op uw cursisten van toepassing zijn.
Deel de klas op in groepjes om te bespreken welke verzen of zinsneden het beste op elke situatie van toepassing zijn. Moedig de groepjes aan om meerdere manieren te bedenken, waarop iedereen zijn of haar keuzevrijheid kan gebruiken om voor een goede zaak werkzaam te zijn.
Laat elk groepje de activiteit dan herhalen door een eigen scenario te bedenken, waarin een tiener de leringen van de Heiland in afdeling 58 kan toepassen.
Julia is onlangs als dienende zuster toegewezen aan een gezin dat ze nog nooit heeft ontmoet. Ze weet niet goed hoe ze moet beginnen.
De zondagsschoolleerkracht van Ann is een geweldig mens, maar geen ervaren leerkracht. Veel van haar klasgenoten lijken geen interesse meer te hebben en doen niet meer actief aan de lessen mee.
Jasmine merkt dat haar moeder de laatste tijd vermoeider lijkt dan anders.
Xavier stuit op enkele gemene posts over een andere cursist op sociale media.
Jared heeft een vrije middag zonder dat hij iets hoeft te doen of ergens hoeft te zijn.
U kunt de cursisten tot slot vragen om een lofzang te zingen of te beluisteren waarin beginselen uit deze les aan bod komen. Een van de opties is ‘Heb ik heden iets goeds in de wereld gedaan? ’ (Heilige lofzangen , nr. 193.) Laat ze zich afvragen hoe de tekst van toepassing is op de beginselen die de Heiland in afdeling 58 uiteenzet. Laat een of twee cursisten aan de klas vertellen wat de Heiland volgens hen wil dat ze van hun studie vandaag onthouden. Het kan nuttig zijn de cursisten hun gedachten te laten opschrijven, voordat u iemand vraagt om iets te zeggen.
Vraag de cursisten vóór de volgende seminarieles te letten op een gelegenheid om te handelen naar wat ze hebben geleerd. Kom daar dan op terug door gewillige cursisten over hun ervaring te laten vertellen.
Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft, kort na de introductie van het bedieningsprogramma, het volgende gezegd. Veel leden hadden vragen over hoe ze anderen doeltreffend kunnen bedienen.
2:3
Wacht niet op veel meer instructies. Spring gewoon in het diepe en begin te zwemmen. Zwem toe naar wie uw hulp nodig hebben. Blijf niet hangen bij de vraag of u op de rug of op de buik moet zwemmen. Als we de onderwezen basisbeginselen volgen, priesterschapssleutels respecteren en ons openstellen voor de leiding van de Heilige Geest, kunnen we het niet fout doen. (Jeffrey R. Holland, ‘Een bediening van verzoening ’, Liahona , november 2018, 77.)
President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft uitgelegd hoe deze beginselen ook van toepassing zijn op ons streven naar openbaring en leiding van God:
Wij kunnen pas openbaring ontvangen als we toegewijd zijn en zelf al het mogelijke doen met onze eigen inspanningen en inschattingen. Dat betekent dat we moeten dienen en werken.
Dienen en werken is een belangrijke manier om voor openbaring in aanmerking te komen. Tijdens mijn Schriftstudie heb ik gemerkt dat Gods kinderen meestal openbaring kregen wanneer ze op pad waren, niet wanneer ze in hun woning zaten te wachten tot de Heer hun zei dat ze de eerste stap moesten zetten. (Dallin H. Oaks, ‘Op zijn eigen tijd en wijze ’, Liahona , augustus 2013, 24.)
Zuster Rebecca L. Craven van het algemeen jongevrouwenpresidium heeft gezegd hoe deze beginselen op het verkrijgen van een getuigenis van toepassing zijn:
10:46
Ik had een fijne ervaring met een lieve jongevrouw die me heel oprecht vroeg: ‘Zuster Craven, hoe weet je of er ook maar iets van de kerk waar is? Ik voel namelijk niets.’
Ik gaf niet direct antwoord maar stelde eerst wat vragen. ‘Vertel me eens over je persoonlijke Schriftstudie.’
Ze antwoordde: ‘Ik lees niet in de Schriften.’
Ik vroeg: ‘Lezen jullie thuis samen? Gebruiken jullie Kom dan en volg Mij samen?’
‘Nee’, zei ze.
Ik vroeg naar haar gebeden: ‘Wat voel je wanneer je bidt?’
Haar antwoord: ‘Ik bid niet.’
Mijn antwoord op haar vraag was eenvoudig: ‘Als je iets wilt weten, dan moet je iets doen.’
Geldt dat niet voor alles wat we willen leren of weten? Ik nodigde mijn nieuwe vriendin uit om het evangelie van Jezus Christus te gaan doen : bidden, studeren, anderen dienen en op de Heer vertrouwen. Bekering komt niet voort uit niets doen. Bekering komt door de macht van de Heilige Geest wanneer wij echt moeite doen om iets te weten te komen door te vragen, te zoeken en te kloppen. Het is het gevolg van doen. (Rebecca L. Craven, ‘Doen wat er het meest toe doet ’, Liahona , mei 2022, 62.)
Begin de les met een scenario zoals het volgende, waarbij iemand zijn of haar keuzevrijheid kan gebruiken om iets goeds te doen, of om pas te handelen als hij of zij daartoe genoodzaakt is.
Stel je voor dat je op straat loopt en ziet dat een oude man of vrouw valt. Wat ga je doen?
Ik neem de tijd om te zien of mijn hemelse Vader me aanspoort om te helpen.
Ik wacht of de bejaarde persoon me rechtstreeks om hulp vraagt.
Ik hoop dat iemand me vertelt wat ik moet doen.
Ik kijk meteen hoe ik de persoon die gevallen is kan helpen.
Vraag de cursisten na hun antwoorden waarom iemand voor de verschillende opties kan kiezen. Laat ze vervolgens Leer en Verbonden 58:26–29 lezen en zich afvragen wat voor invloed onze keuzes hebben op wie we uiteindelijk worden.
Laat de cursisten over een wedstrijd nadenken waarbij de jury de moeilijkheidsgraad meeweegt bij het bepalen van de score die iemand verdient. Mogelijke voorbeelden: turnen, kunstschaatsen of snowboarden. Verwijs de cursisten naar onze volmaakte Rechter, Jezus Christus, die volledig begrijpt met welke moeilijkheden ieder mens op aarde te maken heeft. Laat ze vervolgens Leer en Verbonden 58:1–4 lezen en nagaan wat ze over het oordeel van onze Heiland te weten komen.
Een manier om de cursisten hedendaagse relevantie in de leringen van de Heiland te laten inzien, is groepjes een exemplaar te geven van de citaten onder ‘Aanvullende bronnen’. Laat elk groepje de citaten lezen en bepalen welke zinsneden uit Leer en Verbonden 58:26–29 het meest van toepassing zijn. Vraag de cursisten vervolgens naar situaties waarin een tiener kan gebruiken wat er in die zinsneden en citaten staat.
Laat alle cursisten op een blaadje opschrijven waar ze de komende week zullen zijn (thuis, op school, in de kerk, op het voetbalveld enzovoort) en het in een bakje leggen. Haal willekeurig blaadjes uit het bakje en laat de klas creatieve manieren bespreken waarop iemand in die situatie of op die plek proactief iets goeds kan doen.
Help de cursisten bespreken hoe de waarheden in afdeling 58 op hun seminarie-ervaring van toepassing kunnen zijn door dit citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen weer te geven.
‘Een leerling die zijn keuzevrijheid gebruikt door in overeenstemming met correcte beginselen te handelen, stelt zijn hart open voor de Heilige Geest en staat open voor diens onderricht, macht en bevestigend getuigenis. Leren door geloof vereist geestelijke, mentale en fysieke inspanning en niet slechts passief luisteren. […]
‘De cursist moet geloof oefenen en zich die kennis actief eigen maken.’ (Zie David A. Bednar, ‘Zoek kennis door geloof ’, Liahona , september 2007, 20.)
Laat de cursisten keuzes beschrijven die ze vóór, tijdens en na een les kunnen maken, en die hun kennis en gevoelens in het seminarie ten goede of juist niet ten goede komen.
Laat ze eventueel bespreken hoe de beginselen in afdeling 58 en het citaat van ouderling Bednar hun leerervaring op school ook ten goede kunnen komen.