Het visioen van de koninkrijken van heerlijkheid aan Joseph Smith en Sidney Rigdon geeft ons duidelijkheid over de cruciale rol van Jezus Christus in het leven van allen die het celestiale koninkrijk beërven. Deze les is bedoeld om de cursisten de hoop te geven dat ze door Jezus Christus de verhoging kunnen ontvangen.
Mogelijke leeractiviteiten
Is het celestiale koninkrijk bereikbaar?
Luke is een jongeman met geloof in God, die zijn best doet om rechtvaardig te leven. Hij wil waardig zijn om na dit leven bij God te wonen. Luke ziet echter in dat hij niet altijd de geboden onderhoudt en verre van volmaakt is. Soms raakt hij door zijn zwakheden ontmoedigd en dan denkt hij dat het onmogelijk is om voor het celestiale koninkrijk in aanmerking te komen.
Hoe kunnen andere tieners zich in Luke inleven?
Wat klopt er wel en niet aan zijn denkwijze? Waarom?
Visioen van het celestiale koninkrijk
Je herinnert je misschien dat Joseph Smith en Sidney Rigdon een groot visioen zagen toen ze aan hun geïnspireerde vertaling van de Bijbel werkten. Als onderdeel van dit visioen leerden ze dat de hemel verschillende graden of koninkrijken van heerlijkheid bevat. In deze les concentreren we ons op wat Joseph en Sidney leerden over het celestiale koninkrijk en over hen die dit koninkrijk beërven.
Wat was voor jou van betekenis in deze tekst? Waarom?
Hoe zou je de invloed beschrijven die Jezus Christus heeft op de mensen die het celestiale koninkrijk beërven?
Wat betekent het om door Jezus Christus tot volmaking te komen?
Hoe kan dit beginsel ons meer hoop geven dat wij en anderen op een dag het celestiale koninkrijk kunnen beërven?
Hoop door Jezus Christus
Hoop door Jezus Christus
Waarom heb ik de hulp van Jezus Christus nodig om tot volmaking te komen?
Ouderling J. Devn Cornish van de Zeventig heeft gezegd:
Leden vragen vaak net als ik: ‘Ben ik als mens wel goed genoeg?’ of ‘Ga ik het celestiale koninkrijk wel halen?’ ‘Goed genoeg zijn’ bestaat uiteraard helemaal niet. Niemand kan zijn heil ‘verwerven’ of ‘verdienen’, maar het is normaal dat we ons afvragen of we voor de Heer aanvaardbaar zijn. Zo interpreteer ik die vragen tenminste. […]
Laat ik openhartig en duidelijk zijn. De antwoorden op de vragen ‘Ben ik goed genoeg?’ en ‘Ga ik het halen?’ zijn ‘Jazeker! U zult goed genoeg zijn’ en ‘Jazeker, u zult het halen als u zich blijft bekeren en niet rationaliseert of in opstand komt.’ De God van de hemel is geen hardvochtige scheidsrechter die op een excuus wacht om ons van het veld te sturen. Hij is onze volmaakt liefhebbende Vader, wiens grootste verlangen is dat we bij Hem terugkeren en eeuwig als gezin in zijn tegenwoordigheid wonen. Hij heeft echt zijn eniggeboren Zoon gegeven, opdat we niet verloren zouden gaan, maar het eeuwige leven zouden hebben! Geloof die eeuwige waarheid alstublieft en put er hoop en troost uit. Onze hemelse Vader wil dat we het halen! Dat is zijn werk en heerlijkheid. (J. Devn Cornish, ‘Ben ik goed genoeg? Ga ik het halen?’, Liahona, november 2016, 32–33.)
Wat kan ik doen om ‘tot volmaking [te] komen door Jezus’?
Zuster Carol F. McConkie, voormalig raadgeefster in het algemeen jongevrouwenpresidium, heeft gezegd:
Onze hoop op heiligheid is op Christus, zijn barmhartigheid en genade gericht. Door geloof in Jezus Christus en zijn verzoening kunnen wij rein en vlekkeloos worden, als wij ons van goddeloosheid onthouden [zie Moroni 10:32–33] en ons oprecht bekeren. We worden in water gedoopt tot vergeving van zonden. Onze ziel wordt geheiligd als we de Heilige Geest met open hart ontvangen. We nemen wekelijks deel aan de verordening van het avondmaal. Berouwvol en verlangend naar rechtschapenheid verbinden wij ons ertoe gewillig te zijn de naam van Christus op ons te nemen, Hem indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden opdat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben. Als wij er voortdurend naar streven om één te worden met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, hebben wij uiteindelijk deel aan hun goddelijke aard [zie 2 Petrus 1:4]. (Carol F. McConkie, ‘In prachtige heiligheid’, Liahona, mei 2017, 10.)
Ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
God [vindt] het veel belangrijker wie we zijn en wie we worden, dan wie we ooit waren. Hij vindt het belangrijk dat we het blijven proberen. (Dale G. Renlund, ‘Heiligen der laatste dagen blijven het proberen’, Liahona, mei 2015, 56.)
Als de cursisten voldoende tijd voor hun studie hebben gehad, vraagt u ze wat ze hebben geleerd en gevoeld. U kunt dat bijvoorbeeld doen door ze aan het scenario van het begin van de les te herinneren. U kunt ze vragen een antwoord aan Luke te schrijven, om hem de hoop te geven dat hij het celestiale koninkrijk kan bereiken. Laat ze de leringen uit Leer en Verbonden 76 en iets uit een of meer van de bestudeerde uitspraken in hun antwoord betrekken. De cursisten kunnen hun antwoord vervolgens in koppels bespreken of samenvatten, of klassikaal delen.
Overdenken wat je hebt geleerd
Geef de cursisten tot slot de tijd om na te denken over wat ze vandaag hebben geleerd en gevoeld. U kunt de volgende vragen tonen en de cursisten de tijd geven deze in hun studiedagboek te beantwoorden:
Wat heb je vandaag geleerd of gevoeld waardoor Jezus Christus je hoop heeft geboden?
Hoe is wat je hebt geleerd of gevoeld van invloed op hoe je je leven wil leiden?