Dagboek, 9–11 november 1835

Zie voor afbeeldingen en de volledige transcripten van de oorspronkelijke beschrijvingen van het eerste visioen ‘Primary Accounts of Joseph Smith’s First Vision of Deity’.

Omdat ik in verwarring verkeerde over godsdienst en zag wat de verschillende kerken de mensenkinderen leerden, wist ik niet wie er gelijk had en wie geen gelijk had. Ik achtte het evenwel van het grootste belang dat ik het bij het juiste eind had in kwesties met eeuwigdurende gevolgen. Het was deze innerlijke onrust die mij ertoe aanzette om naar een stil bos te gaan en voor de Heer neer te knielen. Vooral omdat het meer dan ooit tot mij doordrong dat Hij (als de Bijbel waar was) had gezegd: ‘Bid, en u zal gegeven worden; klop, en er zal voor u opengedaan worden; zoek, en u zult vinden’, en ook: ‘Als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt.’

Ik wilde niets liever dan een antwoord en omdat ik vastbesloten was dat te krijgen, riep ik de Heer voor het eerst aan op de plek die ik hiervoor genoemd heb. Het bleek echter, zogezegd, een vruchteloze poging, want mijn tong leek in mijn mond op te zwellen, zodat ik niets kon zeggen. Ik hoorde een geluid achter me, alsof er iemand op mij af liep. Ik probeerde weer te bidden, maar dat lukte mij niet. De voetstappen leken dichterbij te komen. Ik sprong op en keek om mij heen, maar ik zag niets of niemand die het geluid van voetstappen veroorzaakte.

Ik knielde nogmaals. Ik opende mijn mond en mijn tong werkte weer. Ik riep de Heer in machtig gebed aan. Er verscheen een kolom van vuur boven mijn hoofd. Die rustte weldra op me en vervulde mij met onuitsprekelijke vreugde. Midden in deze vlammende kolom, die overal rondom was, maar niets verteerde, verscheen een Persoon. Al snel verscheen er nog een Persoon, die op de eerste leek. En Hij zei tegen mij: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ Hij getuigde tot mij dat Jezus Christus de Zoon van God is. En ik zag in dit visioen vele engelen. Ik was ongeveer 14 jaar toen ik deze eerste boodschap kreeg.