‘“Kerkgeschiedenis”, 1 maart 1842 (Wentworth-brief)’, Joseph Smiths beschrijvingen van het eerste visioen (2020)
‘“Kerkgeschiedenis”, 1 maart 1842 (Wentworth-brief)’, Joseph Smiths beschrijvingen van het eerste visioen
‘Kerkgeschiedenis’, 1 maart 1842 (Wentworth-brief)
Toen ik zo rond de 14 jaar was, begon ik over mijn toekomstige eeuwige staat na te denken en hoe ik mij daarop kon voorbereiden. Door de vragen die ik over het heilsplan stelde, merkte ik dat de godsdienstige opvattingen nogal uiteenliepen. Als ik naar de ene kerk ging, spraken ze over het ene plan, en in een andere over een ander plan. Iedere gezindte verwees naar haar eigen geloofsbelijdenis als zijnde het hoogste goed. Ik vond dat ze niet allemaal gelijk konden hebben en dat God niet de oorsprong van zo veel verwarring kon zijn. Ik besloot het onderwerp verder te onderzoeken. Ik geloofde niet dat God zijn kerk in groepen zou opsplitsen, en evenmin dat Hij het ene genootschap zou opdragen Hem op de ene manier te aanbidden en verordeningen te bedienen, en een ander genootschap beginselen zou leren die volkomen tegengesteld waren. Omdat ik het woord van God geloofde, had ik vertrouwen in de uitspraak van Jakobus: ‘Als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt.’
Ik ging naar een afgelegen plek in het bos en begon de Heer aan te roepen. Terwijl ik vurig mijn smeekbede opzond, was ik mij niet meer bewust van mijn omgeving en ging ik geheel op in een hemels visioen, waarin ik twee glorierijke Personen zag die elkaars evenbeeld waren, omringd door stralend licht dat de helderheid van de zon overtrof. Ze zeiden dat alle kerkgenootschappen in verkeerde leerstellingen geloofden en dat geen ervan door God als zijn kerk en koninkrijk erkend werd. Mij werd uitdrukkelijk verboden ‘mij bij een daarvan aan te sluiten’. Tegelijk kreeg ik de belofte dat de volheid van het evangelie in de toekomst aan mij zou worden bekendgemaakt.