Seminarie
Kolossenzen 1–2


Kolossenzen 1–2

‘Geworteld en opgebouwd in Hem’

Afbeelding
Afbeelding die de wortels van een boom die onder winderige omstandigheden groeit laat zien.

Net zoals er natuurkrachten zijn die een boom kunnen ontwortelen of vernietigen, zijn er geestelijke krachten die proberen ons te ontwortelen van ons geestelijk fundament in Jezus Christus (zie Helaman 5:12). Paulus schreef zijn brief aan de Kolossenzen omdat hun geloof bedreigd werd door valse leringen en praktijken. In deze les leer je krachten die je geloof bedreigen herkennen, en leer je manieren waarop je standvastiger in Jezus Christus kunt zijn.

In welke opzichten lijk je op een boom?

1. Maak een tekening van je favoriete fruitboom en volg de instructies om er gedurende de les steeds iets aan toe te voegen:

  • Bedenk hoe jij op deze boom lijkt. Denk bijvoorbeeld aan krachten die je geloof in Christus proberen te ontwortelen of vernietigen. Bedenk waarom je hulp nodig hebt om die krachten te kunnen weerstaan en van de vruchten van het evangelie te genieten.

Paulus gebruikte het symbool van een boom om de heiligen in Kolosse duidelijk te maken hoe belangrijk hun band met Jezus Christus is. Hij gebruikte het ook om ze weerbaar te maken tegen valse leringen en praktijken die hun geloof in Jezus Christus bedreigden. Streef naar inspiratie van de Heilige Geest om de woorden van Paulus beter te begrijpen en pas ze toe in je leven.

Vruchten van de boom

Denk na over de vruchten van de boom die je hebt getekend en waarom je daarvan houdt.

Lees Kolossenzen 1:10–22. Let op de ‘vruchten’ (of zegeningen) die Paulus beschrijft, en bedenk waarom je die vruchten verlangt. Teken vruchten op je boom en schrijf er de leringen van Paulus bij.

  • Welke vruchten of zegeningen noemt Paulus?

  • Van welke van deze vruchten geniet je op dit moment?

  • Van welke zou je willen gaan genieten? Waarom?

Schrijf de volgende uitspraak in je studiedagboek en neem je antwoorden op de vorige vraag in de eerste lege plek op:

  • Als ik wil, dan moet ik .

Lees Kolossenzen 1:23 en ga na wat er volgens Paulus nodig is om deze vruchten te ontvangen. Vul op de tweede lege plek je bevindingen in.

  • Hoe ziet ‘in het geloof [blijven], gefundeerd en vast’ er in de praktijk uit? (Kolossenzen 1:23.)

  • Wat weet je over Jezus Christus dat je aanmoedigt om gefundeerd en vast in Hem te blijven?

  • Welke andere waarheden over Hem heb je in deze verzen gevonden die je vertrouwen of verlangen om gefundeerd en vast in Hem te zijn, vergroten?

Lees Kolossenzen 2:6–7 en ga na wat Paulus over de wortels van onze boom leerde. Maak op basis van wat hij zegt bijschriften bij de grond rondom je boom.

  • Waar moeten we volgens Paulus onze wortels planten?

  • Wat houdt het in om ‘geworteld’ in Christus te zijn?

  • Hoe worden we gefundeerd en vast als we ons in Jezus Christus wortelen? Hoe ziet dat eruit?

Denk aan iemand die je kent die laat zien dat hij of zij gefundeerd, vast en geworteld in Christus is.

Hieronder staan twee voorbeelden van mensen die in Christus geworteld zijn. Algemeen jongemannenpresident Steven J. Lund gaf een voorbeeld van zijn ernstig zieke zoon die zijn priesterschapstaken trouw bleef vervullen. Bekijk zo mogelijk ‘Vreugde in Christus vinden’ vanaf tijdcode 0:09 tot 3:57 om dit verhaal te horen.

Broeder M. Joseph Brough, die lid van het algemeen jongemannenpresidium was, vertelde een verhaal over zijn tienerdochter die trouw de moeilijkheden doorstond van verhuizen naar een ander gebied vanwege de zendingsroeping van haar ouders. Bekijk indien mogelijk ‘Hef uw hoofd op en verblijd u’ vanaf tijdcode 5:48 tot 7:48 om dit verhaal te horen.

Teken diepe en sterke wortels voor je boom. Schrijf bij enkele wortels eigenschappen van deze mensen of dingen die ze doen, waardoor je je stevig met Jezus Christus verbonden voelt.

Lees Kolossenzen 1:23; 2:6–7 nog eens door. Lees vervolgens Kolossenzen 2:8, 12 en het volgende citaat van president Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium. Schrijf bij de wortels van je boom andere manieren waarop we ons steviger met de Heiland kunnen verbinden.

Afbeelding
Officiële portretfoto van president Dallin H. Oaks, gedateerd maart 2018.

We moeten stevig geworteld zijn in en bekeerd raken tot het evangelie van Jezus Christus (zie Kolossenzen 2:6–7). We bereiken deze bekering door gebed, door Schriftstudie, door dienstvaardigheid en door regelmatig van het avondmaal te nemen, opdat zijn Geest altijd bij ons zal zijn. We moeten ook streven naar die machtige verandering van hart (zie Alma 5:12–14) die kwade verlangens en zelfzuchtige zorgen vervangt door de liefde van God en het verlangen om Hem en zijn kinderen te dienen.

(Dallin H. Oaks, ‘De gelijkenis van de zaaier’, Liahona, mei 2015, 35.)

  • In welke opzichten zou je leven anders zijn als je steviger gefundeerd en vaster in Christus was?

Veel mensen maken wel keuzes die hun wortels in Christus kunnen verdiepen, maar de manier waarop ze die keuzes uitvoeren, levert niet altijd zinvolle resultaten op. Iemand kan bijvoorbeeld dagelijks in de Schriften lezen, maar niet de tijd nemen om in het gelezen materiaal waarheden te vinden, en die te overdenken en toe te passen. Vraag je af hoe jij je keuzes in praktijk kunt brengen en of je daarvoor veranderingen moet aanbrengen.

Ontwortelende krachten weerstaan

Net zoals er natuurkrachten zijn die een boom kunnen ontwortelen of vernietigen, zijn er geestelijke krachten die proberen ons te ontwortelen van ons geestelijk fundament in Jezus Christus.

Teken winden of stormen om je boom heen die je boom kunnen ontwortelen. Schrijf bij deze winden en stormen de krachten die je geestelijk kunnen ontwortelen, zodat je niet meer gefundeerd en vast in Jezus Christus bent. Lees in Kolossenzen 2:4, 8 over enkele krachten die de heiligen in Kolosse ondervonden.

  • Hoe kunnen de wortels die je vandaag hebt gevonden je helpen om de kracht van de Heiland te ontvangen om de krachten die je hebt gevonden te weerstaan?

Bekijk indien mogelijk ‘Geestelijke wervelwinden’ (2:24). Ga na hoe gefundeerd en vast zijn in Christus je kan helpen.

Zoek de hulp van onze hemelse Vader door de Heilige Geest om vast te stellen wat je goed doet en wat je beter kunt doen om meer gefundeerd en vast in Jezus Christus te worden. Schrijf je gedachten en indrukken in je studiedagboek en neem je voor om er gehoor aan te geven.

Facultatief: Wil je meer weten? 

Waarom moeten we in Christus geworteld zijn?

Ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd:

Afbeelding
Laatste officiële portretfoto van ouderling Neal A. Maxwell, gedateerd 1992.

De gebeurtenissen en omstandigheden van de laatste dagen maken het voor ons als leden van de kerk absoluut noodzakelijk om meer gefundeerd en vast, bevestigd en versterkt te worden (zie Kolossenzen 1:23; 2:7; 2 Petrus 1:12). Jezus zei tegen zijn discipelen: ‘Neemt u daarom in uw hart voor te doen wat Ik u zal leren en gebieden’ [Bijbelvertaling van Joseph Smith, Lukas 14:28]. Wanneer wij niet vastbesloten zijn, zal de beroering hevig zijn. Als wij het wél zijn, zullen wij niet ‘heen en weer geslingerd’ worden [Efeze 4:14], noch door geruchten of valse leerstellingen, noch door de houding en de intellectuele stromingen van de wereld. […]

Wij kunnen echter niet vastbesloten zijn de geboden van Jezus na te leven, tenzij wij eerst voor onszelf besloten hebben welke plaats Hij in ons leven inneemt. […] Bijgevolg hebben wij de taak ons ‘met de wil van God en niet met de wil van […] het vlees’ te verzoenen (2 Nephi 10:24).

(Neal A. Maxwell, ‘Overcome … Even As I Also Overcame’, Ensign, mei 1987, 70.)

Je kunt ook ‘Toevlucht voor de stormen van het leven’ bekijken vanaf tijdcode 0:00 tot 3:49 voor meer inzichten van ouderling Ricardo P. Giménez.

Kolossenzen 2:13–15. Wat leerde Paulus de heiligen in Kolosse over de symboliek van de kruisiging van de Heiland?

Paulus herinnerde de heiligen in Kolosse eraan dat God hen had vergeven (zie Kolossenzen 1:14, 20, 22). De beeldspraak die Paulus in Kolossenzen 2:14–15 gebruikt, benadrukt hoe de verzoening van Christus het mogelijk maakt dat onze zonden vergeven worden. In de tijd van Paulus was het gebruikelijk dat de Romeinen op een bord schreven welke misdaden de veroordeelde had begaan. Wanneer de misdadiger gekruisigd werd, werd het bord ook aan het kruis gespijkerd, zodat alle voorbijgangers het konden zien (zie Johannes 19:19–22). Paulus gebruikte deze beeldspraak in vers 13–15 om de Kolossenzen te leren dat ze vergeving hadden ontvangen. Het was alsof er een lijst met alle geestelijke beschuldigingen tegen de heiligen in Kolosse op een bord werd geschreven en aan het kruis gespijkerd. Door de kruisiging van Jezus Christus werd deze lijst uitgewist.

Afdrukken