Seminarie
Romeinen 1


Romeinen 1

‘Ik schaam mij niet voor het evangelie van Christus’

Afbeelding
Jongeman met bril leest buiten in de Schriften. (horiz)

Op een bepaald moment zullen we allemaal pal moeten staan voor wat we geloven. Paulus verklaarde aan de heiligen in Rome dat hij zich niet schaamde voor het evangelie van Christus (zie Romeinen 1:16). Zijn verlangen om de boodschap van het evangelie te verkondigen, was daarvan het bewijs. Deze les kan ertoe bijdragen dat je je er niet voor schaamt om als discipel van Jezus Christus bekend te staan.

Wat weet je al?

Stel je voor dat je een vriendin van een andere christelijke geloofsgemeenschap vertelt dat je in het seminarie het Nieuwe Testament bestudeert. Ze zegt dat ze het Nieuwe Testament heel mooi vindt, maar dat ze het soms moeilijk vindt om de brieven te begrijpen. Ze vraagt je wat je daarover weet. Doe de volgende quiz om te zien hoe goed je haar kunt antwoorden.

Doe de quiz in je studiedagboek. De juiste antwoorden staan aan het einde van deze les.

  1. Wat zijn de brieven?

    1. Officiële kerkelijke bekendmakingen van de profeet

    2. Toespraken van kerkleiders die in de loop der jaren zijn verzameld

    3. Diverse brieven van kerkleiders aan de heiligen

  2. Aan wie worden 14 van de 21 brieven in het Nieuwe Testament toegeschreven?

    1. Petrus

    2. Paulus

    3. Lukas

  3. Hoe werden de eerste 13 brieven ingedeeld?

    1. Chronologisch (op volgorde van wanneer ze geschreven zijn)

    2. Op belangrijkheid

    3. Op lengte

  4. Wie zijn enkele andere schrijvers van de brieven?

    1. Jakobus, Petrus, Johannes en Judas

    2. Jakobus, Petrus, Johannes en Stefanus

    3. Jakobus, Petrus, Johannes en Timotheüs

De brief aan de Romeinen

Paulus heeft aan het einde van zijn zendingsreizen een brief aan de heiligen in Rome geschreven: het boek Romeinen. Rome – de hoofdstad van het Romeinse rijk – was vergeven van de wereldse filosofieën en was een moeilijke plaats om het evangelie van Jezus Christus te prediken. Paulus schreef aan de Romeinse heiligen om hun geloof te versterken, hen op zijn komst voor te bereiden, zijn leringen te verhelderen en verdedigen, en om eenheid te bevorderen tussen de Joodse en de niet-Joodse kerkleden.

Zoek bij je studie van Romeinen 1 naar waarheden die je kunnen aanmoedigen om een discipel van Jezus Christus te zijn.

Ik schaam mij niet

Bekijk ‘Preparation of Joseph F. Smith: True Blue, Through and Through’ (1:31) op ChurchofJesusChrist.org. Je kunt dit verhaal ook lezen in Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith [1998], 104.

Lees Romeinen 1:15–17 en ga na wat president Joseph F. Smith en Paulus gemeen hadden. Markeer eventueel de woorden of zinsneden in deze verzen die je belangrijk vindt.

Misschien heb je de woorden ‘Ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus’ in Romeinen 1:16 gemarkeerd.

  • Als je kijkt naar wat je in het boek Handelingen hebt gelezen, hoe had Paulus laten zien dat hij zich niet schaamde om als christen bekend te staan?

  • Welke situaties zijn er tegenwoordig waarin jongeren juist pal zouden moeten staan voor het evangelie van Christus en zich er niet voor schamen?

Paulus wist dat Rome een moeilijke plek was om het evangelie na te leven en te prediken. Hij kreeg ook te maken met tegenstand van mensen die zijn leringen verkeerd begrepen of verwierpen. Desondanks wilde Paulus heel graag naar Rome gaan en daar prediken om anderen tot Christus te brengen (zie Romeinen 1:15).

Denk na over ervaringen waarbij jij, net als Paulus, de kans hebt gehad om pal te staan voor je geloof in Jezus Christus of dat uit te dragen. Maak een korte lijst in je dagboek. Schrijf op hoe graag je in die situaties je geloof wilde uitdragen.

  • Waarom schaamt een jongere zich misschien om als christen bekend te staan? Wat zouden jongeren kunnen doen als ze die gedachten of gevoelens hebben?

Voorbeelden uit de Schriften en hedendaagse voorbeelden

Neem twee van de volgende voorbeelden door van mensen die zich niet schaamden om van hun geloof in de Heer te getuigen. Denk na over de situaties waarin ze zich bevonden en zoek naar overeenkomsten tussen hun leven en dat van jou.

  • Als anderen je veroordelen: de vrouw die de voeten van Jezus met haar tranen waste (Lukas 7:36–50)

  • Wanneer je de confrontatie met je leeftijdgenoten moet aangaan: Abinadi en Alma (Mosiah 13:1–9; 17:1–4; 18:1–3)

  • Wanneer je het evangelie uitdraagt: Teren Bingham and Brandon McEuen (‘Same Jersey’ [5:01], ChurchofJesusChrist.org)

  • Wat sprak je aan in deze voorbeelden?

  • Hoe lieten deze mensen zien dat ze zich niet schaamden voor het evangelie van Christus?

  • Wie is in jouw leven een voorbeeld geweest van je niet schamen voor het evangelie van Jezus Christus? Hoe heeft diegene zijn of haar geloof laten zien?

In Romeinen 1:15–17 lezen we dat Paulus’ enthousiasme voor het evangelie van Christus deels voortkwam uit zijn inzicht dat ‘het evangelie van Christus […] een kracht van God tot zaligheid’ is voor al Gods kinderen. Met andere woorden, omdat Paulus wist dat niemand zonder het evangelie van Jezus Christus kan worden gered, wilde hij iedereen erover vertellen.

1. Beantwoord ten minste twee van de volgende vragen in je studiedagboek:

  • Hoe kan bedenken wat de Heiland voor jou heeft gedaan je helpen om je niet voor Hem en zijn evangelie te schamen?

  • Hoewel we soms geroepen worden om ons geloof op grote of dramatische wijze te verdedigen, wordt ons geloof meestal op kleine en eenvoudige manieren het beste getoond (zie Alma 37:6–7). Hoe zou je dagelijks leven verlopen, klinken of aanvoelen als je je niet schaamde voor het evangelie van Christus?

  • Maak de volgende zin af: Ik schaam me niet voor het evangelie van Jezus Christus, want …

De antwoorden zijn: (1) c; (2) b; (3) c; (4) a.

Facultatief: Wil je meer weten?

Hoe kan ik op een normale en natuurlijke manier mijn getuigenis geven?

Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Afbeelding
Officiële portretfoto van ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen, gedateerd 2006. Geroepen als tweede raadgever in het Eerste Presidium op 3 februari 2008. Officiële portretfoto uit 2008, ter vervanging van het portret uit 2004.

Ik weet dat sommigen onder ons gemakkelijker praten dan anderen. Dat hindert niet. De Heer maakt het voor ieder van ons mogelijk, op onze eigen manier, om anderen uit te nodigen om te komen zien en te komen helpen. Dan zal God zijn heilswerk doen, en zullen ze blijven komen.

Ik wil graag vijf suggesties doen waarmee iedereen kan deelnemen aan de grote opdracht van de Heiland om Israël te helpen vergaderen.

  1. Zoek toenadering tot God. […]

  2. Vul uw hart met liefde voor anderen. […]

  3. Probeer het pad van discipelschap te bewandelen. […]

  4. Vertel wat u in uw hart voelt. […]

  5. Vertrouw op de Heer en zijn wonderen.

(Dieter F. Uchtdorf, ‘Sharing the Gospel in Normal and Natural Ways’, ChurchofJesusChrist.org.)

Lees eventueel de hele toespraak met als titel ‘Zendingswerk: verkondigen wat u in uw hart voelt’ uit de algemene aprilconferentie 2019 op ChurchofJesusChrist.org.

Afdrukken