Romeinen 6
‘In een nieuw leven […] wandelen’
Het is niet gemakkelijk om onszelf aan God over te geven. Maar Jezus Christus belooft dat Hij ons, als we ons oude, zondige ik laten sterven, een nieuw leven zal geven en onze aard zal veranderen om meer op Hem te gaan lijken. Paulus heeft gezegd dat we door de verordening van de doop de transformerende kracht van de Heiland kunnen ontvangen om ons te helpen ‘in een nieuw leven [te] wandelen’ (Romeinen 6:4). Deze les kan je helpen om naar verandering door Jezus Christus te streven en beter te herkennen wanneer die veranderingen plaatsvinden.
-
Wat weet je nog van je doop?
-
Hoe ben je sinds je doop geestelijk veranderd?
Denk even na over je geestelijke vooruitgang. Je kunt jezelf vragen stellen zoals ‘Wordt mijn geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus sterker en mijn relatie met Hen beter?’ of ‘Wat voor invloed heeft wat ik over mijn Heiland heb geleerd op mijn houding en daden?’ Overweeg bij je studie van Romeinen 6 of je al meer op de Heiland begint te lijken, en hoe Hij je kan helpen om te blijven groeien en nog meer zoals Hij te worden.
Doop door onderdompeling symboliseert dood en opstanding
Symbolen in de Schriften leren herkennen en begrijpen is een waardevolle vaardigheid. Paulus gebruikte de symboliek van de doop door onderdompeling om de heiligen in Rome duidelijk te maken dat we ons oude, zondige leven moeten opgeven, zodat Jezus Christus ons kan veranderen en ons door zijn verzoening nieuw leven kan geven.
Lees Romeinen 6:3–8 en zoek naar symbolen die je meer over de Heiland kunnen leren. Het is wellicht nuttig om te weten dat er in de Joseph Smith Translation van vers 7 staat dat wie dood is voor zonde, van zonde bevrijd is.
-
Wat betekent volgens Romeinen 6:3–8 het afdalen in het water, ondergedompeld worden en weer tevoorschijn komen uit het water?
President Russell M. Nelson heeft gezegd:
De essentiële verordeningen van het evangelie symboliseren de verzoening. De doop door onderdompeling symboliseert de dood, begrafenis en opstanding van de Verlosser.
(Russell M. Nelson, ‘The Atonement’, Ensign, november 1996, 35.)
-
Hoe zou je Romeinen 6:4 als lering samenvatten?
Je kunt Romeinen 6:4 als volgt samenvatten: Door Jezus Christus kunnen we veranderen en ‘in een nieuw leven […] wandelen’.
-
Wat denk je dat het betekent om ‘in een nieuw leven [te] wandelen’? (Romeinen 6:4.)
-
Wanneer heb je ervaren dat je door de Heiland in een nieuw leven kon wandelen?
-
Waarom zouden onze hemelse Vader en Jezus Christus willen dat wij in een nieuw leven wandelen?
Zoals in vers 5–6 staat, onderwees Paulus dat ‘onze oude mens’ of ‘het lichaam van de zonde’ door het verbond en de verordening van de doop ‘met [Jezus Christus] gekruisigd is’ en ‘tenietgedaan [is] en wij niet meer als slaaf de zonde […] dienen.’
Neem even de tijd om na te denken over de zonden of zwakheden waarmee je worstelt en die je wilt uitbannen. Verderop in deze les kom je nog eens bij deze gedachten terug.
Wat kan ik veranderen?
-
Wat voor veranderingen zijn volgens jou gemakkelijk aan te brengen? Welke zijn moeilijk?
Paulus heeft het voorbeeld van de overwinning van de Heiland op de dood en de zonde gebruikt om ons te leren dat we onze zonden dankzij Hem ook kunnen overwinnen. Lees Romeinen 6:9–14 en ga na hoe Paulus de dood en opstanding van Christus koppelde aan hoe we zonde kunnen overwinnen.
Je kunt van zonde bevrijd worden
Lees Romeinen 6:16–18, 22–23 en let op de zegeningen van wandelen in een nieuw leven.
Facultatief: Wil je meer weten?
Op welke manieren kan ik veranderen?
Zuster Becky Craven, voormalig tweede raadgeefster in het algemeen jongevrouwenpresidium, heeft gezegd:
In ruil voor zijn onschatbare prijs voor ieder van ons vraagt de Heer van ons een verandering van hart. Bij de verandering die Hij van ons vraagt, heeft Hij geen baat, maar wij. […]
Nadat ze de woorden van koning Benjamin hadden gehoord, verklaarden de mensen dat hun hart was veranderd en riepen zij uit: ‘Dankzij de Geest van de almachtige Heer, die een grote verandering in ons […] heeft teweeggebracht, [zijn] wij niet meer geneigd om kwaad te doen, maar wél om voortdurend goed te doen’ [Mosiah 5:2]. In de Schriften staat niet dat ze onmiddellijk volmaakt werden, maar dat hun verlangen naar verandering hen tot handelen aanzette. Hun verandering van hart betekende dat zij de natuurlijke mens aflegden en zich aan de Geest overgaven in hun streven om meer op Jezus Christus te gaan lijken.
(Becky Craven, ‘Blijvende verandering’, Liahona, november 2020, 58.)