Seminarie
Kerkleerbeheersing: 2 Thessalonicenzen 2:1–3


Kerkleerbeheersing: 2 Thessalonicenzen 2:1–3

‘De dag van Christus […] komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is’

Image of man at a desk writing on parchment

In de vorige les heb je geleerd dat er vroeger geprofeteerd werd dat er vóór de wederkomst van Jezus Christus een afval van zijn kerk zou plaatsvinden (zie ‘2 Thessalonicenzen 2’). In deze les ga je deze tekstverwijzing en kerngedachte van 2 Thessalonicenzen 2:1–3 uit het hoofd leren, de leer van de afval uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op een praktijksituatie toepassen.

Cursisten helpen om in geloof met vragen om te gaan. ‘Veel van onze cursisten zijn met een gelovig hart gezegend. De meeste cursisten hebben vragen, geen twijfels. De manier waarop we kerkleerbeheersing benaderen, dient geloof te bevestigen en de cursisten te helpen zelf vragen te beantwoorden en ze te leren anderen te helpen. We moeten daarbij vermijden dat er twijfel kan ontstaan of hun geloof afneemt.’ (Zie Chad H Webb, ‘Kerkleerbeheersing’ [toespraak tijdens de jaarlijkse instructie-uitzending van seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs, 14 juni 2016].)

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten over de volgende vraag nadenken en zich voorbereiden om uit te leggen hoe ze die zouden beantwoorden: ‘Waarom moest God aan Joseph Smith verschijnen om zijn kerk te herstellen als het christendom al gevestigd was en veel mensen al in de Bijbel geloofden?’

Mogelijke leeractiviteiten

Deze les wordt gegeven na ‘2 Thessalonicenzen 2’, de contextuele les voor de Schrifttekst kerkleerbeheersing 2 Thessalonicenzen 2:1–3. Als deze les om roostertechnische redenen naar een andere week moet worden verplaatst, zorg dan dat u de contextuele les ook verplaatst.

Uit het hoofd leren en uitleggen

Toon alleen de tekstverwijzing 2 Thessalonicenzen 2:1–3 en laat de cursisten de volgende vraag beantwoorden.

Leer de tekstverwijzing en kerngedachte van 2 Thessalonicenzen 2:1–3 uit het hoofd. Een manier om dit te doen is met de volgende activiteit (of een soortgelijke activiteit met de app Kerkleerbeheersing):

De cursisten kunnen de volgende activiteit individueel doen, of klassikaal op het bord.

Schrijf 2 Thessalonicenzen 2:1–3: ‘De dag van Christus […] komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is’ in je studiedagboek of op je digitale apparaat.

Zeg de tekstverwijzing en kerngedachte een paar keer hardop of in gedachten op.

Wis of verwijder een gedeelte, zoals ‘eerst de afval’, en probeer de volledige tekstverwijzing en kerngedachte nogmaals op te zeggen.

Ga verder met gedeelten wissen of verwijderen totdat je de hele tekstverwijzing en kerngedachte uit het hoofd kunt opzeggen.

Je herinnert je misschien dat je bij je studie van 2 Thessalonicenzen 2 hebt geleerd dat er vroeger geprofeteerd werd dat er vóór de wederkomst van Jezus Christus een afval van zijn kerk zou plaatsvinden.

In plaats van de cursisten een uitleg van de grote afval als onderdeel van de volgende activiteit te laten opschrijven, kunt u ze in groepjes van twee beurtelings de grote afval aan elkaar laten uitleggen. Als de cursisten de leer van de afval en de herstelling nog niet goed genoeg beheersen voor deze activiteit, kunt u enkele minuten de tijd nemen om de stof uit de vorige les door te nemen.

Schrijf op wat de grote afval is en waarom die plaatsvond. Schrijf alsof je de afval aan een kind uitlegt. Gebruik de waarheden uit 2 Thessalonicenzen 2:1–3 in je uitleg en vertel waarom een volledige herstelling van de kerk van Christus noodzakelijk was.

Toepassing

Geef de cursisten zo nodig de gelegenheid om de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis door te nemen. U kunt dit bijvoorbeeld doen door de volgende koppelopdracht te laten zien, zodat ze die zelf met een klasgenoot of in kleine groepjes kunnen doen. U kunt de opdracht ook digitaal via een online spel afnemen als de cursisten een apparaat hebben dat daarvoor geschikt is. De juiste antwoorden zijn (1) c; (2) a; (3) b.

Verderop in deze les krijg je de gelegenheid om iemand te helpen de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis toe te passen. Probeer de volgende uitspraken te koppelen aan het beginsel voor het verkrijgen van geestelijke kennis dat die uitspraak beschrijft om te zien hoe goed je deze beginselen kent.

  1. ‘Oprechte zoekers naar waarheid moeten alert zijn op onbetrouwbare informatiebronnen.’

  2. ‘Vertrouw God en wend je eerst tot Hem door oprecht gebed, studie van zijn leringen en gehoorzaamheid aan zijn geboden.’

  3. ‘Plaats [vragen] in de context van het heilsplan en de leringen van de Heiland.’

a. In geloof handelen.b. Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken. c. Streven naar meer inzicht met behulp van bronnen die God heeft aangewezen.

Als je deze beginselen verder wilt doornemen, lees dan alinea 5–12 in het gedeelte ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022).

Laat de cursisten bij de volgende toepassingsactiviteit aan hun voorbereiding op de les denken.

Stel je voor dat je aan het sms’en bent met je vriend Richard, die lid is van een andere christelijke kerk. Hij is erg toegewijd aan Jezus Christus en studeert vaak in de Bijbel. In een van zijn berichtjes zei Richard: ‘Vandaag zei mijn pastor dat ze in jouw kerk geloven dat jullie de enige ware kerk zijn en dat elke andere kerk een valse kerk is. Is dat waar? Ik voel me door mijn kerk dicht bij God. Dan moet dat toch wel een kerk van God zijn?’

  • Waarom is het normaal dat leden van andere kerken dergelijke vragen hebben?

  • Hoe kun je op christelijke wijze op Richard reageren?

Je stuurt Richard een berichtje terug waarin je hem bedankt voor zijn goede vraag. Je vraagt hem of hij het goed vindt dat je hem de volgende dag antwoord geeft, en hij stemt daarmee in.

Gebruik de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis om een antwoord op Richards vraag voor te bereiden. Zorg dat je alle drie de beginselen gebruikt. Gebruik de volgende vragen en activiteiten om je antwoord voor te bereiden.

De cursisten kunnen de volgende vragen met een klasgenoot of in groepjes bespreken voordat ze hun antwoord opschrijven.

Het kan nuttig zijn als de cursisten een kopie van hun antwoord inleveren zodat u ernaar kunt kijken. Zorg ervoor dat de cursisten de leer van de afval en de herstelling en de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis goed begrijpen.

Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen

Hoe kun je Richard helpen met behulp van de waarheden in 2 Thessalonicenzen 2:1–3 ?

Zoek nog minstens drie andere Schriftteksten, toespraken of artikelen op die in deze situatie nuttig zouden zijn. Je kunt de volgende bronnen gebruiken:

  1. Lees de lemma’s ‘ Afval ’ en ‘ Herstelling van het evangelie ’ in de Gids bij de Schriften. Deze lemma’s zijn te vinden op scriptures.ChurchofJesusChrist.org.

  2. Ga naar het lemma ‘Apostasy’ (Afval) in Gospel Topics (topics.ChurchofJesusChrist.org).

  3. Lees de Schriftteksten en citaten uit de les ‘2 Thessalonicenzen 2’ of uit ‘Les 1: De boodschap van de herstelling van het evangelie van Jezus Christus’ in Predik mijn evangelie (2018), 31–46.

  • Welke Schriftteksten of andere bronnen heb je gevonden die je helpen om Richard te antwoorden?

Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

  • Welke waarheden over onze hemelse Vader en Jezus Christus zou je Richard willen aanreiken die hem de noodzaak van de herstelling duidelijk maken?

In geloof handelen

  • Wat kun je Richard laten doen zodat hij zelf kan ontdekken waarom de herstelling van de kerk van Christus noodzakelijk was?

  • Wat voor ervaringen kan Richard verwachten als hij dat doet?

  • In welk opzicht handel je in geloof door hem uit te nodigen om actie te ondernemen?

Moedig de cursisten aan om hun antwoorden aan de klas te vertellen, inclusief nuttige Schriftteksten, toespraken of artikelen die ze hebben gevonden. Als er voldoende tijd is, kunt u vrijwilligers vragen om te vertellen hoe zij hun getuigenis van de herstelling hebben gekregen.

Herhaling kerkleerbeheersing

Neem aan het begin of eind van een les maximaal drie tot vijf minuten de tijd om de tekstverwijzing en kerngedachte van deze Schrifttekst kerkleerbeheersing door te nemen. Gebruik daarvoor de activiteit uit deze les.