Bij je studie van Hebreeën 12:9 heb je je verdiept in je relatie tot God, die ‘de Vader van de geesten’ is, en wat voor uitwerking die relatie op je kan hebben. In deze les ga je de tekstverwijzing en kerngedachte van Hebreeën 12:9 uit het hoofd leren, de leer uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op een praktijksituatie toepassen.
Mogelijke leeractiviteiten
Uitleggen en uit het hoofd leren
In de vorige les heb je geleerd dat God de Vader van onze geest is. Stel je voor dat je met een vriend(in) praat die vragen heeft over zijn of haar identiteit. Gebruik Hebreeën 12:9 om je vriend(in) te helpen. Verwerk eventueel het volgende in je reactie aan je vriend(in):
Wat het betekent dat we kinderen van God zijn en waarom het belangrijk is om dat te weten.
Hoe begrip van deze waarheid onze identiteit en ons gevoel van eigenwaarde kan beïnvloeden.
Manieren waarop de wereld probeert onze kennis over wie we zijn en onze relatie tot God te beïnvloeden, en waarom we die invloeden moeten weerstaan.
Praktische toepassing
Om de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis te herhalen, kunt u de volgende kernwoorden overwegen:
Geloof
Perspectief
Bronnen
Beantwoord de volgende vragen. Neem indien nodig alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022) door.
Wat hebben deze woorden met de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis te maken?
Waarom is het belangrijk om deze beginselen te begrijpen en toe te passen?
_______________________(Naam) is een jongere die __________________________________________________________________ (situatie of conflict). Daardoor voelt hij/zij zich ____________________________________________________________. Wat zijn/haar relatie tot God betreft, vindt hij/zij ___________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________.
Een afgemaakt scenario kan er bijvoorbeeld zo uitzien:
Lianne is een jongere die in veel buitenschoolse activiteiten uitblinkt. Haar leeftijdsgenoten kijken naar haar op. Daardoor voelt ze zich gelukkig. Wat haar relatie tot God betreft, vindt ze dat haar leven nu al op rolletjes loopt en dat ze geen behoefte aan Hem heeft.
Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken
Hoe zou onze hemelse Vader die persoon zien? Waarom is het belangrijk dat deze persoon weet hoe onze hemelse Vader hem of haar ziet?
Wat voor invloed kan een beter begrip van zijn of haar goddelijke identiteit als kind van God op de persoon in deze situatie hebben?
Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen
Wat heb je uit je studie van Hebreeën 12:9 geleerd dat in deze situatie van pas kan komen?
Welke andere bronnen kan de persoon in je scenario zelf bestuderen om meer inzicht te krijgen?
In geloof handelen
Aan welke persoonlijke of andere ervaringen denk je bij in geloof handelen? Hoe kun je die gebruiken om de persoon in je scenario te helpen?
Welke aanbevelingen kun je de persoon in je scenario geven om hem of haar te helpen in geloof te handelen?