Jakobus 2

‘Als [geloof] geen werken heeft, [is het] in zichzelf dood’

Kan er een verschil zijn tussen iemand die zegt in Jezus Christus te geloven en iemand die geloof in Jezus Christus oefent? Jakobus maakte het belangrijke onderscheid dat waar geloof in Jezus Christus niet alleen tot uiting komt in wat iemand vindt of zegt, maar ook in wat hij doet. In deze les onderzoek je hoe je door rechtschapen daden meer geloof in Jezus Christus kunt oefenen.

Cursisten helpen actief mee te doen. Bedenk bij uw voorbereiding op de les wat de cursisten zullen doen. Moedig de cursisten aan om actief van de Schriften en van elkaar te leren. Als de cursisten dat doen, neemt hun vertrouwen in hun vermogen om van de Schriften te leren toe. De cursisten zullen dan ook meer geneigd zijn om toe te passen wat ze leren.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten aan iemand in hun omgeving denken die een groot geloof in Jezus Christus heeft. Laat de cursisten deze persoon zo mogelijk vragen stellen zoals: ‘Hoe beïnvloedt je geloof in Jezus Christus je daden en gedrag? Wat doe je anders door je geloof in Jezus Christus?’ Laat de cursisten zich voorbereiden om te vertellen wat ze hebben geleerd.

Mogelijke leeractiviteiten

Zegeningen ontvangen is als het aansteken van een vuur

Maak eventueel een tekening van een vuur op het bord.

Streef je naar een zegening of antwoord van je hemelse Vader op je gebed? Vergelijk het streven naar die zegeningen met het aansteken van een vuur om daarvan licht en warmte te ontvangen.

• Welke stappen zou je nemen om een vuur te maken?

• Hoe belangrijk is het aansteken van een lucifer?

Lees het volgende citaat van ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf Apostelen waarin hij uitlegt hoe zegeningen ontvangen te vergelijken is met het aansteken van een vuur. Je kunt ook ‘Talrijke zegeningen’, op ChurchofJesusChrist.org, bekijken vanaf tijdcode 1:02 tot 3:27.

Laten we […] hemelse zegeningen [vergelijken] met een grote stapel hout. […] Deze houtstapel bevat een enorme hoeveelheid brandstof, genoeg voor dagenlang licht en warmte. […]

De energie in de houtstapel komt pas vrij als het aanmaakhout met de lucifer wordt aangestoken. Het aanmaakhout gaat al snel branden en zet de grotere stukken hout in vuur en vlam. […]

Het aansteken van de lucifer en het aanmaakhout is een kleine handeling waardoor de potentiële energie van het hout vrij kan komen. Totdat de lucifer wordt aangestoken, gebeurt er niets – hoe groot de houtstapel ook is. […]

Voor de meeste zegeningen die God ons wil geven, is er van onze kant ook actie vereist – actie gebaseerd op ons geloof in Jezus Christus. […] De vereiste actie is evenwel altijd gering in vergelijking tot de zegeningen die we uiteindelijk ontvangen.

(Dale G. Renlund, ‘Talrijke zegeningen’, Liahona, mei 2019, 70.)

• Wat leer je van de vergelijking die ouderling Renlund maakt?

• Wat betekent het om ‘gebaseerd op ons geloof in Jezus Christus’ te handelen?

Laat de cursisten eventueel over de volgende vragen nadenken en ze in hun studiedagboek beantwoorden.

Denk na over de volgende vragen:

• Op welke manieren heb jij geloof in Jezus Christus? Wat doe je vanwege dat geloof?

• Welke antwoorden en andere zegeningen heb je van God ontvangen door geloof in Jezus Christus te oefenen? Zijn er nog meer manieren waarop je denkt dat de Heer wil dat je in geloof handelt? Waarom?

Bid dat je hemelse Vader je tijdens je studie zal leiden bij je zoektocht naar antwoorden op deze vragen.

Geloof in Jezus Christus

Jakobus gebruikte een andere gelijkenis om ons te leren hoe belangrijk het is om met geloof in Jezus Christus te handelen.

Lees Jakobus 2:14–16 en probeer je voor te stellen wat je zou denken als je getuige was van deze situatie. (‘Zonder kleding’ in vers 15 betekent schamel gekleed zijn.)

Overweeg om twee cursisten voor de klas te laten komen. Laat een van de cursisten de bedelaar spelen en de andere de persoon die de bedelaar kan helpen. Laat een derde cursist Jakobus 2:15–16 voorlezen terwijl de andere twee uitbeelden wat er in de verzen geschreven staat.

• Wat leer je van de vergelijking die Jakobus maakt?

Lees Jakobus 2:17–18, 26 (zie ook Jakobus 1:22) en zoek naar een waarheid die Jakobus met deze gelijkenis illustreerde.

Jakobus 2:17–18 is een Schrifttekst kerkleerbeheersing. Overweeg om Schriftteksten kerkleerbeheersing zo te markeren dat je ze makkelijk kunt terugvinden.

• Hoe zou je samenvatten wat Jakobus leerde?

Jakobus heeft onder meer gezegd dat waar geloof in Jezus Christus rechtschapen handelen vereist.

• Waarom zou Jezus Christus willen dat wij ons geloof in daden omzetten?

Wijs er eventueel op dat een van de terugkerende leringen in de brief van Jakobus is dat we voor de armen, zieken en behoeftigen moeten zorgen (zie Jakobus 1:27 ; 2:1–9 ; 5:14–15). Door dergelijke daden tonen we ons geloof in Jezus Christus.

• Hoe motiveert het indachtig zijn van de Heiland Jezus Christus en zijn goedheid ons om naar ons geloof te handelen?

Voorbeelden van gelovig handelen

Het kan inspirerend zijn om te denken aan voorbeelden van mensen die naar hun geloof in Jezus Christus handelen. Lees Jakobus 2:21–25 en wijs voorbeelden aan van mensen in het Oude Testament die in geloof handelden.

Als dat de cursisten ten goede komt, kunt u eventueel de volgende of door uzelf bedachte vragen stellen:

• Hoe werd Abraham vanwege zijn werken genoemd? (Zie Jakobus 2:23 .) Waarom leidden zijn gelovige daden tot deze titel?

• Hoe kunnen onze werken ons geloof versterken en vervolmaken? (Zie Jakobus 2:22 .)

Het kan ook helpen om uit te leggen dat Rachab haar geloof oefende door haar leven op het spel te zetten om de dienstknechten van God te beschermen (zie Jozua 2:1, 3 ; 6:17, 23, 25 ; Hebreeën 11:31).

Overweeg om de cursisten hun antwoorden op de volgende vragen te laten opschrijven op twee strookjes papier. De cursisten kunnen hun voorbereiding op de les voor deze activiteit gebruiken.

• Kun je iemand uit je eigen leven of uit de Schriften bedenken die zijn of haar geloof in Jezus Christus in daden omzette? Wat leer je van dat voorbeeld?

• Op welke manier is Jezus Christus een voorbeeld van rechtschapen werken? Hoe kunnen we door onze rechtschapen daden meer op Hem gaan lijken?

Als de cursisten hun antwoorden hebben opgeschreven, laat u ze beide strookjes papier dubbelvouwen en er één in elke hand houden. De cursisten kunnen vervolgens door het lokaal gaan en iemand kiezen om hun antwoord aan te vertellen. Elke cursist kan vervolgens de rechter- of linkerhand van de andere cursist kiezen om naar diens antwoorden te luisteren. De cursisten kunnen deze activiteit herhalen met andere cursisten.

Zegeningen ontvangen door in geloof te handelen

President Russell M. Nelson gaf de volgende uitdaging met betrekking tot ons geloof en onze daden:

Iets goed doen, vergt inzet. Een waar discipel van Jezus Christus worden, is daar geen uitzondering op. Uw geloof vergroten en op Hem vertrouwen, kost moeite. […]

Wat zou u doen als u meer geloof had? Denk daar eens over na. Schrijf het op. Ontvang dan meer geloof door iets te doen dat meer geloof vergt.

(Russell M. Nelson, ‘Christus is opgestaan – met geloof in Hem kunt u bergen verzetten’, Liahona, mei 2021, 103.)

Denk na over de volgende vragen:

• Wat zou je doen als je meer geloof had?

• Welke stappen kun je nemen om naar je ingevingen te handelen?

Neem even de tijd om naar je ingevingen te gaan handelen. Afhankelijk van wat je denkt te moeten doen, kun je bijvoorbeeld een sms’je sturen, een gebed uitspreken, een herinnering in je agenda zetten of plannen wat je gaat doen.

Vraag of er cursisten zijn die willen vertellen wat ze zijn gaan doen of van plan zijn te doen. Ideeën uitwisselen kan andere cursisten inspireren.

Geef eventueel uw getuigenis of vertel waarom het u duidelijk is geworden dat geloof in Jezus Christus onze daden behoort te beïnvloeden.

Toelichting en achtergrondinformatie

Gingen de leringen van Jakobus over geloof en werken in tegen de leringen van Paulus?

In Jakobus 2:14 gebruikt Jakobus de term werken anders dan de apostel Paulus. Paulus verwees met de term werken voornamelijk naar de werken van de wet van Mozes (zie Romeinen 3:27–31 en Galaten 2:15–16). Jakobus verwijst met de term werken naar daden van toewijding of werken van rechtschapenheid.

Geloof zonder werken is dood, maar hoe zit het met werken zonder geloof?

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Echt geloof heeft de Heer Jezus Christus tot middelpunt en leidt altijd tot rechtvaardige handelingen. […] Handelen per se is geen geloof in de Heiland, maar handelen in overeenstemming met juiste beginselen is het kernelement van geloof.

(David A. Bednar, ‘Bidden in geloof’, Liahona, mei 2008, 95.)

Aanvullende leeractiviteiten

Jakobus 1:22 . ‘Wees daders van het Woord en niet alleen hoorders’

U kunt de video ‘Doers of the Word’, op ChurchofJesusChrist.org, over Jakobus 1:19–27 vertonen. Laat de cursisten letten op leringen die duidelijk maken hoe belangrijk het is om met geloof in Jezus Christus te handelen.

Jakobus 2:9 . ‘Als u met aanzien des persoons handelt, begaat u een zonde’

Dit beginsel zou kunnen worden onderwezen als voorbeeld van hoe we ons geloof door onze werken kunnen tonen. Geef een willekeurige cursist een snoepje. Vertel de klas een arbitraire reden waarom u deze cursist een snoepje hebt gegeven (zoals de kleur van zijn of haar kleding). Stel vragen zoals: ‘Hoe voelden jullie je door de manier waarop ik deze cursist behandelde? Waarom geven we anderen soms een voorkeursbehandeling?’ Vraag een cursist om Jakobus 2:1–4 voor te lezen. Vraag de klas waarvoor Jakobus de heiligen waarschuwde. Wat zagen ze? Hoe kunnen we vermijden dat we sommige mensen een voorkeursbehandeling geven?

Laat de cursisten Jakobus 2:8 doornemen en vaststellen wat Jakobus de heiligen opdroeg om te doen, waardoor ze voortrekkerij konden uitbannen. Vraag de cursisten aan iemand te denken die laat zien dat hij of zij mensen die in verschillende omstandigheden verkeren even lief heeft. Vraag de cursisten aan wie ze gedacht hebben en waarom. Hoe was Jezus Christus een voorbeeld van anderen evenveel liefde tonen? Laat de cursisten zich afvragen hoe ze het voorbeeld van de Heiland beter kunnen volgen in de manier waarop ze anderen zien en om hen geven.

Jakobus 2:19–20 . Geloof in God is meer dan alleen erkennen dat Hij bestaat

U kunt deze activiteit na het citaat of de video van ouderling Renlund en de daaropvolgende vragen doen. Hoe kunnen de cursisten het verband tussen geloof en werken beter begrijpen? Laat ze Jakobus 2:19–20 lezen en letten op het voorbeeld dat Jakobus geeft om te laten zien dat mensen kunnen geloven dat God bestaat, zonder waar geloof in Hem te hebben. Wat hebben de cursisten gevonden? Hoe zouden ze het verschil beschrijven tussen waar geloof in God en geloven dat God bestaat?