Johannes 6:60–71

‘Naar wie zullen wij heen gaan?’

Jesus talking to a large group of people.

Nadat Jezus had uitgelegd dat Hij het Brood des levens was (zie Johannes 6:35), begrepen velen Hem niet en gingen ze niet meer met Hem mee. Toen Jezus aan de twaalf apostelen vroeg of zij ook niet wilden weggaan, antwoordde Petrus: ‘Heere, naar wie zullen wij heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven’ (Johannes 6:68). Deze les kan je de kracht geven om trouw te blijven aan je voornemen om Jezus Christus te volgen, ook wanneer anderen ervoor kiezen Hem niet te volgen.

Cursisten helpen die het moeilijk hebben. Sommige cursisten zitten misschien met geloofsvragen. Denk aan de woorden van president M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘Mijn innige smeekbede is dat we diegenen die met hun geloof worstelen zullen aanmoedigen, aanvaarden, begrijpen en liefhebben. We mogen nooit wie dan ook van onze broeders en zusters veronachtzamen. We staan allemaal op verschillende plaatsen op het pad, en moeten daar rekening mee houden in onze zorg voor elkaar.’ (‘Naar wie zullen wij heen gaan?’, Liahona, november 2016, 92.)

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten stilstaan bij de zegeningen die ze dankzij hun lidmaatschap en deelname in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen hebben gekregen.

Mogelijke leeractiviteiten

Reacties op de leringen van de Heiland

Houd rekening met cursisten die zijn aangedaan en het erg vinden dat anderen ervoor gekozen hebben om niet meer naar de kerk te gaan. Enkele cursisten zijn wellicht bereid om hun scenario met de klas te delen.

Schets een scenario, echt of verzonnen, van een lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen dat de leringen van de Heiland niet langer wil volgen. Vul bijvoorbeeld de ontbrekende woorden in het volgende scenario in:

[Naam en relatie tot jou] heeft besloten om De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen vaarwel te zeggen. Als je hem of haar vraagt waarom, krijg je te horen: ‘[Reden om niet meer naar de kerk te gaan].’ Als je over dat antwoord nadenkt, krijg je het gevoel [beschrijf je gevoelens].

De uitgelichte leringen in deze les kunnen je helpen om trouw te blijven als dierbaren de kerk van de Heiland vaarwel zeggen. Deze leringen komen ook van pas als je probeert te besluiten hoe actief je in de kerk wilt deelnemen. Stel je hart open voor de inspiratie waarmee de Heer je wil zegenen.

Laat de cursisten over de volgende zelfbeoordeling nadenken.

Ga na in hoeverre de volgende beweringen op jou van toepassing zijn:

Als ik anderen hun geloof in Jezus Christus en zijn kerk zie kwijtraken, knaagt dat ook aan mijn geloof.
Het gaat me wel aan mijn hart, maar mijn geloof lijdt er niet onder als anderen om me heen hun geloof in Jezus Christus en zijn kerk kwijtraken.
Mensen moeten het zelf weten dat ze de kerk verlaten als ze daar gelukkig van worden.
Ik heb besloten dat ik een trouw lid van de kerk wil blijven.
Ik weet nog niet zeker of ik een trouw lid van de kerk wil zijn.

In Johannes 6:26–58 zette Jezus uiteen dat Hij het Brood des levens was dat uit de hemel was neergedaald. Ieder die van zijn vlees zou eten, maakte aanspraak op het eeuwige leven.

Lees Johannes 6:60–66 en ga na hoe sommigen op de leringen van de Heer reageerden.

Waarom zouden mensen moeite met deze nieuwe leringen van Jezus hebben gehad?
Welke hedendaagse leringen van de Heiland zijn voor sommigen moeilijk te aanvaarden?
Waarom zouden sommige mensen in deze tijd zich van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen distantiëren?

Bedenk dat onze hemelse Vader en Jezus Christus iedereen liefhebben – ook wie de kerk de rug toekeren. We kunnen hen die zijn weggegaan blijven liefhebben en proberen te begrijpen. Het simpele feit dat iemand de keuze maakt om niet meer te komen, betekent niet dat die persoon slecht is of altijd ongelukkig zal zijn. Het wil ook niet zeggen dat hij of zij in de toekomst niet terugkeert naar de kerk. De Heer kan je ingeven wat je moet zeggen en doen voor wie de kerk verlaten.

‘Wilt u ook niet weggaan?’

Let in Johannes 6:67 op de vraag die Jezus aan zijn apostelen stelde.

President M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat die vraag van de Heiland ook voor ons bestemd is.

Uiteindelijk moet ieder van ons de vraag van de Heiland beantwoorden: ‘Wilt u ook niet weggaan?’ [ Johannes 6:67 .] We moeten allemaal ons eigen antwoord op die vraag zoeken. Voor sommigen is dat antwoord makkelijk; voor anderen is het moeilijk.

(M. Russell Ballard, ‘Naar wie zullen wij heen gaan?’, Liahona, november 2016, 92.)

Lees in Johannes 6:68–69 het antwoord van Petrus op de vraag van de Heiland.

Waarom zou Petrus in staat zijn geweest dat antwoord te geven?

Laat de cursisten desgewenst Petrus’ getuigenis in de Schrifttekst kerkleerbeheersing Mattheüs 16:15–19 lezen.

Hoe kunnen wij Petrus’ voorbeeld volgen?

De cursisten kunnen uiteenlopende antwoorden geven, waaronder: we kunnen ervoor kiezen om in Jezus Christus te geloven en bij Hem te blijven, ongeacht de keuze van anderen.

President M. Ouderling Ballard heeft aangaande de keuze van de twaalf apostelen gezegd:

Op dat moment, toen anderen zich richtten op wat ze niet konden aanvaarden, kozen de apostelen ervoor zich te richten op wat zij wel geloofden en wisten, en daarom bleven ze bij Christus.

(M. Russell Ballard, ‘Naar wie zullen wij heen gaan?’, Liahona, november 2016, 90.)

Petrus verklaarde dat de Heiland ‘woorden van eeuwig leven’ had ( Johannes 6:68). Welke leringen van Jezus Christus zijn volgens jou waar?
Welke zegeningen heb je dankzij De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zoal gekregen?

Zet de antwoorden op de voorgaande vragen desgewenst op het bord.

President M. Russell Ballard heeft zich tot mensen gericht die overwegen om de kerk van de Heiland te verlaten. Bekijk ‘ Naar wie zullen wij heen gaan?’, op ChurchofJesusChrist.org, vanaf tijdcode 5:35 tot 8:16. Let goed op de vragen die president Ballard stelt.

Wat voor gedachten kwamen er bij het luisteren naar president Ballard in je op?
Welke ervaringen heb je gehad waardoor je in Jezus Christus gelooft en lid van de kerk bent geworden of blijft?
Hoe kan je herinnering aan die ervaringen je helpen wanneer je geloof op de proef wordt gesteld?

14:23

Getuig desgewenst van de Heiland en noem enkele persoonlijke redenen waarom u lid van zijn kerk bent.

Als je worstelt met je geloof, bedenk dan dat je hemelse Vader en Jezus Christus van je houden. Je kunt je hemelse Vader altijd in gebed om hulp vragen. Je kunt ook met je ouders, leidinggevenden in de kerk of seminarieleerkracht praten over vragen en zorgen die je hebt.

Laat de volgende vragen zien en de cursisten er twee of meer van in hun studiedagboek beantwoorden.

Hoe zou je reageren als de Heer je vroeg: ‘Wilt u ook niet weggaan?’ ( Johannes 6:67 .)
Hoe kun je je getuigenis van Jezus Christus en de kerk verkrijgen en versterken?
Waar wil je je bewust van zijn als iemand die je lief is besluit om de kerk van de Heiland vaarwel te zeggen?
Wat zou je zeggen tegen iemand die lijdt onder het feit dat mensen om wie hij of zij geeft hebben besloten om de kerk van de Heiland vaarwel te zeggen?

Toelichting en achtergrondinformatie

Johannes 6:67–69 . Waar waren Petrus en de twaalf apostelen van doordrongen waardoor ze trouwe volgelingen van Jezus Christus bleven?

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft geschreven:

Ik weet niet of Petrus en zijn broeders op dat moment beter begrepen waar de Heer op doelde dan de discipelen die de Meester toen in de steek lieten. Petrus wist echter wel door het zekere getuigenis van de Geest dat Jezus de Christus was, de Zoon van de levende God (zie ook Mattheüs 16:15–17), en dat het heil nergens anders te vinden was. Hij was dan ook volkomen toegewijd om Jezus ondanks alles te volgen. Eventuele vragen konden op zijn tijd wel worden beantwoord, maar hij wilde zijn trouw aan de Zoon van God niet opgeven – een geweldig voorbeeld voor ons allemaal.

(D. Todd Christofferson, ‘Het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is’, Liahona, november 2017, 39, noot 8.)

Wat zouden onze hemelse Vader en Jezus Christus vinden van de mensen die weggaan?

President Henry B. Eyring van het Eerste Presidium heeft gezegd:

Al vóór de grondlegging van de wereld hadden een liefhebbende Vader in de hemel en zijn geliefde Zoon hen lief van wie Zij wisten dat ze zouden afdwalen. God zal hen altijd liefhebben.

(Henry B. Eyring, ‘Aan mijn kleinkinderen’, Liahona, november 2013, 72.)

Wat kan ik doen voor wie minderactief zijn of de kerk verlaten hebben?

President M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Mijn antwoord is: geef ze alsjeblieft geen preek! Je familieleden of vrienden kennen de leringen van de kerk wel. Wrijf ze die niet in! Wat ze nodig hebben – wat we allemaal nodig hebben – is liefde en begrip, geen veroordeling. Vertel over je positieve ervaringen met het evangelie. Vertel je familie en vrienden over je geestelijke ervaringen, daar gaat de meeste kracht vanuit. Wees ook oprecht geïnteresseerd in hun leven, hun successen en hun uitdagingen. Wees altijd hartelijk, vriendelijk, liefdevol en aardig.

(M. Russell Ballard, ‘Questions and Answers’ [devotional aan de Brigham Young University, 14 november 2017], 5, speeches.byu.edu.)

Aanvullende leeractiviteiten

Antwoorden op onze vragen komen volgens de timing van de Heer

Veel discipelen morden omdat ze niet begrepen wat de Heiland bedoelde toen Hij het over zijn vlees eten en zijn bloed drinken had (zie Johannes 6:51–61). Zijn apostelen begrepen dat misschien ook niet. Ze kozen er echter voor om te vertrouwen op wat ze wisten en geloofden.

Bespreek hoe dit voorbeeld de cursisten kan helpen als ze niet alle antwoorden op hun vragen hebben.

Lees eventueel Lukas 22:19–20 en bespreek hoe kennis van het avondmaal de apostelen de leringen van de Heer in Johannes 6:51–61 later duidelijk maakte. (Wijs erop dat Lukas 22:19–20 een Schrifttekst kerkleerbeheersing is.)

De keuze om geen aanstoot te nemen

Sommige discipelen van de Heiland namen aanstoot aan zijn leer (zie Johannes 6:60–61). Bespreek redenen waarom sommigen in deze tijd aanstoot nemen en wat ze kunnen doen om daaraan voorbij te gaan. Fragmenten uit de volgende toespraken zijn wellicht nuttig:

David A. Bednar, ‘Er is voor hen geen struikelblok’, Liahona, november 2006, 89–92.
Neil L. Andersen, ‘Hem nimmer verlaten’, Liahona, november 2010, 39–42.