Mattheüs 14:22–33

‘Wees niet bevreesd’

Jezus Christus liep over het water en nodigde Petrus uit dat ook te doen. Toen Petrus de storm en de golven zag, begon hij weg te zinken en riep hij de Heiland om hulp. Deze les kan je helpen om Petrus’ voorbeeld te volgen en je in angstige en benauwende situaties tot de Heiland te wenden.

Geef de cursisten de tijd om te antwoorden. Cursisten reageren niet altijd meteen op een doeltreffende vraag. Geef de cursisten gerust de tijd om over de vraag na te denken. De cursisten hebben soms nu eenmaal tijd nodig om over een vraag na te denken en een antwoord te formuleren. Die reflectie kan de instructie door de Heilige Geest bevorderen.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten over de volgende vraag uit Kom dan en volg Mij nadenken: ‘Wat zou Petrus ertoe hebben gebracht om de veiligheid van zijn boot in een hevige storm midden op de zee van Galilea te verlaten? Wat deed hem geloven dat hij net als Jezus over het water kon lopen?’ (‘27 maart–2 april. Mattheüs 14; Markus 6; Johannes 5–6: “Wees niet bevreesd”’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Nieuwe Testament 2023.)

Mogelijke leeractiviteiten

Jezus kan ons in levensstormen gemoedsrust geven

Deze les moedigt de cursisten aan om zich in tijden van beproeving voor innerlijke vrede en veiligheid tot Jezus Christus te wenden. In een toekomstige evaluatieles gaan de cursisten na in hoeverre het ze lukt om in deze tijd vrede in Christus te vinden. In het gedeelte ‘Aanvullende leeractiviteiten’ staan meerdere ideeën voor deze les. Kies de activiteiten die het relevantst zijn voor de cursisten.

Schrijf eventueel het volgende citaat uit Mattheüs 14:30 op het bord en toon deze afbeelding terwijl de cursisten de volgende vragen bespreken.

Deze afbeelding geeft een angstig moment in het leven van de apostel Petrus weer. In Mattheüs 14:30 staat dat Petrus ‘bevreesd [werd], en toen hij begon te zinken, riep hij: Heere, red mij!’

• In welke situaties kunnen jongeren zich tegenwoordig als Petrus voelen?

Laat de cursisten de volgende vraag overdenken.

• Is er iets in je leven waardoor je bang bent of het gevoel hebt dat je aan het zinken bent?

Denk even na waar of bij wie je normaliter hulp en gemoedsrust zoekt wanneer je je zo voelt.Nadat Jezus Christus meer dan vijfduizend mensen op wonderbaarlijke wijze had gevoed, droeg Hij zijn discipelen op om ‘in het schip te gaan en voor Hem uit te varen naar de overkant’ van de zee van Galilea ( Mattheüs 14:22).

Vertoon naast het lezen van de volgende Schrifttekst eventueel de video ‘Wherefore Didst Thou Doubt?’ (2:06), op ChurchofJesusChrist.org. Zo kunnen de cursisten zich een beeld vormen bij het verhaal.

Lees Mattheüs 14:23–33 en let op feiten over de Heiland waardoor je je eerder tot Hem zult wenden als je bang bent of voelt dat je aan het zinken bent. Wees bedacht op gedachten en gevoelens die van de Heilige Geest komen. Hij kan je helpen inzien hoe deze leringen betrekking hebben op wat je zelf meemaakt. Noteer de leringen die je ontdekt in je studiedagboek of in je Schriften. (Opmerking: ‘De vierde nachtwake’ was van 3.00 tot 6.00 uur.)

Vraag de cursisten nadat ze klaar zijn met schrijven om de gevonden leringen op het bord te zetten. Stel naar behoefte vragen als de volgende om de cursisten dit verhaal verder te laten analyseren en ervan te leren.

• Wat heb je uit dit verhaal geleerd?

• Waar lette Petrus op toen hij op het water bleef staan? Waardoor begon hij te zinken?

• Wat ben je over Jezus Christus te weten gekomen waardoor je je eerder tot Hem zult wenden als je bang of van streek bent?

De volgende activiteit en video maken de cursisten duidelijk dat ze met hun ogen op Jezus Christus gericht hun moeilijkheden beter aankunnen. Ga op basis van de behoeften van cursisten nader in op bepaalde beginselen in het verhaal.

Doe de volgende oefening eventueel klassikaal met de volgende aanpassingen:

Hang een afbeelding van Jezus Christus aan één kant van het lokaal. Laat de cursisten iets op een blaadje schrijven waar je van streek van zou raken en dat aan de andere kant van het lokaal neerleggen. Laat ze hun aandacht vervolgens van de ene kant van het lokaal naar de andere kant verleggen. Zie de onderstaande activiteit als voorbeeld.

Focus op de Heiland

Uit Petrus’ voorbeeld leren we waar we ons op moeten richten. Bedenk wat er met Petrus gebeurde toen hij zijn blik op Jezus Christus vestigde en wat er gebeurde toen hij op de storm om hem heen ging letten (zie vers 28–31). Schrijf op een vel papier iets in je leven of toekomst op waar je van slag van zou raken. Leg dit vel links naast je neer. Leg nu een afbeelding van Jezus Christus of iets anders wat je aan Hem doet denken rechts van je neer. Ga met je gedachten en ogen nu heen en weer tussen de overstelpende situatie en de afbeelding van Jezus Christus.

• Hoe kan je gerichte geloof in Jezus Christus en zijn macht en liefde voor jou je in moeilijke situaties tot steun zijn?

• Hoe kun je je in moeilijkheden zoal op de Heiland richten?

Bekijk desgewenst de video ‘Finding Christ during Difficult Times’ (4:35), op ChurchofJesusChrist.org. Let op wat de jongeman in de video deed om zijn blik op Jezus Christus te richten toen hij het moeilijk had.

Vertel eventueel dat u God eens in een moeilijke periode om kracht en steun van de Heiland hebt gebeden. Vraag enkele cursisten die dat willen daar ook iets persoonlijks over te vertellen. Vraag hoe zij toen om hulp vroegen.

Schrijf tot besluit van deze les de indrukken op die je hebt gekregen. Wat ben je over Jezus Christus te weten gekomen en waarom kunnen we ons het beste tot Hem keren wanneer we wegzinken? Wat ga je doen om zijn hulp te vragen?

Toelichting en achtergrondinformatie

Hoe verandert ons leven als we ons op Jezus Christus richten?

President Howard W. Hunter (1907–1995) heeft gezegd:

Ik ben er vast van overtuigd dat als wij als individu, als gezin, als samenleving en als volk net als Petrus onze blik op Jezus konden richten, wij ook als overwinnaars over ‘de ruwe golven van ongeloof’ konden lopen en ‘onbevreesd blijven te midden van de opstekende winden van twijfel.’ Maar als wij onze ogen afkeren van Hem in wie wij moeten geloven, wat zo gemakkelijk gebeurt en waartoe de wereld zo verleid wordt, als wij naar de macht en de toorn kijken van de verschrikkelijke en vernietigende elementen om ons heen, in plaats van naar Hem die ons kan helpen en redden, dan zullen we onvermijdelijk wegzinken in een zee van conflict, verdriet en wanhoop.

(Howard W. Hunter, ‘The Beacon in the Harbor of Peace’, Ensign, november 1992, 19.)

Mattheüs 14:27 . Hoe kunnen we ‘goede moed’ houden als we moeilijkheden ondervinden?

Ouderling Ronald A. Rasband van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

We kunnen niet [‘goede moed’ hebben] [zie Leer en Verbonden 68:6 ] en tegelijkertijd in angst wegzakken. Die twee (goede moed en angst) sluiten elkaar uit. […]

[Goede moed hebben] is [Jezus Christus] vertrouwen als niet alles volgens plan gaat. Het betekent dat we doorploeteren als lastige taken en wendingen ons een onverwachte kant op sturen, als onze dromen door tragedie en tegenslag uiteenspatten. Maar de Heer houdt ons voor: ‘In deze wereld is uw vreugde niet overvloedig, maar in Mij is uw vreugde overvloedig’ [ Leer en Verbonden 101:36 ].

(Zie Ronald A. Rasband, ‘Jezus Christus is het antwoord, [een avond met een algemeen autoriteit, 8 februari 2019], 1–2.)

Hoe kan angst ons zegeningen ontzeggen die de Heiland te bieden heeft?

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd:

Dit verhaal uit de Schriften herinnert ons eraan dat onze eerste stap om tot Christus te komen – of als Hij naar ons toekomt – pure verschrikking kan lijken. Dat hoeft niet zo te zijn, maar het gebeurt soms wel. Een grote ironie in het evangelie is dat de bron van hulp en veiligheid die ons wordt geboden, juist hetgeen is waarvan we in onze aardse kortzichtigheid soms wegvluchten. Ik heb onderzoekers om wat voor reden dan ook bij de doopvont vandaan zien rennen. Ik heb zendelingen een zendingsoproep zien weigeren. Ik heb geliefden van een huwelijk zien wegvluchten. En ik heb jonge stellen zien terugdeinzen uit vrees voor het gezinsleven en de toekomst. Te velen van ons vluchten al te vaak weg van wat ons kan verlossen en gemoedsrust kan geven. Te vaak denken we dat toezeggingen en geboden in het evangelie beangstigend zijn, waarna we ze verzaken.

(Jeffrey R. Holland, ‘Come unto Me’ [devotional aan de Brigham Young University, 2 maart 1997], 8, speeches.byu.edu.)

Aanvullende leeractiviteiten

Een overeenkomst met het heilsplan

Petrus die de boot verlaat, hulp nodig heeft en door de Heiland veilig wordt teruggebracht, leert ons iets over onze eigen levensreis en het heilsplan. Stel de cursisten de volgende vragen: Welke overeenkomsten zie je tussen dit verhaal en het heilsplan? Wat kom je over de zending van Jezus Christus te weten als je het verhaal op deze manier bekijkt?

Mattheüs 14:27 . ‘Ik ben het; wees niet bevreesd’

Vraag de cursisten wat voor hulp onze hemelse Vader en Jezus Christus aanbieden die mensen soms uit angst uit de weg gaan. Denk bijvoorbeeld aan gebed, een gesprek met de bisschop, op zending gaan, een roeping aanvaarden of trouwen. Druk de cursisten op het hart dat onze hemelse Vader en Jezus Christus ze die hulp aanbieden. Er is geen reden voor angst om tot Hen te komen of te ontvangen wat ze ons te bieden hebben. Toon desgewenst het citaat uit ouderling Jeffrey R. Hollands toespraak ‘Come unto Me’ (zie ‘Toelichting en achtergrondinformatie’ van deze les) om deze bespreking op gang te helpen.

Aanvullende details in Markus en Johannes

Verschillende schrijvers van de evangeliën belichtten vaak unieke details van hetzelfde verhaal. Vanuit die verschillende invalshoeken komen we ook meer te weten over Jezus Christus wanneer we het Nieuwe Testament bestuderen. Zo lezen we in Johannes 6:16–19 dat de discipelen vóór de verschijning van de Heiland vanwege de storm nog maar 25 tot 30 stadiën (5 à 6 kilometer) met hun boot waren gevorderd. Dat is 70 procent van de overtocht, nadat ze een groot deel van de nacht hadden gezwoegd (zie Markus 6:48).

Zet Markus 6:47–51 en Johannes 6:19–21 op het bord. Laat de cursisten in die verzen op details letten die niet in het verhaal van Mattheüs staan. Vraag wat die aanvullende details over de Heiland zeggen.

Mattheüs 14:27 . ‘Heb goede moed’

Wijs de cursisten erop hoe de Heiland zijn discipelen ‘goede moed’ insprak ( Mattheüs 14:27), ook al was de situatie niet rooskleurig. Laat ze nog meer Schriftteksten opzoeken waarin de Heiland ons toeroept om goede moed te hebben. Bespreek hoe we ook in moeilijke omstandigheden goede moed kunnen hebben.