Mattheüs 25:14–46
Ons voorbereiden op de wederkomst van de Heiland
De Heiland vertelde de gelijkenis van de talenten en de gelijkenis van de schapen en de bokken om zijn discipelen te leren hoe ze zich op zijn wederkomst moeten voorbereiden. In deze les ontdek je waarheden in deze gelijkenissen waardoor je je kunt voorbereiden op de wederkomst van de Heiland.
Mogelijke leeractiviteiten
Denk aan een paar gelijkenissen van de Heiland. De volgende afbeeldingen kunnen je herinneren aan gelijkenissen die je dit jaar al hebt bestudeerd.
-
Welke leringen uit deze gelijkenissen herinner je je?
-
Wat heb je dit jaar aan de leringen uit gelijkenissen gehad?
-
Hoe goed denk je dat je in staat bent om over de Heiland te leren via zijn gelijkenissen?
Bekijk nog eens hoe gelijkenissen kunnen worden begrepen
Het kan nuttig zijn om een aantal suggesties voor het begrijpen van gelijkenissen nog eens door te nemen. Eerder dit jaar heb je vier stappen voor het begrijpen van gelijkenissen geleerd. Als je die niet hebt bestudeerd, of als je je niet meer kunt herinneren wat die stappen zijn, kijk je even terug in de les ‘Mattheüs 13’.
Noteer de volgende kopjes in je studiedagboek. Laat ruimte tussen de kopjes om je bevindingen en inzichten op te schrijven.
-
Let op belangrijke details.
-
Trek geestelijke vergelijkingen.
-
Ontdek waardevolle lessen.
-
Stel persoonlijke toepassing vast.
In deze les ga je deze vier beginselen toepassen op de gelijkenissen in Mattheüs 25:14–46 .
Let op belangrijke details
In zijn onderwijs over de wederkomst en het laatste oordeel vertelde de Heiland aan de hand van gelijkenissen wat we kunnen doen om voorbereid te zijn op zijn terugkeer. Bestudeer een van de volgende gelijkenissen van de Heiland en let op belangrijke details.
De gelijkenis van de talenten
Lees Mattheüs 25:14–30 , of bekijk ‘The Parable of the Talents’ (3:03) op ChurchofJesusChrist.org.
De volgende informatie kan nuttig zijn bij het bestuderen van deze gelijkenis:
-
Een ‘talent’ was in de tijd van het Nieuwe Testament een enorm geldbedrag. In deze gelijkenis kan het symbool staan voor ‘iets van grote waarde’, zoals het evangelie of zegeningen, gaven, capaciteiten en kansen die de Heer ons geeft (zie Gids bij de Schriften, ‘ Talent ’, schriften.ChurchofJesusChrist.org).
-
De term ‘rente’ kan verwijzen naar normale rente over een lening, of kan een woekerrente impliceren (zie Bible Dictionary, ‘ Usury ’).
-
De heer verwijst naar Jezus Christus.
-
De slaven stellen ieder van ons voor.
Maak een tekening die deze gelijkenis illustreert.
De gelijkenis van de schapen en de bokken
Lees Mattheüs 25:31–46, of bekijk ‘Ye Have Done It unto Me’ (3:14) op ChurchofJesusChrist.org.
De volgende informatie kan nuttig zijn bij het bestuderen van deze gelijkenis:
-
De ‘rechterhand’: in oude tijden was de plaats aan de rechterhand van de koning, of naast de koning aan zijn rechterzijde, de ereplaats op een feest.
Maak een tekening die deze gelijkenis illustreert.
Geestelijke vergelijkingen maken en waardevolle lessen leren
Gebruik de volgende vragen om te ontdekken welke lessen de Heiland door middel van zijn gelijkenissen wilde overbrengen. Geef zoveel mogelijk details.
-
Welke waarheden of lessen heb je bij het bestuderen van deze gelijkenis geleerd?
-
Hoe kunnen wij ons op de wederkomst van de Heiland voorbereiden door deze waarheden te kennen en in praktijk te brengen? Waarom zou de Heiland ons deze waarheden hebben geleerd?
-
Op welke manieren is de Heer zowel barmhartig als rechtvaardig?
-
Hoe kun je de liefde van de Heiland voelen in de waarheden die Hij ons door middel van deze gelijkenis leerde?
-
Welke invloed heeft je kennis van deze waarheden op je verlangen om de Heiland bij zijn wederkomst goed voorbereid te ontmoeten?
Stel persoonlijke toepassing vast
-
Als je de gelijkenis van de talenten hebt bestudeerd, maak dan een lijst met vaardigheden en zegeningen die de Heer je heeft gegeven. Misschien kun je enkele van die zegeningen ontdekken door het te vragen aan mensen die je kent of door je patriarchale zegen te lezen, als je die hebt. Bedenk hoe de Heer zou willen dat je deze vaardigheden en zegeningen gebruikt.
-
Als je de gelijkenis van de schapen en de bokken hebt bestudeerd, vraag jezelf dan af wat het in jouw situatie zou betekenen om iemand te eten, te drinken en kleding te geven en gezelschap te houden. Denk aan de mensen die je gewoonlijk ziet en benoem iemand over wie je het gevoel hebt dat de Heer wil dat je hem of haar helpt. Schijf op hoe je diegene zou kunnen helpen nader tot Hem te komen.
-
Deel een waarheid die je in deze les uit de gelijkenissen van de Heiland hebt geleerd en leg uit hoe je dat beginsel in je dagelijkse bezigheden zou kunnen toepassen.
Toelichting en achtergrondinformatie
Wat als iemand meer of minder ontvangt dan ik?
Ouderling Quentin L. Cook van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
De ontwikkeling van onze talenten is de beste maatstaf voor onze persoonlijke vooruitgang. […] Zegeningen vergelijken, is de beste manier om vreugde te verdrijven. Wij kunnen niet tegelijk dankbaar en afgunstig zijn. Als wij oprecht de Geest van de Heer bij ons willen hebben en vreugde en geluk willen ervaren, dan dienen we ons te verheugen in onze zegeningen en dankbaar te zijn.
(Quentin L. Cook, ‘Rejoice!’ Ensign, november 1996, 29–30.)
Op basis van welke daden zal de Heiland ons oordelen?
Ouderling Joseph B. Wirthlin (1917–2008) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Op de oordeelsdag vraagt de Heiland niet naar de aard van onze roepingen. Hij vraagt niet naar onze stoffelijke bezittingen of roem. Hij vraagt of we de zieken geholpen hebben, de hongerigen eten en drinken gegeven hebben, de gevangenen bezocht hebben, of de zwakken gesteund hebben [zie Mattheüs 25:31–40 ]. Als we de minste van de kinderen van onze hemelse Vader de helpende hand toesteken, doen we dat voor Hem [zie Mattheüs 25:40 ]. Dát is de kern van het evangelie van Jezus Christus.
(Zie Joseph B. Wirthlin, ‘Het grote gebod’, Liahona, november 2007, 30.)
Wat wil de Heer dat wij doen met alles wat Hij ons geeft?
Ouderling Stanley G. Ellis van het Quorum der Zeventig deelde inzichten over de gelijkenis van de talenten:
Degene die vijf talenten had en er tien teruggaf en de ander die er twee had en er vier teruggaf, werden als goede en getrouwe dienstknechten beschouwd. Maar wat mijn aandacht trok was de dienstknecht die er één had ontvangen, er goed voor had gezorgd en die ook weer veilig aan zijn heer had teruggegeven. Ik was verbaasd over de reactie van de heer: ‘Slechte en luie dienaar […]. Neem daarom het talent van hem af […]. En werp de onnutte dienaar uit in de buitenste duisternis’! (Zie Mattheüs 25:14–30.)
Dit leek een ogenschijnlijk wrede reactie ten opzichte van de man die had geprobeerd goed te zorgen voor wat hem was toevertrouwd, maar de Geest leerde mij deze waarheid: de Heer verwacht dat wij een rol van betekenis spelen!
(Stanley G. Ellis, ‘Hij vertrouwt ons!’, Liahona, november 2006, 52.)
Ouderling Ellis opperde dat we deze ‘rol van betekenis’ in ons leven kunnen vervullen door in de Heer te blijven (zie Johannes 15:5), onze geestelijke plichten te vervullen en de Geest en onze kerkleiders te volgen.