Seminarie
Mattheüs 6:1–18


Mattheüs 6:1–18

De Heiland leert zijn discipelen goede daden te doen

Jezus Christus predikt tot een menigte. Christus zit op een rotsachtige heuvel. Hij draagt een rood-blauw gewaad. Hij heeft één arm omhooggestrekt. Sommige toehoorders tonen hun toewijding door hun handen te vouwen.

Jezus zette in zijn Bergrede verder uiteen dat we goede daden moeten doen om onze hemelse Vader blij te maken, en niet om bij anderen in de smaak te vallen. In deze les zul je je eigen beweegredenen om goede daden te doen onder de loep nemen, en besluiten hoe je jezelf zou willen verbeteren.

De leer van Christus kennen en begrijpen. Help de cursisten de leer van Christus te ‘kennen en begrijpen’. Kennen en begrijpen is ‘kennis van het verstand en van het hart’. Wanneer de Geest van de waarheid van een evangeliebeginsel getuigt, zullen de cursisten veel eerder ‘voelen […] dat dat beginsel waar is en gaan ze duidelijker zien, dieper verlangen, en zo vollediger in hun hart begrijpen hoe dat beginsel in hun leven werkt.’ (Kim B. Clark, ‘Diepgaand leren en vreugde in de Heer’ [toespraak gehouden tijdens de jaarlijkse instructie-uitzending Seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs, 13 juni 2017].)

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten in de 24 uur vóór de les nadenken over de beweegredenen voor hun gedrag.

Mogelijke leeractiviteiten

NB Het Onzevader en bijbehorende passages (Mattheüs 6:9–15) komen later aan bod in een les over Lukas 11.

Onze beweegredenen

Denk na over de volgende uitspraak: Gustaaf repareerde de schutting van zijn buren.

U kunt een poppetje met een hamer op het bord tekenen. Schrijf de uitspraak bij het poppetje op het bord.

Poppetje met een hamer
  • Wat vind je van Gustaaf?

Haal de punt aan het eind van ‘Gustaaf repareerde de schutting van zijn buren.’ weg en schrijf , omdat … aan het eind van de uitspraak. Laat de cursisten de uitspraak afmaken met verschillende redenen waarom Gustaaf de schutting zou hebben gerepareerd. Misschien wordt er iets in de trant van de volgende redenen genoemd: ‘omdat hij aardig is’, ‘omdat hij meedeed aan een dienstbetoonproject, want dat moest van zijn moeder’, ‘omdat hij indruk wilde maken op zijn buurmeisje’, ‘omdat hij niet wilde dat de hond van de buren in zijn tuin zou komen’ en ‘omdat hij de schutting in een driftbui kapot had gemaakt en hij die van zijn vader moest repareren’.

  • Waarom zijn onze beweegredenen belangrijk?

We lezen in Mattheüs 6 dat de Heiland zijn Bergrede vervolgde met beweegredenen om goede daden te doen. Doe de volgende activiteit om je te helpen nadenken waarom jij goede daden doet, zoals bedieningswerk, anderen dienen, bidden en het seminarie bijwonen.

Maak een tabel met drie kolommen in je studiedagboek. Vul de eerste rij als volgt in:

Laat de volgende tabel op het bord zien. Laat de cursisten hun antwoorden op de vragen in de tabel invullen.

Welke drie goede daden heb je de afgelopen week gedaan? (Vermeld er één per rij.)

Wat waren je redenen om ze te doen?

Hoe voelde je je nadat je deze goede daden had gedaan?

Hand-out Persoonlijke beweegredenen

Lees in Mattheüs 6:1–6, 16–18 wat de Heiland onderwees over onze beweegredenen voor onze goede daden. Het woord liefdegave (vers 1) slaat op een daad van religieuze toewijding, zoals geven aan de armen. Het woord huichelaars (vers 2) slaat op mensen die doen alsof ze oprecht vroom zijn.

  • Hoe zou je samenvatten wat de Heiland leerde?

Laat de cursisten samenvatten wat ze hebben gelezen. Als ze vragen hebben, kunnen ze die stellen. In hun samenvatting kunnen de cursisten soortgelijke beginselen als de volgende noemen: Als we goede daden doen om onze hemelse Vader blij te maken, zal Hij ons openlijk belonen. Als we goede daden doen om door anderen gezien te worden, ontvangen we geen hemelse zegeningen voor onze inspanningen. Laat de cursisten de gevonden beginselen op het bord zetten.

Het is belangrijk om te begrijpen dat in het openbaar bidden niet verkeerd is omdat het niet ‘in het verborgene’ gebeurt (Mattheüs 6:6). Gebed en andere religieuze handelingen mogen best in het openbaar worden gedaan, als dat met oprechtheid en toewijding gebeurt, en uit een verlangen om God te verheerlijken. Dit geldt ook voor vasten. De zinsneden ‘droevig gezicht’ en ‘zij vervormen […] hun gezicht’ in Mattheüs 6:16 verwijzen naar mensen in de tijd van Jezus die met veel uiterlijk vertoon vastten om de aandacht op zichzelf te vestigen.

  • Waarom zou de Heer onze beweegredenen zo belangrijk vinden, zelfs bij het doen van goede daden?

Kijk nog eens naar je tabel en vergelijk je redenen voor de goede daden die je hebt gedaan met wat de Heiland onderwees in Mattheüs 6.

  • Waarom zou je ernaar moeten ‘streven om met de beste beweegredenen dienstbetoon te verrichten’? (Dallin H. Oaks, ‘Why Do We Serve?’, Ensign, november 1984, 13.)

  • Als iemand moeite had om dingen met de juiste beweegredenen te doen, wat zou je diegene dan aanraden?

President Dieter F. Uchtdorf, destijds lid van het Eerste Presidium, heeft gesproken over de beweegredenen die de Heiland had voor de dingen die Hij deed. Bekijk de video ‘Echt zijn’ vanaf tijdcode 15:34 tot 16:29, of lees de volgende tekst.

17:51
Officieel portret van ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen, 2006. Geroepen als tweede raadgever in het Eerste Presidium op 3 februari 2008. Officieel portret uit 2008, ter vervanging van het portret uit 2004.

De grootste, bekwaamste, meest volleerde persoon die ooit geleefd heeft, was ook de nederigste. Hij verrichtte zijn indrukwekkendste dienstbetoon op privémomenten met slechts enkele toeschouwers die Hij vroeg om niemand te vertellen wat Hij gedaan had [zie Lukas 8:56]. Als iemand Hem ‘goed’ noemde, weigerde Hij het compliment meteen en zei Hij dat alleen God echt goed is [zie Markus 10:17–18]. Wereldse lof deed Hem duidelijk niets; zijn enige doel was zijn Vader te dienen en ‘altijd te doen wat Hem welgevallig is’ [zie Johannes 8:29]. We doen er goed aan het voorbeeld van onze Meester te volgen.

(Dieter F. Uchtdorf, ‘Echt zijn’, Liahona, mei 2015, 83.)

Bedenk voorbeelden die laten zien met welke beweegredenen de Heiland zijn werk deed.

  • Wat spreekt je aan in deze voorbeelden?

  • Hoe vergroten deze voorbeelden je begrip van de liefde van de Heiland en waarom Hij voor onze zonden wilde boeten?

Laat de volgende vragen zien en vraag de cursisten deze in hun studiedagboek te beantwoorden.

  • Wat vind je van je beweegredenen om goede daden te doen?

  • Op welke manieren kunnen je beweegredenen om goede daden te doen je relatie met onze hemelse Vader beïnvloeden?

  • Noem één ding dat je kunt doen om het voorbeeld van de Heiland te volgen bij het doen van goede daden.

Vraag enkele bereidwillige cursisten om iets over hun antwoorden te vertellen. Vertel de cursisten dat ze in een van de komende lessen de kans zullen krijgen om te beoordelen hoe hun beweegredenen om goede daden te doen sinds deze les zijn veranderd. Geef eventueel uw getuigenis van de beginselen die in deze les zijn behandeld.

Toelichting en achtergrondinformatie

Wat zijn de juiste redenen om te dienen?

President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft het volgende gezegd over de juiste redenen om te dienen:

Officieel portret van president Dallin H. Oaks, genomen in maart 2018.

De profeet Moroni leerde ons dat als wij willen dat onze werken als goed worden gekwalificeerd, zij om de juiste redenen moeten worden gedaan. Indien iemand ‘een gave offert of tot God bidt, baat het hem niets, tenzij hij het met een oprechte bedoeling doet.

‘Want zie, het wordt hem niet als gerechtigheid toegerekend’ (Moroni 7:6–7). […]

Ons dienstbetoon moet voortkomen uit liefde voor God en onze medemens, in plaats van uit de zucht naar persoonlijk voordeel of enig ander onbelangrijk motief.

(Dallin H. Oaks, ‘Why Do We Serve?’, Ensign, november 1984, 12, 14.)

Hoe kan een getuigenis van Jezus Christus en zijn evangelie ons motiveren om goede werken te doen?

Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gesproken over ‘de krachtigste motivatie die er bestaat’:

Officieel portret van ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen, 2006. Geroepen als tweede raadgever in het Eerste Presidium op 3 februari 2008. Officieel portret uit 2008, ter vervanging van het portret uit 2004.

Motieven en gedachten beïnvloeden onze daden. Het getuigenis van de waarheid van het herstelde evangelie van Jezus Christus is de krachtigste motivatie die er bestaat. Jezus beklemtoonde herhaaldelijk hoe krachtig goede gedachten en gepaste beweegredenen zijn: ‘Vertrouw op Mij bij iedere gedachte; twijfel niet, vrees niet’ (LV 6:36). […]

Ons getuigenis motiveert ons om rechtschapen te leven, en door een rechtschapen leven te leiden, wordt ons getuigenis sterker. […]

Een getuigenis motiveert ons om te allen tijde en onder alle omstandigheden het goede te kiezen. Het motiveert ons om dichter tot God te komen en Hem in staat te stellen dichter tot ons te komen (zie Jakobus 4:8).

(Dieter F. Uchtdorf, ‘De kracht van een eigen getuigenis’, Liahona, november 2006, 37, 39.)

Aanvullende leeractiviteiten

Alternatief begin van de les

Voordat de cursisten het lokaal binnenkomen, zou u deze vraag op het bord kunnen schrijven: ‘Om welke redenen dienen mensen anderen?’ Laat de cursisten hun antwoorden op het bord schrijven. Laat ze vervolgens hun redenen voor het dienen van anderen rangschikken van de beste naar de minst goede. U zou de volgende vragen kunnen stellen: ‘Kun je iets goeds noemen dat je onlangs hebt gedaan? Wat was je motief om dat te doen?’

Een lijst goddelijke eigenschappen die steeds groter wordt

In een eerdere les zijn de cursisten wellicht begonnen met een dagboekvermelding die begint met ‘Mattheüs 5–7: Ik kan meer op onze hemelse Vader en op Jezus Christus gaan lijken door …’ Laat ze de inzichten die ze in de les van vandaag hebben opgedaan aan deze dagboekvermelding toevoegen.