Seminarie
Mattheüs 7:1–5


Mattheüs 7:1–5

De Heiland leerde zijn discipelen rechtvaardig te oordelen

Jezus Christus zit op een rots aan de oever van de zee van Galilea. Er zijn veel mensen om Hem heen vergaderd. De mensen luisteren naar Christus. (Markus 4:1) (Lukas 5:1)

In zijn Bergrede leert Jezus Christus zijn discipelen rechtvaardig te oordelen. In deze les verdiepen we ons in wat dat is, rechtvaardig oordelen.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten zich afvragen waarover ze wel en niet mogen oordelen. Moedig ze aan om te komen met vragen die ze over oordelen hebben.

Mogelijke leeractiviteiten

We moeten rechtvaardig oordelen

Lees de volgende scenario’s klassikaal en laat de cursisten bedenken wat voor oordelen iemand in elk van de scenario’s zou kunnen vellen. Eventueel kunt u de scenario’s relevanter voor de cursisten maken.

  • Iemand nodigt je uit voor een feest waar veel tieners dingen gebruiken die tegen het woord van wijsheid ingaan.

  • Iemand die volgens andere normen leeft dan jij, wil goede vrienden met je worden.

  • Een lid van je wijk doet op de sabbat iets anders dan jouw familie.

  • Je ontdekt dat een vriend of vriendin pornografie kijkt.

In deze les leer je rechtvaardig te oordelen. Verderop in de les ga je terugkomen op je gedachten over deze scenario’s en pas je toe wat je hebt geleerd.

  • Welke vragen heb je over oordelen?

Denk tijdens de les na over jouw ideeën over oordelen en luister naar de influisteringen van de Heilige Geest. Schrijf ingevingen op die je inzicht verdiepen in de leringen van de Heiland over oordelen. Lees Mattheüs 7:1. Een veelvoorkomende misvatting over dit vers is dat de Heiland ons hier leert dat we nooit mogen oordelen. Lees nu de tekst van dit vers in de Bijbelvertaling van Joseph Smith (Bijbelvertaling van Joseph Smith, Mattheüs 7:2).

  • Hoe vergroot de Bijbelvertaling van Joseph Smith je inzicht in de leringen van de Heiland over oordelen?

  • Wat houdt ‘rechtvaardig oordelen’ in?

Lees het volgende citaat:

U zou de volgende tekst klassikaal kunnen laten zien, zodat de cursisten kunnen meelezen terwijl iemand hardop voorleest.

Oordelen is een belangrijk onderdeel van onze keuzevrijheid en we moeten er zorgvuldig mee omgaan, vooral als we andere mensen beoordelen. Bij al onze beoordelingen moeten we uitgaan van rechtvaardige maatstaven. Uiteindelijk is het aan God, die iemands hart kent, om tot een definitief oordeel van mensen te komen.

Er zijn mensen die vinden dat we in geen geval mogen oordelen. Hoewel het waar is dat we anderen niet mogen veroordelen of onrechtvaardig over ze oordelen, zullen we ons hele leven wel ideeën, situaties en mensen moeten beoordelen. […]

We moeten proberen zoveel mogelijk de situatie te beoordelen in plaats van de mensen zelf. Wij dienen ons, zo mogelijk, van een oordeel te onthouden totdat de feiten ons bekend zijn. En we moeten altijd openstaan voor de Heilige Geest, die ons in onze beslissing kan leiden.

(Gospel Topics, ‘Judging Others’, topics.ChurchofJesusChrist.org.)

  • Welke woorden of zinsneden maken duidelijk wat rechtvaardig oordelen inhoudt?

We moeten ons niet op de zwakheden van anderen richten

Hand met mosterdzaad.
Een oude eiken balk of paal tegen een witte achtergrond. (hout)

Lees in Mattheüs 7:2–5 wat er nog meer over oordelen wordt gezegd. In vers 3 noemde de Heiland een schilfertje hout een splinter en een groot stuk hout een balk.

U kunt de cursisten de bijgeleverde afbeeldingen van een splinter en een balk laten zien.

Wat u ook kunt doen, is een klein houtsplintertje (of een ander klein voorwerp) en een groot stuk hout (of een ander voorwerp) meebrengen naar de klas. Vervolgens kunnen twee cursisten deze gelijkenis dan illustreren door elk voorzichtig een van deze voorwerpen voor hun oog te houden.

  • Waarom zou het voor iemand met een balk in zijn oog erg lastig zijn om bij iemand anders een splinter uit het oog te halen?

  • Wat zou de Heiland ons willen leren met de gelijkenis van de balk en de splinter?

De cursisten noemen wellicht de volgende beginselen:

De manier waarop we over anderen oordelen, heeft invloed op de manier waarop de Heiland over ons zal oordelen.

Als onze houding is dat we naar onze eigen zonden en zwakheden kijken en ons daarvan bekeren, zullen we minder geneigd zijn onrechtvaardig over anderen te oordelen.

We kunnen anderen pas goed helpen als we ons van onze eigen zonden hebben bekeerd.

Schrijf de beginselen die de cursisten noemen in hun eigen bewoordingen op het bord.

  • Waarom is het belangrijk om deze leringen te onthouden?

  • Wat kom je door deze leringen over Jezus Christus te weten?

Bekijk de video ‘Looking through Windows’ (2:19), beschikbaar op ChurchofJesusChrist.org, voor een illustratie van de waarheden die de Heiland uiteenzette.

  • Waarom kan het soms moeilijk zijn om Christus’ leringen over oordelen na te leven?

  • Hoe kun je je hemelse Vader door Jezus Christus om hulp vragen bij het toepassen van deze beginselen?

Oefen met rechtvaardig oordelen

Kies een van de scenario’s uit het begin van de les of bedenk een soortgelijk scenario.

Voor deze activiteit kunt u de cursisten met een klasgenoot of in groepjes laten werken. Ga kort bij elk groepje zitten en help hen waar nodig met hun bespreking.

  • Welk scenario heb je gekozen?

  • Welke rechtvaardige oordelen zou je over deze situatie moeten vellen?

  • Voor welke oordelen zou je moeten oppassen?

  • Hoe zou je volgens het onderwijs van de Heiland zowel eerlijk als barmhartig in je oordeel kunnen zijn?

  • Hoe kan het in dit soort situaties helpen om je eigen zonden en zwakheden voor ogen te houden?

Laat wie dat willen hun opmerkingen delen. Luister zorgvuldig naar de reacties van de cursisten om te beoordelen hoe goed ze het hebben begrepen.

Soms denken mensen dat de Heiland met zijn onderwijs in Mattheüs 7:1–5 bedoelt dat we nooit mogen oordelen. President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft verduidelijkt dat we worden aangemoedigd om bepaalde soorten oordelen juist wel te vellen:

Officieel portret van president Dallin H. Oaks, genomen in maart 2018.

Er zijn twee vormen van oordelen: definitieve oordelen, die we niet mogen vellen, en tijdelijke oordelen, die we wel moeten vellen, maar gebaseerd op rechtschapen beginselen. […]

Laten we een aantal beginselen of ideeën overwegen die tot een ‘rechtschapen oordeel’ leiden.

Ten eerste, een rechtschapen oordeel moet per definitie tijdelijk zijn. Het mag niet inhouden dat iemand definitief de verhoging zal ingaan of dat iemand zeker naar de hel zal gaan. […]

Ten tweede, een rechtschapen oordeel zal onder leiding van de Geest van de Heer worden uitgesproken, niet uit boosheid, jaloezie of eigenbelang. […]

Ten derde, om rechtschapen te zijn, moet een tijdelijk oordeel binnen ons rentmeesterschap vallen. We mogen geen oordelen vellen die buiten ons gebied van verantwoordelijkheid vallen. […]

Ten vierde, wij moeten zo mogelijk niet oordelen totdat ons voldoende feiten bekend zijn. […]

Een vijfde beginsel van rechtschapen tijdelijk oordelen is dat we zoveel mogelijk de situatie beoordelen en niet de persoon zelf.

(Dallin H. Oaks, ‘“Judge Not” and Judging’, Ensign, augustus 1999, 7, 9–11.)

Laat de cursisten over hun antwoorden op de eerste vraag nadenken. De andere vragen die volgen, kunnen klassikaal worden besproken, of de cursisten kunnen deze vragen in hun studiedagboek beantwoorden.

  • Welke oordelen zou ik moeten vellen, en voor welke zou ik moeten oppassen?

  • Wat heb je in deze les geleerd over rechtvaardig oordelen? Hoe kan wat je hebt geleerd je helpen om anderen en jezelf meer met de ogen van de Heiland te zien?

  • Op welke manier zijn je vragen over oordelen beantwoord? Als er nog onbeantwoorde vragen zijn, neem je dan voor hierop te blijven studeren en vraag de Heilige Geest om je hiermee te helpen.

  • Wat zou je kunnen helpen om minder je oordeel over anderen klaar te hebben?

Overweeg om uw getuigenis over rechtvaardig oordelen te geven.

Toelichting en achtergrondinformatie

Hoe ziet God zijn kinderen?

President Russell M. Nelson heeft ons geleerd dat we voor onze hemelse Vader allemaal gelijk zijn:

Officieel portret van president Russell M. Nelson, in januari 2018 genomen

Ieder van ons heeft goddelijk potentieel omdat ieder een kind van God is. We zijn wat Hem betreft allemaal gelijk. De implicaties van deze waarheid zijn enorm. Broeders en zusters, luister alstublieft goed naar wat ik nu ga zeggen. God heeft het ene ras niet meer lief dan het andere. Zijn leer is in dit opzicht helder. Hij nodigt allen uit om tot Hem te komen, ‘zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw’ [2 Nephi 26:33].

(Russell M. Nelson, ‘Laat God zegevieren’, Liahona, november 2020, 94.)

Hoe kan de ontwikkeling van christelijke eigenschappen invloed hebben op de manier waarop je oordeelt?

Een overdenking van ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf Apostelen over het volgen van Christus kan ons helpen om rechtvaardig te oordelen.

Officieel portret van ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf Apostelen, januari 2016.

Wie Christus volgen, hebben goedertierenheid lief. Wie goedertierenheid liefhebben, hebben geen waardeoordeel; ze leggen mededogen aan de dag voor anderen, in het bijzonder voor wie minder fortuinlijk zijn; ze zijn hoffelijk, vriendelijk en eerbaar. Deze mensen behandelen iedereen met liefde en begrip, ongeacht kenmerken zoals etniciteit, geslacht, geloofsovertuiging, seksuele geaardheid, sociaal-economische status, en verschillen qua stam, clan of land. Christelijke liefde overstijgt dat alles.

(Zie Dale G. Renlund, ‘Recht doen, goedertierenheid liefhebben en ootmoedig met God wandelen’, Liahona, november 2020, 111.)

Aanvullende leeractiviteit

Video’s van de kerk over oordelen

Met de volgende video’s kunt u wat variatie aanbrengen in deze les over rechtvaardig oordelen. Beide video’s staan op ChurchofJesusChrist.org.

‘Judging Others? Stop It!’ (3:18) – President Dieter F. Uchtdorf, destijds lid van het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Doe met betrekking tot haten, roddelen, negeren, spotten, wrok koesteren of schade willen berokkenen alstublieft het volgende: stop ermee!’

3:18

‘Am I Good Enough?’ (3:28) – Ouderling J. Devn Cornish van de Zeventig heeft gezegd: ‘We laten ons zelfbeeld ten onrechte afhangen van de dingen die we wel of niet hebben en de mening van anderen.’

3:28