‘Hoofdstuk 1: Je doel als zendeling verwezenlijken’, Predik mijn evangelie: gids om het evangelie van Jezus Christus te delen (2023)
‘Hoofdstuk 1’, Predik mijn evangelie
Hoofdstuk 1
Je doel als zendeling verwezenlijken
Je doel: Anderen uitnodigen tot Christus te komen door met jouw hulp het herstelde evangelie aan te nemen, met geloof in Jezus Christus en zijn verzoening, bekering, de doop, de gave van de Heilige Geest en volharding tot het einde.
Je opdracht om het herstelde evangelie van Jezus Christus te verkondigen
Je bent omringd door mensen. Je ziet ze op straat en in het openbaar vervoer. Je bezoekt ze thuis en komt online met ze in contact. Zij zijn allemaal kinderen van God, je broeders en zusters. God houdt net zoveel van hen als van jou.
Veel van deze mensen zoeken naar de zin van het leven. Hun gezin en toekomst zijn belangrijk voor ze. Wat ze nodig hebben, is het identiteitsgevoel dat voortvloeit uit de kennis dat ze kinderen van God zijn, dat ze deel uitmaken van zijn eeuwige gezin. Ze willen zich veilig voelen in een wereld vol veranderende waarden. Ze willen ‘vrede in deze wereld, en het eeuwige leven in de toekomende wereld’ (Leer en Verbonden 59:23).
Velen worden ‘alleen van de waarheid […] afgehouden omdat zij niet weten waar die te vinden is’ (Leer en Verbonden 123:12). Het evangelie van Jezus Christus is hersteld door de profeet Joseph Smith en bevat eeuwige waarheid. Deze waarheid spreekt mensen in hun geestelijke behoeften aan en vervult hun diepste verlangens.
Als bevoegde vertegenwoordiger van Jezus Christus verkondig je dat ‘verlossing in en door de heilige Messias’ komt (2 Nephi 2:6). Je nodigt mensen uit om tot Christus te komen, en zich tot Hem en zijn herstelde evangelie te bekeren. Ze zullen meer geluk, hoop, vrede en zingeving vinden als ze op die uitnodiging ingaan.
Mensen komen tot de Heiland door geloof in Hem te hebben. Je kunt ertoe bijdragen dat mensen dat geloof ontwikkelen door:
-
ze in het herstelde evangelie van Jezus Christus te onderwijzen en ervan te getuigen;
-
ze uit te nodigen de leringen van het evangelie na te leven;
-
follow-ups te doen en ze te helpen hun toezeggingen na te komen;
-
ze aan ervaringen te helpen waarbij ze de invloed van de Heilige Geest voelen (zie 1 Nephi 10:17–19).
Geloof in Jezus Christus zet mensen tot bekering aan. Jezus heeft met zijn verzoening bekering mogelijk gemaakt. Wanneer mensen zich bekeren, worden ze vrij van hun zonden en komen ze dichter tot hun hemelse Vader en Jezus Christus. Ze gaan dan de vreugde en vrede van vergeving ervaren.
Bekering bereidt mensen voor op het doopverbond en de gave van de Heilige Geest. ‘Kom tot Mij’, sprak de Heiland, ‘en laat u dopen in mijn naam, zodat u door het ontvangen van de Heilige Geest kunt worden geheiligd, zodat u ten laatsten dage vlekkeloos voor mijn aangezicht kunt staan’ (3 Nephi 27:20).
Naarmate je begrip en getuigenis van de Heiland en zijn verzoening toenemen, zul je een groter verlangen krijgen om het evangelie uit te dragen. Dan vind je het net als Lehi ‘belangrijk […] om deze dingen bekend te maken aan de bewoners van de aarde’ (2 Nephi 2:8).
De macht en het gezag van je roeping
Je bent geroepen en aangesteld om ‘blijde tijdingen van grote vreugde [te] verkondig[en], ja, het eeuwigdurend evangelie’ (Leer en Verbonden 79:1). Net als de zonen van Mosiah kun je met de macht en het gezag van God onderwijzen (zie Alma 17:2–3).
Op aanwijzing van Christus is het gezag om het evangelie te prediken door de profeet Joseph Smith hersteld. Je ontving dat gezag toen je als zendeling werd aangesteld. Daarbij hoort het recht, het voorrecht en de verantwoordelijkheid om de Heer te vertegenwoordigen en in zijn evangelie te onderwijzen.
Bij dat gezag hoort ook de verantwoordelijkheid om overeenkomstig je roeping te leven. Neem je aanstelling serieus. Keer je af van zonde en alles wat grof of vulgair is. Keer je af van de handel- en denkwijzen van de wereld. Houd je aan de zendingsnormen voor discipelen van Jezus Christus. Wees als vertegenwoordiger van de Heer ‘een voorbeeld voor de gelovigen’ (1 Timotheüs 4:12). Eer de naam van Jezus Christus in woord en in daad.
Naast gezag heb je ook geestelijke macht nodig om je roeping te vervullen. God zal je geestelijke macht geven als je voortdurend je getuigenis versterkt van Hem, Jezus Christus en de evangeliewaarheden waarin je onderwijst. Hij schenkt je geestelijke macht als je bidt, de Schriften bestudeert en je doel als zendeling probeert te verwezenlijken. Hij verleent je geestelijke macht als je ernaar streeft zijn geboden en de verbonden na te leven die met de heilsverordeningen gepaard gaan (zie Leer en Verbonden 35:24).
Geestelijke macht kan zich openbaren wanneer je:
-
de Schriften gebruikt om mensen te onderwijzen, ze meer inzicht in evangeliewaarheden geeft en ze laat zien hoe ze deze waarheden kunnen toepassen (zie 1 Nephi 19:23; Alma 26:13; 31:5);
-
geleid wordt door de Geest om de woorden van de Heer te spreken (zie Leer en Verbonden 84:85);
-
geleid wordt om te weten waarheen te gaan en wat te doen (zie Leer en Verbonden 28:15; 31:11; 75:26–27);
-
je onderricht en getuigenis door de Geest bevestigd krijgt (zie 2 Nephi 33:1; Leer en Verbonden 100:5–8);
-
aan de heilsverordeningen deelneemt (zie Leer en Verbonden 84:19–20);
-
een priesterschapszegen geeft als je ouderling bent (zie Jakobus 5:14–15);
-
bidt met en voor de mensen met wie je werkt (zie Alma 6:6; 8:18–22; 10:7–11; 31:26–35; Leer en Verbonden 75:19);
-
je liefde en dankbaarheid voor de Heer, je familieleden, medezendelingen en andere mensen uit (zie Leer en Verbonden 59:7; 78:19).
Streef naar het gezelschap van de Heilige Geest
Toen je werd bevestigd als lid van de kerk, ontving je de gave van de Heilige Geest. Tijdens je zending en in je leven daarna zul je het gezelschap van de Heilige Geest hard nodig hebben (zie 1 Nephi 10:17; 3 Nephi 19:9). De Heilige Geest is het derde lid van de Godheid.
De Heilige Geest leidt, onderwijst en troost je. Je wordt door Hem gereinigd en geheiligd. Hij getuigt van waarheid, en van de Vader en de Zoon. Hij zet jou en de mensen die je onderwijst aan tot bekering. (Zie 3 Nephi 27:20; 28:11; Ether 12:41; Moroni 8:26; 10:5; Johannes 15:26.)
De Heilige Geest zal je ‘alle dingen tonen die [je] behoort te doen’ (2 Nephi 32:5). Hij zal je capaciteiten en roeping als zendeling veel groter maken dan je zelf zou kunnen.
De Heilige Geest bij je hebben, moet een van je grootste verlangens zijn. Je zult zijn gezelschap voelen wanneer je:
-
bidt (zie Leer en Verbonden 42:14);
-
de woorden van God als een schat verzamelt (zie Leer en Verbonden 11:21; 84:85);
-
je hart zuivert (zie Leer en Verbonden 112:28);
-
de geboden onderhoudt (zie Leer en Verbonden 130:20–21);
-
iedere week aan het avondmaal deelneemt (zie Moroni 4–5; Leer en Verbonden 20:77, 79).
‘Ik smeek u om uw geestelijk vermogen om openbaring te ontvangen te vergroten. […] Besluit het geestelijk werk te verzetten dat nodig is om de gave van de Heilige Geest te genieten en de stem van de Geest vaker en duidelijker te horen.’ (Russell M. Nelson, ‘Openbaring voor de kerk, openbaring voor onszelf’, Liahona, mei 2018, 96.)
Leer de Geest herkennen
Je gaat je doel als zendeling beter verwezenlijken wanneer je de Heilige Geest leert herkennen en zijn leiding leert volgen. De Geest communiceert meestal op rustige wijze door je gevoelens en gedachten. Wijd je aan het streven naar, herkennen van en gehoor geven aan deze subtiele influisteringen. Die komen op veel verschillende manieren (zie hoofdstuk 4; zie ook Leer en Verbonden 8:2–3; 11:12–14; Galaten 5:22–23).
Onderwijs met de Geest
Het evangelie van Jezus Christus is ‘een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft’ (Romeinen 1:16). Daarom moet de boodschap van het herstelde evangelie met goddelijke macht, de macht van de Heilige Geest, worden verkondigd.
De Heer heeft gezegd: ‘De Geest zal u gegeven worden door het gelovige gebed; en indien u de Geest niet ontvangt, zult u niet onderwijzen’ (Leer en Verbonden 42:14; zie ook 50:13–14, 17–22). Als je met de macht van de Heilige Geest onderwijst, zal Hij:
-
je waarheden bekendmaken en je de leerstellingen die je hebt bestudeerd in herinnering brengen (zie Johannes 14:26);
-
je de woorden ingeven die je op dat moment moet spreken (zie Leer en Verbonden 84:85);
-
je boodschap overbrengen tot het hart van de mensen die je onderwijst (zie 2 Nephi 33:1);
-
je helpen zodat jij en wie door de Geest ontvangen elkaar kunnen begrijpen, worden opgebouwd en jullie tezamen verblijden (zie Leer en Verbonden 50:17–22);
-
getuigen van de waarheid van je boodschap, en je woorden bevestigen aan de mensen die je ontvangen (zie Leer en Verbonden 100:5–8).
De Heer zal je overvloedig zegenen als je de Heilige Geest zoekt, op Hem vertrouwt en met Hem onderwijst (zie hoofdstuk 4 en 10).
Het evangelie en de leer van Christus
Het evangelie van Jezus Christus geeft aan wat je boodschap en doel zijn. Het maakt het ‘wat’ en ‘waarom’ van je zending duidelijk. Zijn evangelie omvat alle leerstellingen, beginselen, wetten, geboden, verordeningen en verbonden die noodzakelijk zijn voor ons heil en onze verhoging.
De evangelieboodschap luidt dat we aanspraak kunnen maken op de verlossende macht van Jezus Christus door geloof in Hem te oefenen, ons te bekeren, ons te laten dopen, de gave van de Heilige Geest te ontvangen en tot het einde toe te volharden (zie 3 Nephi 27:13–22).
Dat wordt ook wel de leer van Christus genoemd. We komen tot Christus en worden verlost als we die leer naleven (zie 1 Nephi 15:14). Dat wordt op krachtige wijze in het Boek van Mormon uitgelegd (zie 2 Nephi 31; 32:1–6; 3 Nephi 11:31–40). Het is jouw doel om mensen dichter tot Christus te brengen door hen zijn leer te helpen naleven.
‘Verkondig de fundamentele beginselen van het evangelie – predik ze steeds opnieuw. Dan zult u er iedere dag nieuwe ideeën en meer licht over ontvangen. Denk over die beginselen na, zodat ze u steeds duidelijker worden. Dan zult u ze duidelijker kunnen uitleggen aan de mensen die u onderwijst.’ (Hyrum Smith, in History, 1838–1856, deel E-1 [1 juli 1843–30 april 1844], 1994, josephsmithpapers.org.)
Geloof in Jezus Christus
Geloof is het fundament voor alle andere evangeliebeginselen. Het is een handelings- en machtsbeginsel.
Wil ons geloof tot heil leiden, dan moet het op Jezus Christus gericht zijn. De Heiland heeft gezegd: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft’ (Johannes 3:16).
Geloof in Jezus Christus houdt in dat we geloven dat Hij de eniggeboren Zoon van God is. Het betekent dat we ons vertrouwen in Hem als onze Heiland en Verlosser stellen (zie Mosiah 3:17; 4:6–10; Alma 5:7–15). Het houdt in dat we Hem, zijn woorden, leringen en beloften volledig vertrouwen. Ons geloof in Christus neemt toe wanneer we zijn leringen en voorbeeld met een volmaakt voornemen van hart volgen (zie 2 Nephi 31:6–13; 3 Nephi 27:21–22).
Als zendeling help je mensen toezeggingen te doen en na te komen, waardoor hun geloof in Jezus Christus wordt versterkt. Die toezeggingen bereiden hen voor op het ontvangen van verordeningen, en het sluiten en nakomen van heilige verbonden met God.
Bekering
Geloof in Jezus Christus leidt tot bekering (zie Helaman 14:13). Bekering is het proces waarbij we ons tot God wenden en van zonde afkeren. Wanneer we ons bekeren, veranderen onze daden, verlangens en gedachten zodat die meer in overeenstemming zijn met Gods wil.
De Heiland heeft met zijn zoenoffer de prijs voor onze zonden betaald (zie Mosiah 15:9; Alma 34:15–17). Wanneer we ons bekeren, ontvangen we vergeving dankzij Jezus Christus en zijn zoenoffer. Hij maakt immers aanspraak op zijn recht op barmhartigheid voor de boetvaardigen (zie Moroni 7:27–28). Volgens de profeet Lehi ‘komt [onze] verlossing […] door de verdiensten en de barmhartigheid en de genade van de heilige Messias’ (2 Nephi 2:6, 8).
Bekering is veel meer dan met wilskracht bepaald gedrag veranderen of een zwakheid overwinnen. Bekering houdt in dat we ons oprecht tot Christus wenden. Hij geeft ons de kracht om een ‘machtige verandering’ in ons hart te ondergaan (zie Alma 5:12–14). Bekering betekent ook dat we ons nederig aan de Geest overgeven en ons aan Gods wil onderwerpen. Wanneer we ons bekeren, dienen we God en gehoorzamen we de geboden met meer toewijding. We worden dan geestelijk in Christus wedergeboren.
Bekering is een positief beginsel dat tot vreugde en gemoedsrust leidt. Bekering voert ons ‘tot de macht van de Verlosser, tot redding van [onze] ziel’ (Helaman 5:11).
Maak mensen stoutmoedig en liefdevol duidelijk waarom ze zich moeten bekeren. Wanneer je mensen vraagt om toezeggingen te doen, nodig je ze uit om zich te bekeren en bied je ze hoop.
Doop
Geloof in Jezus Christus en bekering bereiden ons voor op de verordening van de doop. ‘De eerste vrucht van de bekering is de doop’ (Moroni 8:25). We gaan de poort naar het eeuwige leven binnen wanneer we ons laten dopen door onderdompeling door iemand die het gezag van God bezit.
Bij onze doop sluiten we een verbond met God. Als we dat verbond naleven, belooft God ons het gezelschap van de Heilige Geest, vergeving van onze zonden en lidmaatschap in de Kerk van Jezus Christus (zie Leer en Verbonden 20:77, 79; Moroni 6:4). Dankzij deze vreugdevolle en hoopvolle verordening worden we tot de Heer vergaderd en geestelijk wedergeboren.
Het draait allemaal om de doop en de bevestiging van de mensen die je onderwijst. Maak ze duidelijk dat ze aan de vereisten in Leer en Verbonden 20:37 moeten voldoen, voordat ze in aanmerking komen voor de doop.
Bevestiging en gave van de Heilige Geest
De doop bestaat uit twee onderdelen: de doop met water en de doop met de Geest. Na de doop met water is de doop pas volledig wanneer we door handoplegging zijn bevestigd door iemand die het gezag van God bezit. Met de bevestiging ontvangen we de gave van de Heilige Geest en vergeving van onze zonden.
De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘De doop in water is slechts een halve doop, en stelt niets voor zonder de andere helft – namelijk de doop met de Heilige Geest.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 103.)
Alma heeft gezegd: ‘Het gehele mensdom moet worden wedergeboren, […] ja, geboren uit God, veranderd van hun vleselijke en gevallen staat in een staat van rechtvaardigheid, waardoor zij, door God verlost, zijn zonen en dochters worden; en aldus worden zij nieuwe schepselen’ (Mosiah 27:25–26).
Voor de boetvaardigen is de doop met water en de Heilige Geest een geestelijke wedergeboorte.
Tot het einde toe volharden
Jezus Christus volgen houdt onze levenslange toewijding in. We volharden tot het einde door gedurende ons leven geloof in Christus te blijven oefenen, ons dagelijks te bekeren, alle verordeningen en verbonden van het evangelie te ontvangen, die verbonden na te komen en de Heilige Geest bij ons te hebben. Dat betekent ook dat we aan het avondmaal deelnemen om de verbonden te hernieuwen die we hebben gesloten.
Het evangelie: het pad dat ons naar onze hemelse Vader terugvoert
Het evangelie van Jezus Christus heeft een uitwerking op hoe we ons leven leiden en wie we worden. Evangeliebeginselen zijn geen stappen die we slechts eenmaal in ons leven zetten. Nemen we die stappen herhaaldelijk, dan komen we dichter tot God en worden ze steeds meer een zegenrijk levenspatroon. Ze leiden dan tot gemoedsrust, genezing en vergeving. Ze geven ook het pad aan dat onze hemelse Vader heeft gegeven, zodat we eens met Hem het eeuwig leven hebben.
Het evangelie van Jezus Christus is de leidraad in je werk als zendeling. Het bepaalt je inspanningen. Mensen zullen met jouw hulp geloof in Jezus Christus tot bekering krijgen (zie Alma 34:15–17). Verkondig en getuig dat de volheid van het evangelie van Jezus Christus en het gezag van het priesterschap zijn hersteld. Nodig mensen uit om zich te laten dopen en de leringen van de Heiland na te leven.
Het evangelie van Jezus Christus is al Gods kinderen tot zegen
Het evangelie van Jezus Christus is voor al Gods kinderen. In de Schriften staat: ‘Allen zijn voor God gelijk.’ Hij nodigt ‘allen uit om tot Hem te komen en deel te hebben aan zijn goedheid; en Hij verwerpt niemand die tot Hem komt’ (2 Nephi 26:33).
Het evangelie is ons tijdens ons leven hier op aarde en in de eeuwigheid tot zegen. De kans op geluk, individueel en als gezin, is het grootst als we naar de leringen van Jezus Christus leven. (Zie Mosiah 2:41; ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, ChurchofJesusChrist.org.) Het evangelie naleven geeft ons meer vreugde, heeft invloed op ons handelen en verrijkt onze relaties.
Een van de mooiste boodschappen van het herstelde evangelie is dat we allemaal deel van Gods gezin uitmaken. Wij zijn zijn geliefde zonen en dochters. Het maakt niet uit hoe onze aardse gezinssituatie eruitziet. We horen allemaal bij het gezin van God.
Een andere geweldige boodschap is dat gezinnen voor eeuwig verenigd kunnen worden. Het gezin is door God ingesteld. Hedendaagse profeten hebben gezegd:
‘Het goddelijk plan van geluk [van onze hemelse Vader] maakt het mogelijk dat familiebanden ook na de dood blijven bestaan. Heilige verordeningen en verbonden die in heilige tempels beschikbaar zijn, maken het mogelijk dat de mens in de tegenwoordigheid van God terugkeert en dat het gezin voor eeuwig verenigd wordt.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.)
Voor veel mensen lijken een huwelijk en liefdevolle gezinsrelaties niet weggelegd. Velen hebben een echtscheiding of andere moeilijke gezinssituatie doorgemaakt. Het evangelie is ons echter persoonlijk tot zegen, ongeacht onze gezinssituatie. Als wij trouw zijn, zal God voor ons de weg bereiden zodat we de zegeningen van een liefdevol gezin in dit leven of in het hiernamaals kunnen ontvangen (zie Mosiah 2:41).
De boodschap van de herstelling: het fundament van geloof
Waar je ook dient of wie je ook onderwijst, stel Jezus Christus en de herstelling van zijn evangelie centraal in je onderwijs. Wanneer je de leerstellingen in de zendelingenlessen bestudeert, zie je dat we één boodschap hebben: Jezus is de Christus, onze Heiland en Verlosser. Door middel van een hedendaagse profeet heeft onze hemelse Vader de kennis over zijn heilsplan hersteld. Jezus Christus staat centraal in dat plan. De Heiland heeft het door zijn zoenoffer mogelijk gemaakt dat we allemaal van zonde en de dood worden gered, en naar onze hemelse Vader kunnen terugkeren.
Zorg dat alle mensen die je onderwijst het volgende begrijpen:
-
God is letterlijk onze Vader in de hemel. Hij heeft ons volmaakt lief. Ieder mens op aarde is een kind van God en maakt deel uit van zijn gezin.
-
Onze hemelse Vader heeft ons een plan gegeven waardoor we onsterfelijkheid en eeuwig leven, zijn grootste zegeningen, kunnen ontvangen (zie Mozes 1:39). We zijn naar de aarde gekomen om te leren, te groeien en ons op de volheid van zijn zegeningen voor te bereiden.
-
Als onderdeel van zijn plan heeft onze hemelse Vader ons geboden gegeven die ons leiden en ons helpen bij Hem terug te keren (zie bijvoorbeeld Exodus 20:3–17).
-
Iedereen begaat zonden, en iedereen sterft. Omdat onze hemelse Vader ons liefheeft, heeft Hij zijn zoon, Jezus Christus, gezonden om ons van zonde en de dood te verlossen.
-
Dankzij het zoenoffer van Jezus kunnen we van onze zonden gereinigd worden als we ons bekeren, en ons laten dopen en bevestigen. Zo ervaren we vrede, kunnen we bij God terugkeren en een volheid van vreugde ontvangen.
-
Dankzij de opstanding van Jezus zullen we na onze dood allemaal opstaan. Dit houdt in dat de geest en het lichaam van elk mens herenigd worden en eeuwig voortleven.
-
Door de hele Bijbelse geschiedenis heen heeft de Heer zijn evangelie door middel van profeten geopenbaard en zijn kerk gesticht. Keer op keer wezen de meeste mensen het af. In de tijd van het Oude Testament is het patroon van afvalligheid van het evangelie en de noodzaak van herstelling ervan begonnen.
-
Na de dood en opstanding van de Heiland leidden zijn apostelen een tijdlang de kerk. Met hun dood ging het priesterschapsgezag verloren en vond er weer een afval van de leringen van de Heiland plaats. Mensen brachten wijzigingen in de leer en de verordeningen aan.
-
Het evangelie van Jezus Christus werd door onze hemelse Vader door toedoen van de profeet Joseph Smith hersteld. Onze hemelse Vader en Jezus Christus verschenen in het voorjaar van 1820 aan Joseph Smith. Joseph Smith ontving later priesterschapsgezag en kreeg de opdracht om de Kerk van Jezus Christus opnieuw op aarde te stichten.
Maak duidelijk dat de Kerk van Jezus Christus niet slechts de zoveelste godsdienst of een Amerikaanse kerk is. Het gaat hier om een herstelling van de ‘volheid van [het] evangelie’ van Jezus Christus (Leer en Verbonden 1:23). De kerk en het evangelie zullen nooit meer van de aarde worden weggenomen.
Het Boek van Mormon, eveneens een testament aangaande Jezus Christus, getuigt van Jezus Christus en zijn goddelijke zending als Verlosser van de wereld. Het is ook een krachtig getuigenis dat Jezus Christus zijn evangelie en kerk door de profeet Joseph Smith heeft hersteld. Vraag de mensen of zij het Boek van Mormon willen lezen en erover willen bidden, en help ze daarbij.
Vertrouw op de geweldige belofte in Moroni 10:3–5. Moedig de mensen aan God oprecht en met een eerlijke bedoeling te vragen of het Boek van Mormon het woord van God is. Met een eerlijke bedoeling bidden, betekent gewillig zijn om gehoor te geven aan het getuigenis dat we van de Heilige Geest ontvangen. Dat getuigenis wordt het fundament van iemands geloof dat Christus zijn kerk heeft hersteld. Help de mensen die je onderwijst naar die geestelijke bevestiging te streven.
Draag bij aan de vestiging en opbouw van de kerk
Toen Jezus Christus zijn kerk herstelde, gaf Hij de profeet Joseph Smith en anderen de opdracht die te ‘vestigen’ en ‘op te bouwen’ (Leer en Verbonden 31:7; 39:13). De kerk wordt gevestigd en opgebouwd wanneer mensen met een getuigenis zich laten dopen en bevestigen, hun verbonden naleven, zich op de tempel voorbereiden en hun wijk of gemeente versterken.
Als zendeling help je mee de kerk van de Heiland te vestigen en op te bouwen. Dat kan op veel verschillende manieren. Je kunt de leden ondersteunen wanneer ze het evangelie delen volgens de beginselen liefhebben, delen en uitnodigen (zie Algemeen handboek, 23.1). Je kunt ertoe bijdragen dat mensen zich laten dopen en groeien in hun geloof. Je kunt nieuwe leden aan hun nieuwe leven helpen wennen en hun geestelijke groei bevorderen. Je kunt er ook toe bijdragen dat terugkerende leden hun geloof in Jezus Christus versterken.
Nieuwe en terugkerende leden groeien in hun geloof en getuigenis wanneer ze zien hoe het evangelie in hun leven werkt. Om dit teweeg te brengen, is het belangrijk dat ze:
-
vrienden hebben die lid zijn van de kerk;
-
een taak in de kerk krijgen;
-
door Gods woord gevoed worden.
(Zie Gordon B. Hinckley, ‘Converts and Young Men’, Ensign, mei 1997, 47.)
Zendelingen, plaatselijke leidinggevenden en andere kerkleden moeten de kans om nieuwe en terugkerende leden te voeden en versterken met beide handen aangrijpen. Op deze manier houden we hen ‘op het rechte pad’ (Moroni 6:4).
Stel goede daden
Tijdens zijn aardse bediening diende de Heiland anderen. Hij trok rond ‘terwijl Hij goeddeed’ en ‘predikte het Evangelie’ (Handelingen 10:38; Mattheüs 4:23). Als je zijn voorbeeld volgt, ga je mensen vinden die je van dienst kunt zijn en die je zullen ontvangen.
Door te dienen, leef je de twee grote geboden na: God en je naaste liefhebben (zie Mattheüs 22:36–40; 25:40; Mosiah 2:17). Zo komen jij en andere mensen op onmiskenbaar inspirerende wijze met elkaar in contact.
Als zendeling doe je iedere week aan dienstbetoon (zie voor informatie en richtlijnen Zendingsnormen, 2.7 en 7.2). Op aanwijzing van je zendingspresident kun je (indien toegestaan) via JustServe dienstbetoonmogelijkheden in je omgeving vinden en hulp verlenen bij nood- en humanitaire hulpacties van de kerk.
Bid en let tijdens de dag op gelegenheden om spontaan goede daden te stellen. Volg de ingevingen van de Geest om iets kleins en vriendelijks voor iemand te doen.
‘Wilt u gelukkig zijn? Cijfer uzelf dan weg en verlies uzelf in dit grote werk. Span u in om andere mensen te helpen. […] Vervolmaak u, help mensen met zwakke knieën, hef de handen op van hen die slap hangen. Leef het evangelie van Jezus Christus na.’ (Gordon B. Hinckley, Leringen van kerkpresidenten: Gordon B. Hinckley [2016], 216.)
Een succesvolle zendeling
Je succes als zendeling wordt vooral bepaald door je verlangen en inzet om (potentiële) bekeerlingen te zoeken, onderwijzen, dopen en bevestigen, en te zorgen dat ze trouwe volgelingen van Christus en leden van zijn kerk worden (zie Alma 41:3).
Je succes wordt niet bepaald door het aantal mensen dat je onderwijst of doopt, of door de leiderschapsfuncties die je bekleedt.
Je succes hangt niet af van hoe anderen op jou, je uitnodigingen of je oprechte vriendelijke daden reageren. Het staat mensen vrij om de evangelieboodschap al dan niet te aanvaarden. Het is jouw taak om duidelijk en met macht te onderwijzen, zodat zij een weloverwogen keuze kunnen maken die ze tot zegen zal zijn.
Denk eens aan de gelijkenis van de Heiland over de talenten in Mattheüs 25:14–28. De heer, die de Heer voorstelt, prees zijn twee trouwe dienaren, hoewel hun offergaven niet even groot waren (zie Mattheüs 25:21, 23). Hij gaf ze dezelfde beloning en nodigde ze uit ‘de vreugde van [hun] heer’ in te gaan, omdat ze aan de slag waren gegaan met wat ze hadden ontvangen.
God heeft jou talenten en gaven gegeven om in zijn dienst te gebruiken. Jij hebt andere talenten en gaven dan iemand anders. Ze zijn allemaal belangrijk, ook de minder opvallende talenten en gaven. Hij zal ze grootmaken en gebruiken om wonderen te verrichten als jij ze aan Hem toewijdt.
Vergelijk jezelf niet met andere zendelingen. Laat je er ook niet toe verleiden om jouw resultaten met die van andere zendelingen te vergelijken. Jezelf met anderen vergelijken pakt vrijwel altijd negatief uit, met bijvoorbeeld ontmoediging of hoogmoed tot gevolg. Het is vaak ook misleidend. De Heer verlangt dat jij je best doet en dat je Hem met geheel jouw hart, macht, verstand en kracht dient (zie Leer en Verbonden 4:2).
Het doet je misschien verdriet als mensen het evangelie nog niet willen aanvaarden. Je raakt soms misschien ontmoedigd. Zelfs de geweldige zendelingen en profeten uit de Schriften waren soms ontmoedigd (zie 2 Nephi 4:17–19; Alma 26:27). Volg op zulke momenten het voorbeeld van Nephi. Wend je tot de Heer, stel je vertrouwen in Hem, bid om kracht en denk aan de goede dingen die Hij voor jou heeft gedaan (zie 2 Nephi 4:16–35).
Wend je op moeilijke momenten tot de Heer. Hij heeft beloofd: ‘Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u’ (Jesaja 41:10). Als je geloof in Christus oefent, zul je gemoedsrust vinden en beseffen dat je inspanningen goed genoeg zijn. Met je geloof en rechtschapen verlangens blijf je dan voorwaarts gaan.
Blijf je toewijden aan Christus en je doel als zendeling, en staar je niet blind op je resultaten. Vaak zie je die resultaten niet direct. Blijf ondanks de moeilijkheden waarmee je kampt hoge verwachtingen houden. Als je hoge verwachtingen koestert, komt dat je effectiviteit en verlangen ten goede. Je bent dan ook beter in staat om naar de Geest te luisteren.
Hieronder staan enkele punten waaraan je je toewijding aan de Heer en je inspanningen om als zendeling te slagen, kunt afmeten.
-
Je streeft er oprecht naar een discipel van Jezus Christus te zijn, van Hem te leren en steeds een beetje beter te worden (zie Johannes 8:31; 2 Nephi 28:30).
-
Je ontwikkelt christelijke eigenschappen (zie 2 Petrus 1:2–9; Leer en Verbonden 4:5–6).
-
Je hebt mensen oprecht lief en doet elke dag je best om zielen tot Christus te brengen (zie 1 Korinthe 13; Moroni 7:45–48).
-
Je helpt en nodigt mensen uit om toezeggingen te doen en na te komen, waardoor hun geloof in de Heiland wordt versterkt.
-
Je bestudeert de Schriften en bidt oprecht om dank te zeggen en goddelijke hulp te vragen (zie Johannes 5:39; 2 Nephi 32:3; Enos 1:4; Alma 37:37; Leer en Verbonden 26:1).
-
Je onderhoudt Gods geboden en neemt de zendingsnormen in acht (zie Leer en Verbonden 35:24).
-
Je leeft op zo’n manier dat de Geest je kan laten weten waar je heen moet, wat je moet doen en wat je moet zeggen (zie Leer en Verbonden 18:18; 42:14).
-
Je stelt doelen, maakt plannen en voert ze uit met een gebed in je hart (zie Lukas 14:28; Leer en Verbonden 88:119).
-
Je versterkt en bouwt je toegewezen wijk of gemeente op (zie Leer en Verbonden 18:5).
-
Je doet goed en grijpt elke gelegenheid aan om mensen te helpen, of ze je boodschap nu aanvaarden of niet (zie Handelingen 10:38).
Als je je best doet, zul je soms nog steeds teleurgesteld raken, maar zul je niet teleurgesteld zijn in jezelf. Je mag ervan uitgaan dat de Heer tevreden is als je voelt dat de Geest bij je is.
Ideeën voor studie en toepassing
Individuele studie
-
Overdenk wat het betekent om een stem tot waarschuwing te laten horen (zie Jakob 3:12; Leer en Verbonden 1:4; 38:41; 63:57–58; 88:81; 112:5; Ezechiël 3:17–21; 33:1–12). Schrijf in je eigen woorden op wat dat betekent en hoe jij die stem kunt laten klinken.
-
Denk aan de gebeurtenissen in je leven die jouw getuigenis van Joseph Smith en de herstelling hebben versterkt. Noteer je inzichten.
Studie met je collega en uitwisseling van collega’s
-
Kies een van de volgende geweldige zendelingen uit en lees de genoemde Schriftteksten. Bespreek tijdens het lezen hoe deze zendeling (1) zijn roeping begreep en volledig was toegewijd, (2) liet blijken wat zijn houding en verlangen ten aanzien van het werk was, en (3) anderen hielp het evangelie aan te nemen.
-
Alma (Mosiah 18)
-
Ammon, Aäron en de andere zonen van Mosiah (Alma 17–22; 23:1–6; 26)
-
Nephi en Lehi (Helaman 5)
-
Petrus (Handelingen 2)
-
Paulus (Handelingen 16)
-
-
Zoek twee lofzangen over de herstelling van het evangelie op. Lees of zing de lofzangen. Bespreek de betekenis van de woorden.
Districtsraad, zoneconferenties en zendingsleidingsraad
-
Nodig twee of drie nieuwe leden uit om iets over hun bekeringsproces te komen vertellen. Wat vonden ze van de zendelingen? Wat vonden ze van de boodschap van de zendelingen? Wat hielp ze om hun toezeggingen na te komen? Wat was het meest van invloed op hun bekering?
-
Vraag een paar zendelingen enkele dagen vóór de bijeenkomst of zij willen nadenken over bepaalde vragen onder ‘Ter overweging’ aan het begin van dit hoofdstuk. Laat iedere zendeling een toespraak van twee of drie minuten voorbereiden over de betreffende vraag. Geef de zendelingen in de districtsraad of zoneconferentie de tijd om hun toespraak te houden. Bespreek na de toespraken wat ze hebben geleerd en hoe ze dat in het zendingswerk kunnen gebruiken.
-
Deel de zendelingen in vier groepen op. Laat iedere groep zoveel mogelijk waarheden, verbonden en verordeningen opschrijven die door middel van de profeet Joseph Smith zijn hersteld en geopenbaard. Laat iedere groep over hun bevindingen vertellen. Laat de zendelingen vertellen welke invloed deze geopenbaarde waarheden op hen hebben gehad.
-
Bespreek wat het inhoudt om een succesvolle zendeling te zijn. Vraag de zendelingen naar specifieke voorbeelden.
Zendingsleiders en -raadgevers
-
Vraag uw zendelingen regelmatig tijdens officiële of informele gesprekken naar het volgende:
-
hun getuigenis van Jezus Christus;
-
hun getuigenis van het herstelde evangelie en de zending van Joseph Smith;
-
hun getuigenis van het Boek van Mormon;
-
hun gedachten over hun doel als zendeling.
-
-
Moedig de zendelingen aan om in hun studiedagboek te noteren wat volgens hen het doel van hun zending is. In een officieel of informeel gesprek kunt u ze dan vragen wat ze hebben opgeschreven.
-
Stuur nieuwe leden een brief waarin u ze welkom heet.