Afdeling 60
Openbaring gegeven bij monde van de profeet Joseph Smith op 8Â augustus 1831 te Jackson County (Missouri). Bij deze gelegenheid wilden de ouderlingen die naar Jackson County waren gereisd en aan de inwijding van het land en het tempelterrein hadden deelgenomen, weten wat ze moesten doen.
1–9: de ouderlingen moeten het evangelie prediken in de kerkgemeenten van de goddelozen; 10–14: zij moeten hun tijd niet verbeuzelen, noch hun talenten verbergen; 15–17: zij mogen hun voeten wassen als een getuigenis tegen hen die het evangelie verwerpen.
1 Zie, aldus zegt de Heer tot de ouderlingen van zijn kerk die spoedig moeten terugkeren naar het land vanwaar zij gekomen zijn: Zie, het behaagt Mij dat u hierheen gekomen bent;
2 maar in sommigen heb Ik geen welbehagen, want zij willen hun mond niet opendoen, maar zij verbergen het talent dat Ik hun gegeven heb, uit vrees voor de mensen. Wee hun, want mijn toorn is tegen hen ontbrand.
3 En het zal geschieden, indien zij Mij niet getrouwer zijn, dat het ontnomen zal worden, ja, hetgeen zij hebben.
4 Want Ik, de Heer, heers boven in de hemelen en te midden van de legerscharen van de aarde; en ten dage dat Ik mijn juwelen bijeenbreng, zullen alle mensen weten wat het is dat getuigt van de macht van God.
5 Maar voorwaar, Ik zal tot u spreken aangaande uw reis naar het land vanwaar u gekomen bent. Laat er een vaartuig worden gebouwd of gekocht, naar het u goeddunkt, voor Mij doet het er niet toe, en begeeft u spoedig op reis naar de plaats die St. Louis genoemd wordt.
6 En laten mijn dienstknechten Sidney Rigdon, Joseph Smith jr. en Oliver Cowdery zich van daaruit op reis begeven naar Cincinnati;
7 en laten zij in die plaats hun stem verheffen en mijn woord met luide stem verkondigen, zonder toorn of twijfel, met opheffing van heilige handen tot hen. Want Ik kan u heilig maken, en uw zonden zijn u vergeven.
8 En laten de overigen zich vanuit St. Louis op reis begeven, twee aan twee, en het woord prediken, zonder haast, in de kerkgemeenten van de goddelozen, totdat zij teruggekeerd zijn in de gemeenten vanwaar zij gekomen zijn.
9 En dit alles voor het welzijn van de kerkgemeenten; met dat oogmerk heb Ik hen gezonden.
10 En laat mijn dienstknecht Edward Partridge van het geld dat Ik hem gegeven heb, een gedeelte afstaan aan mijn ouderlingen wie het geboden is terug te keren;
11 en wie daartoe in staat is, laat hem het terugbetalen door middel van de gevolmachtigde; en wie er niet toe in staat is, van hem wordt het niet vereist.
12 En nu spreek Ik over de overigen die naar dit land zullen komen.
13 Zie, zij zijn gezonden om mijn evangelie in de gemeenten van de goddelozen te prediken; welnu, Ik geef hun een gebod, namelijk: U zult uw tijd niet verbeuzelen, noch zult u uw talent verbergen, opdat het niet bekend zal zijn.
14 En nadat u in het land Zion aangekomen bent en mijn woord verkondigd hebt, zult u spoedig terugkeren en mijn woord verkondigen onder de kerkgemeenten van de goddelozen, niet met haast, noch in verbolgenheid, noch met strijd.
15 En schud het stof van uw voeten af tegen hen die u niet ontvangen, niet in hun tegenwoordigheid, opdat u hen niet tart, maar in het verborgen; en was uw voeten, als een getuigenis tegen hen in de dag van het oordeel.
16 Zie, dit is voldoende voor u, en de wil van Hem die u gezonden heeft.
17 En bij monde van mijn dienstknecht Joseph Smith jr. zal het worden bekendgemaakt aangaande Sidney Rigdon en Oliver Cowdery. Het overige hierna. Ja, amen.