In de Schriften heeft vergeven gewoonlijk een van de twee volgende betekenissen: (1) Wanneer God de mensen vergeeft, herroept Hij, of ziet Hij af van de straf die op die zonde staat. Door de verzoening van Christus is vergeving van zonden binnen bereik van allen die zich bekeren, behalve in geval van moord of de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest. (2) Wanneer mensen elkaar vergeven, behandelen zij elkaar met christelijke liefde en koesteren zij geen negatieve gevoelens jegens degenen die tegen hen gezondigd hebben (Matt. 5:43–45; 6:12–15; Luk. 17:3–4; 1 Ne. 7:19–21).