Tegenspoed Zie ook Kastijden, kastijding; Vervolgen, vervolging; Verzoeken, verzoeking; Volharden Door tegenspoed — beproevingen, moeilijkheden, en pijn — kan de mens, door zich tot de Heer te wenden, veel ervaringen opdoen die tot geestelijke groei en eeuwige vooruitgang voeren. God heeft u uit al uw ellenden en uw noden verlost, 1 Sam. 10:19. Zij riepen tot de Heer in hun benauwdheid, Ps. 107:6, 13, 19, 28. De Heer zal u wel geven brood van benauwdheid, maar uw leraren zullen zich niet langer verbergen, Jes. 30:20–21. Er moet wel een tegenstelling in alle dingen zijn, 2 Ne. 2:11. Als zij nooit het bittere hadden, konden zij het zoete niet kennen, LV 29:39. Uw tegenspoed zal slechts van korte duur zijn, LV 121:7–8. Al deze dingen zullen u ondervinding geven en voor uw bestwil zijn, LV 122:5–8. Zij proeven het bittere, opdat zij het zullen weten te waarderen, Moz. 6:55.