Uitverkoren, uitverkorenen Zie ook Roepen, roeping, door God geroepen Diegenen die door God gekozen zijn voor bijzondere taken. Ik heb een verbond gesloten met mijn uitverkorene, Ps. 89:4. Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren, Matt. 22:14 (Matt. 20:16; LV 95:5; 121:34, 40). De heiligen zijn een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, 1 Petr. 2:9. Christus was Gods Geliefde en Uitverkorene vanaf het begin, Moz. 4:2.