Gevangenschap Zie ook Vrij, vrijheid In fysieke of geestelijke knechtschap verkeren. Het huis van Israël is in ballingschap gegaan om zijn ongerechtigheid, Ezech. 39:23. Als iemand in gevangenschap voert, die gaat zelf in gevangenschap, Openb. 13:10. De goddelozen worden in de gevangenschap van de duivel gebracht, 1 Ne. 14:4, 7. De mensen zijn vrij om vrijheid en eeuwig leven te kiezen of gevangenschap en dood, 2 Ne. 2:27. De wil van het vlees geeft de geest van de duivel macht om gevangen te nemen, 2 Ne. 2:29. Bent u zich voldoende bewust gebleven van de gevangenschap van uw vaderen, Alma 5:5–6. Zij die hun hart verstokken, worden gevangengenomen door de duivel, Alma 12:11. U moet altijd waken en bidden, opdat u niet door de duivel wordt verzocht en gevankelijk door hem wordt weggevoerd, 3 Ne. 18:15.