Ammon, zoon van Mosiah Zie ook Anti-Nephi-Lehieten; Mosiah, zonen van; Mosiah, zoon van Benjamin Een zoon van koning Mosiah, uit het Boek van Mormon. Ammons toegewijde inspanningen als zendeling voeren tot de bekering van vele zielen tot Christus. Een ongelovige die ernaar streeft de kerk te vernietigen, Mos. 27:8–10, 34. Een engel verschijnt aan hem en zijn metgezellen, Mos. 27:11. Bekeert zich en begint het woord van God te prediken, Mos. 27:32–28:8. Weigert de troon om naar het land van de Lamanieten te gaan en het woord van God te prediken, Alma 17:6–9. Vast en bidt om leiding, Alma 17:8–11. Wordt gebonden voor koning Lamoni gebracht, Alma 17:20–21. Redt Lamoni’s kudden, Alma 17:26–39. Predikt tot Lamoni, Alma 18:1–19:13. Dankt God en wordt door vreugde overweldigd, Alma 19:14. Zijn bekeerlingen zijn nooit afvallig geworden, Alma 23:6. Verheugt zich erover een instrument in Gods handen te zijn om duizenden tot de waarheid te brengen, Alma 26:1–8 (Alma 26). Brengt het volk van Anti-Nephi-Lehi in veiligheid, Alma 27. Is buitengewoon verheugd om Alma te ontmoeten, Alma 27:16–18.