Bestuur Zie ook Grondwet Wanneer Jezus Christus terugkomt, zal Hij een rechtvaardig bestuur instellen. De heerschappij rust op zijn schouder, Jes. 9:5 (2 Ne. 19:6). Geef de keizer wat van de keizer is, Matt. 22:21 (LV 63:26). Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers, Rom. 13:1. Bid voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, 1 Tim. 2:1–2. Wees aan overheden en machten onderdanig en wees gehoorzaam, Tit. 3:1. Onderwerp u omwille van de Heer aan alle menselijke orde, 1 Petr. 2:13–14. Jezus Christus zal de uiteindelijke koning van de aarde zijn, Openb. 11:15. Laat rechtvaardige mannen uw koning zijn, Mos. 23:8. Laat uw aangelegenheden door de stem van het volk beslist worden, Mos. 29:26. Wanneer Hij komt, zal Christus onze heerser zijn, LV 41:4. Wie de wetten van God nakomt, hoeft de wetten van het land niet te overtreden, LV 58:21. Wanneer de goddelozen heersen, treurt het volk, LV 98:9–10. Overheden zijn door God ingesteld tot nut van de mens, LV 134:1–5. De mensen zijn verplicht de overheid te steunen en te handhaven, LV 134:5. Wij geloven onderdanig te moeten zijn aan koningen, presidenten, heersers en magistraten, Art. 1:12.