Tong Zie ook Talen, gave van Een symbool voor spraak. De heiligen moeten hun tong beheersen, met andere woorden, zij moeten hun woorden beheersen. Tong slaat ook op talen en volken. Uiteindelijk zal elke knie zich buigen en elke tong God belijden (Jes. 45:23; Rom. 14:11). Behoed je tong voor het kwaad, Ps. 34:14 (1 Petr. 3:10). Wie zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zichzelf voor benauwdheden, Spr. 21:23. Als iemand zijn tong niet in toom houdt, dan is zijn godsdienst zinloos, Jak. 1:26. Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man, Jak. 3:1–13. Het evangelie zal worden verkondigd aan elke natie, stam, taal en volk, Openb. 14:6–7 (2 Ne. 26:13; Mos. 3:13, 20; LV 88:103; 112:1). De Heer geeft alle natiën mensen van hun eigen natie en taal om zijn woord te verkondigen, Alma 29:8. Deze platen zullen uitgaan naar alle natie, geslacht, taal en volk, Alma 37:4. Verkrijg mijn woord, dan zal uw tong worden losgemaakt, LV 11:21. Eenieder zal de volheid van het evangelie in zijn eigen tong en in zijn eigen taal horen, LV 90:11.