Moord Zie ook Doodstraf; Kaïn Het opzettelijk en ongerechtvaardigd nemen van een mensenleven. Moord is een zonde die vanaf het begin is veroordeeld (Gen. 4:1–12; Moz. 5:18–41). Wie het bloed van een mens vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden, Gen. 9:6 (BJS, Gen. 9:12–13; Ex. 21:12; Alma 34:12). U zult niet doodslaan, Ex. 20:13 (Deut. 5:17; Matt. 5:21–22; Mos. 13:21; LV 59:6). Jezus zei: U zult niet doden, Matt. 19:18. Het deel van de moordenaars is de tweede dood, Openb. 21:8. Jullie zijn in je hart moordenaars, 1 Ne. 17:44. Wee de moordenaar die met voorbedachten rade doodt, 2 Ne. 9:35. God heeft de mensen geboden niet te moorden, 2 Ne. 26:32. Moord is de Heer een gruwel, Alma 39:5–6. Wie doodt, zal geen vergeving hebben, LV 42:18. Wie doodt, moet worden overgeleverd aan de wetten van het land, LV 42:79.