Wijsheid Zie ook Begrijpen, begrip; Kennis; Waarheid Het vermogen of de goddelijke gave om een juist oordeel te vellen. Iemand verkrijgt wijsheid door ervaring en studie en door Gods raad op te volgen. Zonder Gods hulp bezit de mens geen ware wijsheid (2 Ne. 9:28; 27:26). God gaf Salomo wijsheid, 1 Kon. 4:29–30. Het beginsel van wijsheid is: verwerf wijsheid, Spr. 4:7. Wie verstand verwerft, heeft zijn leven lief, Spr. 19:8. Jezus nam toe in wijsheid, Luk. 2:40, 52. Als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Jak. 1:5 (LV 42:68; GJS 1:11). Ik vertel u deze dingen opdat u wijsheid zult leren, Mos. 2:17. Leer wijsheid in je jeugd, Alma 37:35. De heiligen zullen wijsheid vinden en grote schatten aan kennis, LV 89:19. Laat wie onwetend is wijsheid leren door zich te verootmoedigen en de Heer aan te roepen, LV 136:32.