Heerlijkheid Zie ook Graden van heerlijkheid; Licht, licht van Christus; Waarheid In de Schriften slaat heerlijkheid dikwijls op Gods licht en waarheid. Het kan ook slaan op lof en eer en een bepaalde toestand van het eeuwige leven of op de heerlijkheid van God. Heilig is de Heer van de legermachten; heel de aarde is vol van zijn heerlijkheid, Jes. 6:3 (2 Ne. 16:3). Wij worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, 2 Kor. 3:18. Hij zal mij opwekken om in heerlijkheid bij Hem te wonen, Alma 36:28. De heerlijkheden die in de opstanding worden ontvangen, zullen onderling verschillen overeenkomstig de betoonde rechtvaardigheid, LV 76:50–119. De heerlijkheid van God is intelligentie, LV 93:36. Gods heerlijkheid is de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen, Moz. 1:39. Ik zag twee Personen, wier glans en heerlijkheid elke beschrijving tarten, GJS 1:17.