Anderen kennis geven, vooral aangaande de waarheden van het evangelie, en hen tot rechtschapenheid leiden. Allen die anderen het evangelie leren, moeten door de Geest worden geleid. Alle ouders zijn leerkracht in hun eigen gezin. De heiligen dienen te streven naar instructie van de Heer en zijn leiders en moeten bereid zijn die te aanvaarden.
Wij weten dat U van God gekomen bent als leraar, Joh. 3:2 .
U die een ander onderwijst, onderwijst u uzelf niet, Rom. 2:21 .
Ik ben enigermate onderwezen in al de geleerdheid van mijn vader, 1 Ne. 1:1 (Enos 1:1 ).
Priesters en leraren moeten het volk met alle ijver het woord van God leren, anders komen de zonden van het volk op hun eigen hoofd neer, Jakob 1:18–19 .
Luister naar mij en open uw oren, Mos. 2:9 .
Leer uw kinderen elkaar lief te hebben en elkaar te dienen, Mos. 4:15 .
Vertrouw niemand als uw leraar, tenzij het een man Gods is, Mos. 23:14 .
De Heer stortte zijn Geest uit over het gehele land om het gemoed van de mensenkinderen erop voor te bereiden het woord te ontvangen, Alma 16:16 .
Zij leerden met kracht en gezag van God, Alma 17:2–3 .
Hun moeders hadden hun geleerd, Alma 56:47 (Alma 57:21 ).
Voor zover zij wijsheid zochten, konden zij onderricht worden, LV 1:26 .
Leer elkaar overeenkomstig het ambt waartoe Ik u heb aangewezen, LV 38:23 .
Onderwijs in de beginselen van mijn evangelie, die in de Bijbel en het Boek van Mormon staan, LV 42:12 .
U zult onderwezen worden van omhoog, LV 43:15–16 .
Ouders moeten hun kinderen onderwijzen, LV 68:25–28 .
Onderwijs elkaar in de leer van het koninkrijk, LV 88:77–78, 118 .
Wijs onder u een leraar aan, LV 88:122 .
U hebt uw kinderen geen licht en waarheid bijgebracht, en dat is de oorzaak van uw ellende, LV 93:39–42 .
U bent het niet die spreekt, maar de Geest die in u spreekt, Matt. 10:19–20 .
Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij voor ons de Schriften opende, Luk. 24:32 .
Het evangelie wordt gepredikt door de macht van de Geest, 1 Kor. 2:1–14 .
U zult mijn Geest hebben om mensen te overtuigen, LV 11:21 .
De kerk zal naar u luisteren in alle dingen die u hun door de Trooster zult leren, LV 28:1 (LV 52:9 ).
Indien u de Geest niet ontvangt, zult u niet onderwijzen, LV 42:14 (LV 42:6 ).
Leer de mensenkinderen de dingen door de macht van mijn Geest, LV 43:15 .
De ouderlingen moeten het evangelie prediken door de Geest, LV 50:13–22 .
Het zal u op dat moment gegeven worden wat u zult zeggen, LV 84:85 (LV 100:5–8 ).