Heiliging Zie ook Jezus Christus; Rechtvaardigen, rechtvaardiging; Verzoenen, verzoening Het proces waardoor de mens, van zonde bevrijd, zuiver, rein en heilig wordt door de verzoening van Jezus Christus (Moz. 6:59–60). God heeft u verkoren tot zaligheid, in heiliging door de Geest, 2 Thess. 2:13. Wij zijn geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, Hebr. 10:10. Jezus heeft geleden om door zijn eigen bloed het volk te heiligen, Hebr. 13:12. Hogepriesters werden geheiligd en hun kleren werden wit gewassen door het bloed van het Lam, Alma 13:10–12. Heiliging komt door de overgave van het hart aan God, Hel. 3:33–35. Bekeer u, zodat u door het ontvangen van de Heilige Geest kunt worden geheiligd, 3 Ne. 27:20. Heiliging door de genade van Jezus Christus is juist en waar, LV 20:31. Jezus is gekomen om de wereld te heiligen, LV 76:41. Heilig u, opdat uw gedachten zich alleen op God zullen richten, LV 88:68.