Gedaanteverandering
De toestand van mensen die een tijdelijke fysieke verandering hebben ondergaan — dat wil zeggen: verheven naar een hoger geestelijk niveau — om de tegenwoordigheid en heerlijkheid van hemelse personen te kunnen verdragen.
De gedaanteverandering van Christus
Petrus, Jakobus en Johannes zagen de verheerlijkte en veranderde Heer. De Heiland had voordien beloofd dat Petrus de sleutels van het koninkrijk van de hemel zou ontvangen (Matt. 16:13–19; 17:1–9; Mark. 9:2–10; Luk. 9:28–36; 2 Petr. 1:16–18). Bij deze belangrijke gebeurtenis verleenden de Heiland, Mozes en Elias (Elia) de beloofde sleutels van het priesterschap aan Petrus, Jakobus en Johannes. Met deze priesterschapssleutels waren de apostelen in staat het werk van het koninkrijk na Jezus’ hemelvaart voort te zetten.
Joseph Smith leerde dat Petrus, Jakobus en Johannes bij die gelegenheid op de berg van verheerlijking eveneens een gedaanteverandering ondergingen. Zij zagen in een visioen hoe de aarde zal zijn in haar toekomstige, verheerlijkte toestand (LV 63:20–21). Zij zagen Mozes en Elia, twee opgenomen mensen, en hoorden de stem van de Vader, die zei: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik mijn welbehagen heb; luister naar Hem’ (Matt. 17:5).