Bedrog Zie ook Misleiden, misleiding In de Schriften betekent bedrog misleidende sluwheid. Welzalig de mens in wiens geest geen bedrog is, Ps. 32:2 (Ps. 34:14; 1 Petr. 2:1). Nathanaël was een Israëliet in wie geen bedrog was, Joh. 1:48 (LV 41:9–11). Zuivere kennis verruimt de ziel zonder bedrog, LV 121:42.