Gebroken hart Zie ook Bekeren (zich), bekering; Hart; Nederig, nederigheid, vernederen, verootmoedigen (zich); Offer, offerande, offeren; Zachtmoedig, zachtmoedigheid Een gebroken hart hebben, wil zeggen nederig, boetvaardig, schuldbewust en zachtmoedig zijn, dat wil zeggen: ontvankelijk voor de wil van God. Ik woon bij de verbrijzelde en nederige van geest, Jes. 57:15. Christus heeft Zichzelf als offer gegeven voor allen die een gebroken hart en een verslagen geest hebben, 2 Ne. 2:7. Breng de Heer als offer een gebroken hart en een verslagen geest, 3 Ne. 9:20 (LV 59:8). Alleen zij die met een gebroken hart en een verslagen geest kwamen, werden tot de doop toegelaten, Mro. 6:2. Jezus is gekruisigd tot vergeving van zonden voor het verslagen hart, LV 21:9. Wiens geest verslagen is, die wordt aanvaard, LV 52:15. De Heilige Geest beloofd aan hen die berouwvol zijn, LV 55:3. Mijn Geest wordt gezonden om de ootmoedigen en berouwvollen licht te geven, LV 136:33.