Geboden, de tien
Tien wetten die God door middel van de profeet Mozes heeft gegeven met betrekking tot het moreel gedrag.
De Hebreeuwse benaming is de ‘tien woorden’. Ze worden ook het verbond genoemd (Deut. 9:9) of de getuigenis (Ex. 25:21; 32:15). In Ex. 19:9–20:23; 32:15–19; 34:1 staat hoe God ze aan Mozes, en door hem aan Israël, geeft. De geboden waren op twee stenen tafelen gegrift, die in de ark werden gelegd; vandaar dat de ark de ark van het verbond werd genoemd (Num. 10:33). Deuteronomium 6:4–5 en Leviticus 19:18 aanhalend, heeft de Heer de tien geboden samengevat in ‘twee grote geboden’ (Matt. 22:37–39).
De tien geboden zijn in openbaringen van de laatste dagen herhaald (BJS, Ex. 34:1–2, 14 [Aanhangsel]; Mos. 12:32–37; 13:12–24; LV 42:18–28; 59:5–13).