Geld Zie ook Aalmoes; Rijkdom; Tiende; Werelds, wereldsgezindheid Munten, bankpapier of andere middelen waarmee mensen betalen voor goederen of diensten. Het is soms een symbool van materialisme. U zult ook zonder geld worden verlost, Jes. 52:3. Jezus gebiedt de Twaalf niets mee te nemen voor onderweg, geen reiszak, geen brood, geen geld, Mark. 6:8. Petrus zegt tegen Simon de tovenaar dat zijn geld met hem naar het verderf zal gaan, Hand. 8:20. Geldzucht is een wortel van alle kwaad, 1 Tim. 6:10. Besteed geen geld aan wat geen waarde heeft, 2 Ne. 9:50–51 (Jes. 55:1–2; 2 Ne. 26:25–27). Indien zij voor geld arbeiden, zullen zij verloren gaan, 2 Ne. 26:31. Zoek het koninkrijk van God voordat u naar rijkdom streeft, Jakob 2:18–19. Kerken zullen zeggen dat uw zonden u vergeven worden voor uw geld, Mrm. 8:32, 37. Wie zijn geld geeft voor de zaak van Zion, zal zijn beloning geenszins verliezen, LV 84:89–90.