Openbaring van Johannes
Het laatste boek in het Nieuwe Testament, dat een openbaring behelst die aan de apostel Johannes is gegeven. Het werd hem toegestaan de geschiedenis van de wereld te zien, en wel in het bijzonder die van de laatste dagen (Openb. 1:1–2; 1 Ne. 14:18–27; LV 77). De openbaring van Johannes staat ook bekend als de Apocalyps.
Johannes ontving deze openbaring op het eiland Patmos (Openb. 1:9–10), voor de kust van Azië, niet ver van Efeze, op de dag des Heren. De exacte datum waarop deze openbaring werd ontvangen, is niet bekend.
De sleutels om dit boek te kunnen begrijpen, staan in 1 Nephi 14:18–27 en in Leer en Verbonden 77 (Ether 4:15–16).
De hoofdstukken 1–3 bevatten de inleiding tot het boek en brieven aan de zeven gemeenten in Azië. Johannes heeft deze brieven geschreven tot steun van de heiligen bij het oplossen van bepaalde problemen. In de hoofdstukken 4–5 worden de visioenen beschreven die Johannes had ontvangen van de majesteit en rechtschapen macht van God en Christus. In de hoofdstukken 6–9 en 11 vertelt Johannes dat hij een boek heeft gezien met zeven zegels, waarbij iedere zegel duizend jaar vertegenwoordigt van de wereldlijke geschiedenis van de aarde. Deze hoofdstukken behandelen in hoofdzaak de gebeurtenissen die verband houden met het zevende zegel (zie Openb. 8–9; 11:1–15). Hoofdstuk 10 bevat de beschrijving van een boekje dat Johannes moest eten en dat duidde op een toekomstige zending die hij zou vervullen. In hoofdstuk 12 staat een visioen opgetekend van het kwaad dat in de hemel begon toen Satan in opstand kwam en uitgeworpen werd. De strijd die toen ontstond, wordt hier op aarde nog steeds gestreden. In de hoofdstukken 13, 17–19 beschrijft Johannes de goddeloze aardse koninkrijken, die Satan in zijn greep heeft. Hij vermeldt hoe het die koninkrijken zal vergaan en hoe het kwaad uiteindelijk vernietigd wordt. De hoofdstukken 14–16 geven een beschrijving van de rechtvaardigheid van de heiligen te midden van het kwaad vlak voor de wederkomst van Christus. In de hoofdstukken 20–22 worden het millennium, de prachtige stad Nieuw-Jeruzalem en de slotgebeurtenissen van de geschiedenis van de aarde beschreven.