Oordeel, oordelen Zie ook Jezus Christus — Rechter; Oordeel, het laatste; Veroordelen, veroordeling Gedrag afwegen tegen de beginselen van het evangelie; een oordeel vellen; goed van kwaad onderscheiden. Mozes houdt zitting om recht te spreken over het volk, Ex. 18:13. Op rechtvaardige wijze moet u uw naaste oordelen, Lev. 19:15. Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt, Matt. 7:1 (BJS, Matt. 7:1–2; Luk. 6:37; 3 Ne. 14:1). Zij die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden, Rom. 2:12. De heiligen zullen de wereld oordelen, 1 Kor. 6:2–3. De Zoon van de eeuwige God werd door de wereld veroordeeld, 1 Ne. 11:32. De twaalf apostelen van het Lam zullen de twaalf stammen van Israël richten, 1 Ne. 12:9 (LV 29:12). De dood en de hel en de duivel, en allen die daardoor zijn gegrepen, moeten worden geoordeeld, 2 Ne. 28:23 (1 Ne. 15:33). Als u de mens oordeelt die bij u smeekt om hulp uit uw bezit, hoeveel rechtvaardiger zal dan uw veroordeling zijn voor het onthouden van uw bezit, Mos. 4:22. De mensen zullen worden geoordeeld naar hun werken, Alma 41:3. Oordeel rechtvaardig en je zult een rechtvaardig oordeel wederom tot je hersteld krijgen, Alma 41:14. De wereld zal worden geoordeeld uit de boeken die geschreven zullen worden, 3 Ne. 27:23–26 (Openb. 20:12). Het overblijfsel van dit volk zal worden geoordeeld door de twaalf die Jezus in dit land heeft gekozen, Mrm. 3:18–20. Mormon legt de wijze van oordelen tussen goed en kwaad uit, Mro. 7:14–18. Stel uw vertrouwen in die Geest die ertoe beweegt rechtvaardig te oordelen, LV 11:12. U behoort in uw hart te zeggen: Laat God tussen mij en u oordelen, LV 64:11. De kerk van de Heer zal over de natiën oordelen, LV 64:37–38. De Zoon heeft de geesten in de gevangenis bezocht, opdat zij kunnen worden geoordeeld als mensen in het vlees, LV 76:73 (1 Petr. 4:6). De bisschop moet een gewone rechter zijn, LV 107:72–74. De Heer zal alle mensen oordelen naar hun werken, naar het verlangen van hun hart, LV 137:9.