Zinnelijk, zinnelijkheid Zie ook Echtbreuk; Kuisheid; Ontucht; Seksuele onzedelijkheid; Wellust Een verlangen naar onrechtvaardig lichamelijk genot, in het bijzonder seksuele onzedelijkheid. De vrouw van zijn heer liet haar oog op Jozef vallen, Gen. 39:7. Wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft al overspel gepleegd, Matt. 5:28 (3 Ne. 12:28). Onthoud u van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen uw ziel, 1 Petr. 2:11. De begeerte van het vlees en de begeerte van de ogen is niet uit de Vader, 1 Joh. 2:16. Jaag de begeerten van je ogen niet meer na, Alma 39:9. Door de overtreding van heilige wetten is de mens zinnelijk geworden, LV 20:20. Wie in hun hart overspel plegen, zullen de Geest niet hebben, LV 63:16. Houd op met al uw wellustige verlangens, LV 88:121. De mensen begonnen vleselijk, zinnelijk en duivels te worden, Moz. 5:13 (Mos. 16:3; Moz. 6:49).