Verzoeken, verzoeking Zie ook Duivel; Keuzevrijheid; Volharden Een toets van iemands vermogen om het goede boven het kwade te kiezen; een verlokking om te zondigen en niet God maar Satan te volgen. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze, Matt. 6:13 (3 Ne. 13:12). God zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, 1 Kor. 10:13. Christus is op dezelfde wijze als wij verzocht, Hebr. 4:14–15. Zalig is de man die verzoeking verdraagt, Jak. 1:12–14. De verzoekingen van de tegenstander kunnen hen die luisteren naar het woord van God niet overweldigen, 1 Ne. 15:24 (Hel. 5:12). De mens kon niet zelfstandig handelen tenzij hij door het een of ander werd verlokt, 2 Ne. 2:11–16. Waak en bid voortdurend dat u niet zult worden verzocht boven hetgeen u kunt verdragen, Alma 13:28. Leer hun iedere verzoeking van de duivel te weerstaan met hun geloof in de Heer Jezus Christus, Alma 37:33. Bid altijd, opdat u niet in verzoeking valt, 3 Ne. 18:15, 18 (LV 20:33; 31:12; 61:39). Hoed u voor hoogmoed, opdat u niet in verzoeking komt, LV 23:1. Adam werd onderworpen aan de wil van de duivel omdat hij voor verzoeking was gezwicht, LV 29:39–40. Ik stond aan allerlei verleidingen bloot, GJS 1:28.