Vuur Zie ook Aarde — Reiniging van de aarde; Doop, dopen; Heilige Geest; Hel Een symbool voor reiniging, zuivering of heiliging. Vuur kan ook dienen als symbool voor de tegenwoordigheid van God. Uw God is een verterend vuur, Deut. 4:24. De Heer maakt zijn dienaren tot vlammend vuur, Ps. 104:4. De Heer van de legermachten zal hen straffen met de vlam van een verterend vuur, Jes. 29:6 (2 Ne. 27:2). De Heer zal komen in vuur, Jes. 66:15. Hij is als vuur van een edelsmid, Mal. 3:2 (3 Ne. 24:2; LV 128:24). Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur, Matt. 3:11 (Luk. 3:16). De rechtvaardigen zullen bewaard worden door vuur, 1 Ne. 22:17. De goddelozen zullen met vuur worden vernietigd, 2 Ne. 30:10. Nephi legt uit hoe wij de doop met vuur en met de Heilige Geest ontvangen, 2 Ne. 31:13–14 (3 Ne. 9:20; 12:1; 19:13; Ether 12:14; LV 33:11). U zult vergeving van zonden door de doop en door vuur verkondigen, LV 19:31. De grote en gruwelijke kerk zal door een verterend vuur worden neergeworpen, LV 29:21. De aarde zal vergaan als door vuur, LV 43:32. De tegenwoordigheid van de Heer zal zijn als het vuur dat doet smelten, LV 133:41. Adam werd gedoopt met vuur en met de Heilige Geest, Moz. 6:66.