Sabbatdag
Eén dag in de week, een heilige dag, die voor rust en aanbidding is bestemd. Toen God alle dingen had geschapen, rustte Hij op de zevende dag en gebood dat één dag in de week een rustdag zou zijn om de mensen te helpen Hem indachtig te zijn (Ex. 20:8–11).
Vóór de opstanding van Christus vierden de christenen de sabbat op de laatste dag van de week, net als de Joden. Na de opstanding vierden de leden van de kerk, ongeacht of het Joden of anderen waren, de sabbat op de eerste dag van de week (de dag des Heren) ter herinnering aan de opstanding van de Heer. Ook nu houdt de kerk zich aan de sabbatviering om God te aanbidden en uit te rusten van de wereldlijke arbeid.
De sabbat herinnert de mensen aan hun behoefte aan geestelijk voedsel en aan hun plicht om God te gehoorzamen. Wanneer een volk de sabbatviering gaat verwaarlozen, heeft dat uitwerking op alle aspecten van het leven en zal zijn godsdienstige leven in verval raken (Neh. 13:15–18; Jer. 17:21–27).