Conflict, ruzie en woordenstrijd. Twist, en wel in het bijzonder tussen leden van de kerk van de Heer of tussen familieleden, is de Heer niet welgevallig.
Laat er toch geen onenigheid zijn tussen mij en jou, Gen. 13:8 .
Overmoed leidt tot ruzie, Spr. 13:10 .
Als iemand tegen iemand anders een klacht heeft, vergeef zoals Christus vergeven heeft, Kol. 3:13 .
Ontwijk dwaze vragen en ruzies, Tit. 3:9 .
De Heer gebiedt de mensen niet met elkaar te twisten, 2 Ne. 26:32 .
U zult niet dulden dat uw kinderen met elkaar vechten en twisten, Mos. 4:14 .
Alma geboden dat er geen twist onder de kerkleden mocht zijn, Mos. 18:21 .
Satan verspreidt geruchten en twisten, Hel. 16:22 .
De duivel is de vader van twisten en hitst mensen op om met elkaar te twisten, 3 Ne. 11:29 (Mos. 23:15 ).
Het evangelie gevestigd, opdat er niet zoveel twist zal zijn, LV 10:62–64 .
Houd op met elkaar te twisten, LV 136:23 .