Zendingswerk Zie ook Evangelie; Prediken Het evangelie van Jezus Christus door het woord en door voorbeeld verbreiden. Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van hem die heil laat horen, Jes. 52:7. Ik zal naar mijn schapen vragen en naar ze op zoek gaan, Ezech. 34:11. Predik het evangelie aan alle schepselen, Mark. 16:15 (Mrm. 9:22). De velden zijn al wit om te oogsten, Joh. 4:35. En hoe zullen zij prediken, als zij niet gezonden worden, Rom. 10:15. Leer hun het woord van God met alle ijver, Jakob 1:19. De Heer geeft alle natiën mensen om zijn woord te verkondigen, Alma 29:8. De zwakken en de eenvoudigen zullen het evangelie verkondigen, LV 1:23. Een wonderbaar werk staat op het punt tevoorschijn te komen, LV 4:1. Als u al uw dagen arbeidt en slechts één ziel tot Mij brengt, hoe groot zal dan uw vreugde zijn, LV 18:15. Mijn uitverkorenen horen mijn stem en verstokken hun hart niet, LV 29:7. Ga uit, twee aan twee mijn evangelie predikend, LV 42:6. De roep moet vanuit deze plaats uitgaan, LV 58:64. Doe uw mond open om mijn evangelie te verkondigen, LV 71:1. Verkondig de waarheid volgens de openbaringen en geboden, LV 75:4. Eenieder die gewaarschuwd is, moet zijn naaste waarschuwen, LV 88:81 (LV 38:40–41). De Heer zorgt voor het gezin van hen die het evangelie prediken, LV 118:3. De dienstknechten van God zullen uitgaan, LV 133:38. Getrouwe ouderlingen zetten hun arbeid voort wanneer zij het sterfelijke leven verlaten, LV 138:57.