Ismaël, zoon van Abraham Zie ook Abraham; Hagar Een zoon van Abraham en Hagar, de Egyptische slavin van Sara, uit het Oude Testament (Gen. 16:11–16). De Heer beloofde Abraham en Hagar dat Ismaël de vader van een groot volk zou zijn (Gen. 21:8–21). Het verbond werd niet met Ismaël, maar met Izak gemaakt, Gen. 17:19–21 (Gal. 4:22–5:1). God zegent Ismaël dat hij vruchtbaar zou zijn, Gen. 17:20. Ismaël helpt bij het begraven van Abraham, Gen. 25:8–9. De namen van Ismaëls twaalf zonen bekendgemaakt, Gen. 25:12–16. Ismaël sterft, Gen. 25:17–18. Ezau neemt Ismaëls dochter, Machalath, tot vrouw, Gen. 28:9.