Geduld Zie ook Volharden; Zachtmoedig, zachtmoedigheid Een kalm verdragen; het vermogen om bezoeking, belediging of onrecht te ondergaan zonder klagen of vergelding. Zwijg voor de Heer en verwacht Hem, Ps. 37:7–8. Wie geduldig is, heeft veel inzicht, Spr. 14:29. Door uw volharding zult u uw leven verkrijgen, Luk. 21:19. In de weg van volharding en vertroosting door de Schriften behouden wij de hoop, Rom. 15:4. Wees navolgers van hen die door geloof en geduld de beloften beërven, Hebr. 6:12–15. Laat volharding volledig doorwerken, opdat u volmaakt bent en volledig oprecht, Jak. 1:2–4. U hebt gehoord van de volharding van Job, Jak. 5:11. Zij onderwierpen zich welgemoed en met geduld aan de gehele wil van de Heer, Mos. 24:15. Je hebt al die dingen met geduld verdragen, omdat de Heer met je was, Alma 38:4–5. Volhard in alle geduld totdat u vervolmaakt bent, LV 67:13.