De Heer heeft gezegd dat alle mensen verantwoordelijk zijn voor hun eigen beweegredenen, houding, verlangens en daden.
De ‘jaren van verantwoordelijkheid’ is de leeftijd waarop kinderen worden geacht verantwoordelijk te zijn voor hun daden en in staat om zonde te begaan en zich te bekeren.
Zij zullen rekenschap moeten geven van elk nutteloos woord, Matt. 12:36 .
Geef rekenschap van uw rentmeesterschap, Luk. 16:2 .
Ieder van ons zal voor zichzelf rekenschap geven aan God, Rom. 14:12 .
De doden zullen naar hun werken worden geoordeeld, Openb. 20:12 .
Onze woorden, werken en gedachten zullen ons veroordelen, Alma 12:14 .
Wij mogen zelf oordelen, om hetzij goed, hetzij kwaad te doen, Alma 41:7 .
Het wordt u toegestaan zelfstandig te handelen, Hel. 14:29–31 .
Het volgende zul je leren: bekering en doop voor hen die toerekeningsvatbaar zijn, Mro. 8:10 .
Allen die de jaren van verantwoordelijkheid hebben bereikt, moeten zich bekeren en zich laten dopen, LV 18:42 .
Satan kan kleine kinderen niet verzoeken totdat zij verantwoordelijk beginnen te worden jegens Mij, LV 29:46–47 .
Kinderen moeten worden gedoopt wanneer zij acht jaar oud zijn, LV 68:27 .
Eenieder zal op de dag van het oordeel rekenschap verschuldigd zijn van zijn eigen zonden, LV 101:78 .
Het is de mensen gegeven goed van kwaad te onderscheiden; daarom kunnen zij naar eigen believen handelen, Moz. 6:56 .
De mens zal worden gestraft voor zijn eigen zonden, Art. 1:2 .