Jozef, echtgenoot van Maria
Jozef, de echtgenoot van Maria de moeder van Jezus, stamde af van David (Matt. 1:1–16; Luk. 3:23–38) en woonde in Nazareth. Hij was ondertrouwd met Maria. Kort voor hun huwelijk ontving zij bezoek van de engel Gabriël die bekendmaakte dat zij was gekozen om de moeder van de Heiland te zijn (Luk. 1:26–35). Ook Jozef ontving een openbaring van deze goddelijke geboorte (Matt. 1:20–25).
Maria was Jezus’ enige aardse ouder omdat God de Vader Jezus’ vader was. De Joden echter beschouwden Jozef als Jezus’ vader en Jezus behandelde hem ook als zodanig (Luk. 2:48, 51). Gewaarschuwd door een droom uit de hemel, redt Jozef het leven van de jonge Jezus door te vluchten naar Egypte (Matt. 2:13–14). Na de dood van Herodes krijgt Jozef van een engel de opdracht om het Christuskind terug naar Israël te brengen (Matt. 2:19–23).