Verstand Verstandelijke vermogens; bewust denkvermogen. Dien Hem met een volkomen hart en een bereidwillige ziel, 1 Kron. 28:9. Heb de Heer, uw God, lief met geheel uw verstand, Matt. 22:37. Vleselijk gezind zijn is de dood; geestelijk gezind zijn is het eeuwige leven, 2 Ne. 9:39. De stem van de Heer klonk in mijn binnenste, Enos 1:10. Het woord had een krachtiger uitwerking op het gemoed van het volk dan het zwaard, Alma 31:5. Ik zal in uw gedachten spreken, LV 8:2. U moet het in uw gedachten uitvorsen, LV 9:8. Laat de plechtige ernst van de eeuwigheid immer in uw gedachten zijn, LV 43:34. Uw verstand is in het verleden verduisterd geweest, LV 84:54. Ga vroeg naar bed, sta vroeg op, opdat uw lichaam en uw geest versterkt zullen worden, LV 88:124. Satan kende de zin van God niet, Moz. 4:6. De Heer noemde zijn volk Zion, omdat zij één van hart en één van zin waren, Moz. 7:18.